"Hoe is het met de vrouwen?" vroeg het spijkerrokje.
We liepen van de dependance naar het hoofdkantoor.
Ik zweette. Dit was geen dertig graden meer, dit was Sahara.
We passeerden de houten ophaalbrug, kinderen sprongen luid gillend in het water.
"Slecht," zei ik.
Ik vertelde over het weekend in Hoorn, op de kermis. Met een groep collega’s waren we naar het vuurwerk wezen kijken en daarna de kroeg ingegaan.
"Ja, leuke mannen genoeg, maar leuke vrouwen ho maar," zei het spijkerrokje.
Aan het spijkerrokje te zien, ging het wel goed met de vrouwen.