20 February 2009

X-mas

18 February 2009

Kwekeling

De lunchtafel ziet er gezellig uit.

Y draagt een paars truitje met pofmouwen dat je in de zomer op de Parade ziet. De mouwen zijn kort, de schouders zijn minimaal bedekt. Ze heeft een clip in het halflange haar, wat het meisjeseffect versterkt. Sinds Y haar man de deur wees, leeft ze in de zomer. De temperatuur ligt rond het vriespunt, er waait een oostenwind en Y lacht haar armen bloot.

Ze zitten voorovergebogen. Ze lachen, samenzweerderig.

Y’s voorbeeldfunctie zal meerdere huwelijken doen stranden. Ik ken de verhalen, de verhalen over hem van haar, over hem van haar en over hem van haar. Ze mankeren allemaal iets. Ik spreek haar niet tegen, want niemand is normaal. De meest normale zijn het minst aantrekkelijk. En zijzelf mankeren vanzelfsprekend niets.

Ze zijn er ooit mee getrouwd. Waarom vroeg ik mezelf toen af en waarom vraag ik mezelf nog steeds af. Eigengereid en ontwikkeld maar als de dood voor een leven zonder de symbolische ring. Een ring gaat knellen, vroeg of laat. Bloedbanen worden afgeknepen, de doorstroming stokt en het leven sterft af waar de ring begint.

Ze eten niet, ze zitten voornamelijk onafhankelijk te zijn. De vrijheid lonkt, er zijn mannen en mogelijkheden genoeg. Ze maken plannen, ze maken afspraken, er is een oppas geregeld. Y heeft de zolder opgeruimd en al zijn spullen weggegooid. De zolder is een goede plaats om jezelf op te knopen.

In hun saamhorigheid verslikken ze zich in de marktwaarde van hun afgestorven ledematen. Ik wend mijn gezicht af en spot Bernadette. Het verschil tussen Bernadette in pantalon op hakken en Bernadette in spijkerbroek op boots is een wereld. Bernadette draagt geen ringen, nooit gedaan ook.

17 February 2009

Kaas

"Wat heb jij gedaan?" vraagt ze in de rookpauze.
Ze haalt twee sigaretten tevoorschijn.
"Ik ben naar Rialto geweest."
Ik geef haar mijn aansteker.
"Met wie?"

Niet of het leuk was, of het druk was.
"Met wie was je daar?"
Of het goed was, of het gezellig was.
"Oh leuk. Met wie?" is de vraag als je ergens heen gaat.
"Met wie" is altijd de vraag.

Soms gaat de telefoon.
"Ik zit in de stad. Kom je ook?" wordt gezegd.
"Vijftien minuten," zeg ik dan.
Andersom werkt dat niet.
Soms bel ik zelf.
"Ik zit in de stad. Kom je ook?"
"Met wie ben je daar?"

Ik vraag nooit: "Met wie?"
Het interesseert me niet.
Wanneer iemand dat wil vertellen, dan zegt hij of zij het wel. Als het relevant is voor de avond, als het relevant is voor het verhaal.

Als ik gebeld wordt door een call center, dan zeg ik: "Met wie?"
Vijf keer achter elkaar.
Dan hangen ze op.

"En hoe heb jij het weekend ondergaan?" vraag ik.
"Ik ben naar Paradiso geweest."
Ze geeft mijn aansteker terug.
"Lolz. Nog geneukt?" vraag ik.
Ze inhaleert diep.
"Met wie?"

11 February 2009

A cat with three ears



Op een log publiceer je waar je blij van wordt. Of waar je verdrietig van bent geworden.

Ik heb me voorgenomen hier niet over muziek te publiceren en dat doe ik dus ook niet. Plaatjes vullen gaatjes en een webcam levert plaatjes die je kunt publiceren. Met plaatjes kun je ook laten zien waar je niet mee bezig bent.

Uit een recentelijk onderzoek bleek dat downloaders meer geld uitgeven aan het relevante materiaal dan niet-downloaders. Eindelijk hoor ik eens bij een meerderheid. Ik download veel maar daardoor ben ik ook meer gaan kopen. Het is zelfs de reden dat ik een - door mij altijd verafschuwde - creditcard heb aangeschaft. Online kopen doe je met een creditcard en creditcards kun je niet downloaden.

Vroeger fietste je naar de stad. Dan kocht je een CD en dan fietste je weer naar huis. Dan zette je de CD op en dan was je blij. Nu bestel je wat, wacht drie dagen, of je wacht een week of zelfs drie maanden en als je de bestelling alweer bent vergeten dan ligt er een pakketje in de brievenbus. Hé wat leuk, een pakketje. Dan pak je het pakketje uit, je zet de CD op en je maakt er een foto van.

Want blij zijn kun je niet downloaden.

05 February 2009

Bier en ossenworst



Als je jarig bent, dan mag je uitkiezen wat je wil eten. Ik koos niets uit, ik ging naar de kroeg. Als ik ga drinken dan eet ik niet.

Op het bureau bij mijn geldverstrekker had een bijdehante collega slingers neergelegd. Op de kleuterschool versier je de stoel van een kleuter als die jarig is, dat vinden ze leuk. De kleuter staat dan een dag in het middelpunt van de belangstelling. Het was zeker goedbedoeld maar lichtelijk misplaatst bij een man die 42 is geworden. Volwassenen moeten elkaar versieren, niet het meubilair. Als ik om me heen kijk op de afdeling dan zie ik niemand die ik zou willen versieren.

De slingers brachten collega’s naar mijn bureau die aandacht opeisten door mij te feliciteren. Mensen pretenderen vaak aandacht te geven maar in werkelijkheid komen ze aandacht halen. Na de vijfde keer handen schudden ruimde ik de slingers op, zei dat ik een overleg had en ging in de stilteruimte zitten.

Jarigen vestigen de aandacht op zichzelf door te trakteren. Er gaat een fax naar Multivlaai en om elf uur kan er een groepsmail de mailbox uit. Ik heb hier nog nooit getrakteerd. Trakteren doe je in de kroeg, ze kunnen een biertje van me krijgen.

Het is mijn verjaardag, ik mag kiezen wat ik wil eten. Ik ga vanavond alleen naar de kroeg. Het is lekkerder om een trap dan om gebak uit te delen.