20 March 2010

Ockham's razor

Bij het Amstelstation kwam ik Bambi tegen. Ik kom zelden aan deze kant van het station, hooguit als ik kruipend de Omval verlaat. Bambi droeg een modieus bruin, kort leren jack. Sexy, dat zeker, maar niet zo stoer als het zwart leren motorjack van Debby. Debby heeft geen motor, dat dan weer niet. Ze heeft wel veel verschillende kleding en een neger. En Debby heeft heup, veel heup. Daar houden negers van. Denk ik. Ik heb twee nieuwe banden op mijn fiets laten zetten, daarom loop ik aan deze kant van het station. Ik kom zelden aan deze kant van het Amstelstation, hooguit als mijn fiets me in de steek laat.

Anderhalf jaar geleden kwam ik Bambi ook al tegen. Dat was vlak voor het concert van Ladytron. Dat was een geldverslindend concert. Het toegangskaartje was die naam niet waard en de bar was te zeer nodig om het optreden door te komen. Op de plaats waar ik voor het concert had afgesproken, zat Bambi aan een tafel met te veel licht. Op de tafel stonden twee kopjes thee. Aan haar uiterlijk te zien was Bambi die avond uit. Ze had zich opgemaakt. Niet sexy, meer rimpel verhullend. Vroeger maakte Bambi zich nooit op. Bambi was een Bambi met bonus: relatief grote ogen in een te klein gezicht, de bonuskaart was een grote neus. En je weet wat ze zeggen over mannen met een grote neus. Dat geldt enkelvoudig stijgend ook voor vrouwen. Onder elk dekseltje past een potje.

"Bambi," zei ik.
Bambi was sprakeloos. Of ze wist mijn naam niet meer, dat kan ook.

Met mijn fiets heb ik een nauwere band dan met vrouwen. Soms hebben we de wind tegen maar we slaan ons er samen doorheen. Ik zucht, de fietst piept. Afgelopen winter maakte ik een uitglijder, maar dat is te begrijpen als het zo koud is. Je verontschuldigt jezelf niet als je op zoek bent naar een beetje warmte. Ik hield er desondanks een stevige vleeswond aan over. Acceptabel, het had erger kunnen zijn. Daarbij begrijp ik de reactie. Andersom deel ik ook wel eens een schop uit. In een relatie is het belangrijk dat je je emoties toont. Ook is het belangrijk dat je samen dingen onderneemt. Samen fietsen is heel ontspannend. En het is belangrijk dat je iets gemeenschappelijks hebt, bijvoorbeeld allebei een snee of een gemeenschappelijke vriendin.

Bambi was ook samen. Het tweede kopje thee behoorde toe aan een niet zo mooi meisje. Ze stond bij het uitdelen van de gezichten duidelijk niet vooraan, maar naast Bambi werd ze wel heel erg lelijk. Voor alle duidelijkheid: Bambi is mooi. Daar kun je over discussiëren maar de natuur wint die discussie. Iets met honing en bijen, of vliegen en stront. Het niet zo mooie meisje keek me woest aan. Waarschijnlijk was ik voor haar de zoveelste loser die een gesprek probeerde aan te knopen. Als je met Bambi uitgaat, dan komt het namelijk regelmatig voor dat mensen een gesprek proberen aan te knopen. Maar als je thee drinkt dan ben je niet echt uit. Thee is niet geschikt voor een prettig gesprek. Thee drinken doe je thuis. Of bij de buren. Of bij meisjes van vijftien die je bijles geeft. Als je geen loser wil tegenkomen, blijf dan vooral lekker thuis met je theemuts spelen. Á l’oeuvre on connaît l’artisan.

Voordat ik het Amstelstation uitliep, mijn fiets stond nog te wennen aan haar nieuwe hakken, keek ik naar de fietsen in de etalage. Ze stonden er glimmend en uitnodigend, met attributen of basic en kaal, veel zwart en sommige felgekleurd, sommige sportief en andere statig en allemaal met een fors prijskaartje eraan. Het blijft vreemd, achter glas moet je ervoor betalen en twintig meter verderop pluk je ze zo van de straat. Ik nam mijn fiets bij de hand en op een profiel van nieuw zwart rubber liep ze achter me aan naar buiten.

