"Wat heb jij gedaan?" vraagt ze in de rookpauze.
Ze haalt twee sigaretten tevoorschijn.
"Ik ben naar Rialto geweest."
Ik geef haar mijn aansteker.
"Met wie?"
Niet of het leuk was, of het druk was.
"Met wie was je daar?"
Of het goed was, of het gezellig was.
"Oh leuk. Met wie?" is de vraag als je ergens heen gaat.
"Met wie" is altijd de vraag.
Soms gaat de telefoon.
"Ik zit in de stad. Kom je ook?" wordt gezegd.
"Vijftien minuten," zeg ik dan.
Andersom werkt dat niet.
Soms bel ik zelf.
"Ik zit in de stad. Kom je ook?"
"Met wie ben je daar?"
Ik vraag nooit: "Met wie?"
Het interesseert me niet.
Wanneer iemand dat wil vertellen, dan zegt hij of zij het wel. Als het relevant is voor de avond, als het relevant is voor het verhaal.
Als ik gebeld wordt door een call center, dan zeg ik: "Met wie?"
Vijf keer achter elkaar.
Dan hangen ze op.
"En hoe heb jij het weekend ondergaan?" vraag ik.
"Ik ben naar Paradiso geweest."
Ze geeft mijn aansteker terug.
"Lolz. Nog geneukt?" vraag ik.
Ze inhaleert diep.
"Met wie?"