30 June 2012

Very close friend

Een verhaal moet een plot hebben. Een verhaal heeft een begin, een verhaal heeft een eind en een verhaal heeft een weg van dat begin naar dat eind. Waarom we juist op díe weg in het verhaal lopen, is de plot van het verhaal. Een ander woord voor plot is pointe. Een verhaal zonder plot is pointless.

Het blauwe hemdje zei dat ze nog een andere afspraak had. Ze zou bij een vriendin gaan eten. Dat zei ze nadat ik had gevraagd waarom ze was gestopt met roken. Dat had ik een uur daarvoor ook al gevraagd.

Een antwoord vergeten is geen desinteresse maar enthousiasme.

Ik werd naar het Amstelstation getrokken. Daar kwam ik niet geheel toevallig een andere oude bekende tegen. Daarom liep ik maar weer terug naar het terras. De plotseling doorgebroken zon had publiek en personeel verrast, het terras was volgelopen. Overal stond glaswerk, behalve op de bar. Met twee dienbladen vol met lege glazen liep ik naar binnen.

Twee examens op één dag is te veel voor een man van vijfenveertig jaar oud. Als je voor de eerste keer met iemand mee naar huis gaat, is de seks dan een examen?

Alsof elke zin raak moet zijn.

"Zal ik ze meteen even omspoelen?" vroeg ik.
Ik maakte ruimte op de bar om de dienbladen neer te zetten.
"Geen bekenden buiten?" hijgde het meisje achter de bar.
Je kunt een hoop dingen beweren over meisjes achter een bar maar niet dat ze niet blond zijn.

Ik keek het terras rond en nadacht over mijn leven. Dat overkomt iedereen wel eens. Je ziet twee vogels broodkruimels oppikken van de straat, je luistert op maandagochtend naar het geluid van de stofzuiger van de buren of je staat in de rij voor de kassa bij het Kruidvat die zo lang is dat je buiten moet gaan staan en je vraagt jezelf af: Hoe ben ik hier gekomen, waar ga ik naartoe en dan vooral waarom? Een leven zonder waarom is worthless.

Kim zegt gewoon van te voren dat ze nog een andere afspraak heeft – zoals het hoort.

Een geel meisje dat steeds haar gewicht van het ene been naar het andere been verplaatste deed haar haar los. Ze werd omringd door twee jongens met hippe kapsels. Ze was geïnteresseerd. Ik zocht ondertussen naar de kipfilet. Gele meisjes hebben van nature niet de borstjes dat haar subtiel gesneden groene overhemd het publiek vertelde.

Mensen verdwijnen omdat ze iets beters hebben te doen. Mensen verdwijnen omdat je niet meer interessant bent, omdat ze genoeg van je hebben. Zoals je in bed je rug toekeert als je van je linkerzij op je rechterzij gaat liggen. Verzadiging leidt tot afkeer, medelijden tot walging.

En als ze dan met lege handen thuiskomen, hoor je ze zeggen: "Tja, de vis wilde niet bijten." Schatje, je kunt gewoon niet vissen. En het is vrij kortzichtig om de vis daarvan de schuld te geven.

Aan een terrastafeltje bij de waterkant zat een Minoes. De zonnebril op haar neus was groter dan de inhoud van haar blouse. Haar gezelschap was opgestaan en keek naar de smartphone in zijn hand. Ze deed haar tas open en haalde twee schoenen tevoorschijn. De hakken gingen uit en verdwenen in de tas, de pijnlijke voetjes nestelden zich in het platte zaaddodend materiaal. Waarmee het raadsel is opgelost waarom vrouwen van die grote tassen meezeulen. De borrel was gedaan, ze was niet meer geïnteresseerd.

Mijn leven kent een begin - een snelle geboorte tussen een taxideur en de ingang van het ziekenhuis - en een eind - alzheimerend in een verzorgingstehuis met allochtone lesbische verpleegsters. Een allochtoon is iemand van niet-Westerse afkomst, een lesbische verpleegster is iemand die graag een andere verpleegster in bad doet. Aangezien ik geen verpleegster ben, mag ik niet in bad. Eén keer per week doen ze het raam open, zodat de kamer kan luchten. De overige dagen bloesemt mijn urinegeur.

Nee, dit was het ook niet. Ik liep naar de waterkant en nam opnieuw afscheid van de oude bekende. Het leek er in zoverre op dat het een vertrouwd gevoel opriep, maar de mens moet waken voor sentimenten. Het verleden doet zich mooier voor dan dat het in werkelijkheid is.