"Geef je telefoonnummer," zei ik.
Bambi gaf me haar nummer. Het niet zo mooie meisje stond er met open mond bij. Ja, meid. Met onbevaren volk is het slecht zeilen. Zonder mooi geen lelijk, zonder dieren geen leer, zonder leer geen dogma en zonder dogma geen onderwerping. Beter onbegonnen dan ongeëindigd, zonder telefoonnummers geen gesprekken. Waarvan akte. Het telefoonnummer dat ze me gaf was die naam niet waard. Bambi was - die avond - en bleef - de maanden daarna - sprakeloos. Playing hard to get of toch maar met je ex naar bed?

Ik kom zelden aan deze kant van het Amstelstation. Misschien is dat de reden dat ik nooit iemand tegen kom.
"Hé, hoe is 't?" zei Bambi.
Ik stapte op mijn fiets en reed weg.
"Tring tring," zei ik.
De fietsbel had de uitglijder niet overleeft.

17 March 2010

Atkins

De Hindoestaan waarnaast ik zit, is veertien kilo afgevallen.
"Je tieten zijn ook een stuk kleiner geworden," zeg ik.
Over twee weken ben ik hier weg, de beleefdheden kunnen overboord.
"Nietes!" zegt de Hindoestaan waarnaast ik zit.
Ze kijkt naar waar vroeger haar borsten zaten. Lichaamsomvang ligt gevoelig bij vrouwen. Als je favoriete type graag bloemkool eet, ga je dan zelf ook bloemkool eten?

"Waar is Fatima?" vraag ik, "is ze ziek?"
Vragen of ze eindelijk ongesteld is geworden, is te direct. Fatima is een type die zich ziek meldt als ze is ongesteld.
"Die is naar Turkije. Naar haar vriendje."
Alweer dat woord vriendje. Zeg gewoon dat ze naar haar persoonlijke olieworstelaar toe is om in ruil voor blingbling haar doos te laten uitwonen, net zolang tot het bloeden weer op gang komt. De nieuwe medelanders om me heen houden van blingbling. Blingbling om de pols, blingbling om de vingers. Blingbling om de nek, blingbling in de oren. Blingbling in de mond en blingbling op de neus. Meisjes van tien, die hebben een vriendje. En een beugeltje.

"Wil jij kinderen?" vraagt de Hindoestaan waarnaast ik nog twee weken zit. Fatima is blijkbaar niet het juiste onderwerp. Ik ben even stil. Met Kim sprak ik op mijn verjaardag over kinderen.
"Waarom denk je zo lang na?" vraagt de Hindoestaan. Haar bril doet bling in de voorjaarszon. Zonlicht is slecht voor depressieve mensen, hun depressies verdwijnen erdoor. Zonlicht is goed voor de fotosynthese. Lichtenergie zet koolstofdioxide om in koolhydraten.

Ik mag de Hindoestaan niet. Ik hou niet van de half dichtgeknepen ogen, ogen die iets vals en geraffineerds verbergen - en daarmee verraden. Ik hou niet van het ontbreken van kont. De benen van de Hindoestaan gaan rechtstreeks over in haar rug, alsof daartussen iets ontbreekt, alsof ze invalide is geworden omdat het achterwerk is geamputeerd. En ik hou niet van de huidskleur, een specifieke kleur bruin, een kleur die me doet denken aan stront.

Mijn midlifecrisis uit zich door het vereenzelvigen van mensen met stront. Homo's zijn stront, Hindoestanen zijn stront. Mensen die ik niet aardig vind zijn stront, mensen die me geen aandacht geven zijn stront. Mensen die me hebben verlaten en die me in de steek hebben gelaten, zijn stront. Eigenlijk is iedereen stront, mijn omgeving is één grote bak bruine smurrie. Heb ik als kind ergens iets gemist? Lilian vertelde me, toen ze nog veel oppaswerk deed, dat kinderen graag met hun handen in de po zitten waarop ze zojuist hebben gezeten, en dan maar roeren in hun stront. Lilian is nu pedagoog, privé, ergens aan de andere kant van de wereld. Tegen een fijn uurtarief laat ze zich inhuren om de problemen op te lossen bij een gezin thuis. Privépedagoog, dat noemen we hier gewoon een meesteres. Ik ben vaak klaargekomen bij Lilian. Rood is de kleur van geluk, en daarna werd het zwart.

