Op zaterdag heb ik overgewerkt, ik was om negen uur ’s morgens binnen. Niet omdat het nodig was, wel om de discussie over teamgeest aan het eind van het jaar voor te zijn. Overwerk is handelswaar, je weet wat je koopt.
De computer op mijn werk heeft een geluidskaart, bij een overwerkactie hoort muziek en de zaterdag vulde zich met het geluid van mijn playlist bij youtube. Om tien uur werd er appelgebak geleverd. Ik bleek coördinator te zijn, nam de appeltjes en het deeg in ontvangst en liep als koffiejuffrouw over de afdelingen. Vijf keer kwam er dezelfde intelligente vraag: "Zijn er geen saucijzenbroodjes?" Even kijken hoor. Er staat hier appelgebak en hier staat ook appelgebak, alleen dan met slagroom. "Ja, dat zie ik ook wel." Waarom vraag je het dan als je het zelf ziet?
Door het bezorgen van de gebakjes over de gehele afdeling zie ik iedereen die is komen werken. Nog beter is dat iedereen mij ziet. Ik zie hun gezichten betrekken als ze me zien lopen met de wagen met gebakjes. Om onverklaarbare reden denken ze dat ik het vriendje van de manager ben. Ik laat het maar zo, geen blind paard in zijn gegeven bek schijten. Ik was er dicht bij maar zij zitten er verder van af. Bij de laatste vergadering over de nieuwsbrieven kwam ze naast me zitten, ik joeg in een moordend tempo de agendapunten er doorheen en beantwoordde alle vragen en opmerkingen met - één - tegenzin. "Je bent visueel ingesteld," zei ze. Met haar hand raakte ze mijn elleboog, een beetje aankomen kan geen kwaad. Hoe zou ze neuken, dacht ik.
Op de afdelingen is geen teamleider te bekennen, ik neem de verantwoordelijkheid die bij mijn rang hoort. Ze nemen van mij ook meer aan dan van hun teamleiders. Teamleiders bezitten geen kennis, teamleiders zijn afgericht en klaargestoomd om de bedrijfskapstok op te vullen, een zichzelf in stand houdend middenkader met mooie verhalen over het terugdringen van het ziekteverzuim, het verhogen van de medewerkertevredenheid (bestel dan ook saucijzenbroodjes!) en het vergroten van de ontplooiingsmogelijkheden. Het uitdragen van de voorbeeldfunctie zijn ze deze zaterdag even vergeten, eigen ontplooiing eerst. Laat jezelf zien ook al doe je niets, noem het een visuele instelling.
Om half twaalf werd de lunch bezorgd. Ik was nog steeds coördinator en nam de broodjes en melk in ontvangst. Overwerken op zaterdag is voornamelijk eten, om twaalf uur gaan de meeste werknemers alweer naar huis. Ik verdeelde het brood, de vissen en de wijn en nam van haar lichaam. Ik ken haar van de avondploeg die ik vorig jaar begeleidde, ze studeert nog steeds en heeft op deze manier een goed te combineren bijbaantje. Ze heeft een voor het kantoorleven ongebruikelijk stralend gezicht, als ze je aankijkt straalt de levenslust je tegemoet. Hoe keek ik uit mijn ogen toen ik tweeëntwintig was?
Een collega van mijn team heeft een Thaise vrouw, hij kent mijn Aziatische fetisj. Tijdens de lunch liet ik hem clips van Shiina Ringo zien. Om één uur gingen de collega’s van mijn team naar huis, ik zette youtube uit en toen ben ik gaan werken.
Om vier uur vond ik het goed geweest, daarnaast moest de 160% direct worden uitgegeven. ’s Morgens op de fiets had ik besloten waaraan, stel jezelf een beloning in het vooruitzicht. Niet dat het nodig is, wel om de discussie voor te zijn. Na het behalen van het eerste examen deed ik hetzelfde, ik had goed geleerd. Vier maanden later blijkt toch de maat te groot, of ik ben alweer aan het afvallen, dat kan ook. Leer groeit mee en moet strak zitten, ik zou precies dezelfde kopen maar dan één maat kleiner. Je weet niet wat de toekomst brengt en het bederft niet.
Ik fietste naar de dump en fietste niet veel later met de niet besteedde 160% naar huis. Ze werden niet meer verkocht. Thuis at ik de overgebleven appelgebak op. Een beetje aankomen kan geen kwaad.