"Dat hangt van de vrouw af," zeg ik uiteindelijk. "Met de ene vrouw wel, maar met de ander niet. Het hangt ervan af hoe je samen het leven inricht." Wat valt er nog in te richten als je met de afbouw van het leven bent begonnen? Wat valt er nog in te richten als je leeft tussen de vier muren thuis en de muren van een kantoor, en het enige contact met de buitenwereld het fietspad daartussenin is?
"Dan moet je wel eerst een vrouw hebben," zegt de Hindoestaan, die minder kont heeft dan de gemiddelde Japanse vrouw.
"Wat vind je leuk om te doen?" vraagt ze. Er zat al niets en die veertien kilo moet toch ergens zijn verdwenen. Twintig meter darm, hoeveel stront zou daarin passen?

Ik begrijp steeds beter waarom mensen foto's van hun kitten op het net plaatsen. Iedereen maakt van alles mee en deelt dat met de wereld. Jij wilt ook delen maar omdat je niets meemaakt heb je niets om te delen. Maar iedereen deelt, dus jij moet ook. Dan deel je de avonturen van je kitten. Foto's van kitten in de woonkamer en van kitten op de bank. Foto's van kitten in de keuken en van kitten in de tuin. Foto's van kitten op de buik en van kitten op de rug. En een mislukte foto, want kitten liep juist uit het beeld vandaan. Wat voor kleur hebben mensen die niet buiten komen?

"Je ziet er zo echt een stuk beter uit," zeg ik. "Hoe ben je al die kilo's kwijtgeraakt?" Beter een goede buur dan een dictatuur.
"O dank je! Het doet me zo goed dat je het ziet." De Hindoestaan zit te glunderen. Geef een compliment en de wereld blijft even lelijk, ook al denken ze van niet. Het zoveelste deel van de cursus zelfbedrog.
"Nou, ik eet geen pasta meer. En geen brood. En geen rijst en geen aardappelen. Daar zitten allemaal koolhydraten in. En als je geen koolhydraten meer eet dan gaat je lichaam het eigen vet verbranden en dan val je af." Geen koolhydraten meer. Dus ook geen zonlicht meer. Maar dat heb je dan ook niet nodig, met die kleur.

Mijn ouders hebben me ooit verteld dat ik een huilbaby was. Onmacht vertaald naar een emotieloze kracht. Huilen als aandachttrekkerij. Tot mijn derde levensjaar heb ik vaak in het ziekenhuis gelegen. De huisarts vond de verhalen van mijn ouders over mij niet meer geloofwaardig. Volgens de huisarts was ik helemaal niet ziek. Hadden mijn ouders maar beter naar de huisarts geluisterd, dan was mijn broer nu enigkind geweest.

"Vond je me eerst niet mooi dan?" vervolgt ze. Ze wipt op haar stoel, in afwachting van nog meer bevestiging. Ik heb helemaal niet gezegd dat ze nu wel mooi is. Luisteren is één, de informatie op de juiste manier verwerken is twee.
"Jouw lichaamsomvang is niet iets dat ik tegenkom in een natte droom," zeg ik.
De Hindoestaan glijdt van haar stoel en verdwijnt onder het bureau. Waarschijnlijk een gesprongen sluitspier. Vrouwelijk gedrag heb ik nooit op waarde kunnen schatten.

09 March 2010

Just let it go, it's gone man

Waar is iedereen?

Waar is het centrum?
Het centrum waar iedereen is?

En wie is iedereen?
Is iedereen de bekenden of de onbekenden?
Of is die ene bekende juist de grote onbekende?

Vind je het vervelend dat ik de vraag stel?
Met sommige vragen maak je geen vrienden.

Wat de afstand moet verkleinen, maakt de afstand juist groter.
Met sommige berichten maak je geen vrienden.

Zonder tegenbericht maak je helemaal geen vrienden.
Geen tegenbericht duidt op arrogantie, angst of apathie.
Meer mogelijkheden leiden tot minder resultaat.

De confrontatie is vernederend maar bevredigend.
Als je even wacht, dan komt het cadeau vanzelf.
Geduld is een pakje sigaretten.

Wie doet er mee?
En wie doet er niet meer mee?

Jaloezie is een compliment.