30 September 2009
27 September 2009
OP

Afscheidsoptreden van de Osdorp Posse in de Melkweg.
Vijftien jaar geleden waren het vaste klanten in het café waar ik toen werkte. Def P gaf de cd-single van "Geen slaap tot Osdorp". Ik gaf Def P een T-shirt van het café.
Poolen, blowen en Belgische biertjes. Ik pool niet en ik blow niet. Ik barman. De geluidsman ging er met een vriendin van mij vandoor. Ik kwam hem laatst tegen in de fabriek. Hij doet het geluid bij onze bedrijfspresentaties. De wereld is klein.
Ik stond op de gastenlijst. Via vaste klanten van het café waar ik drie jaar geleden werkte. Ik was te gast. De wereld wordt kleiner.
18 September 2009
03 September 2009
Vrimibo
'Hoe
gaat het?' vraagt de gepensioneerde.
'Ik word kaal,' zeg ik.
Dat zeg ik tegenwoordig tegen iedereen die aan me vraagt hoe
het gaat.
'Morgen wordt het nog erger. Eerst dertig graden maar
daarna onweer. Nou, ik moet het nog maar zien met dat onweer. Ze
zitten er altijd naast met hun voorspellingen.'
De gepensioneerde is niet echt
geïnteresseerd in mijn antwoord. Mensen stellen vragen, verwachten
een bepaald antwoord en borduren daar op voort - ongeacht het gegeven
antwoord.
'Na zonneschijn komt maneschijn,' zeg ik, 'als je
tenminste sluitingstijd haalt.'
Je moet een gegeven antwoord
niet in zijn bek kijken. Ik kijk over zijn schouder en zie Sylvia.
Sylvia was mee naar de Hoornse kermis.
'Hoe is het op de
afdeling?' vraagt de gepensioneerde.
Een gesprek verloopt
gemakkelijk als je iets gemeenschappelijk hebt. Mijn werkgever is wat
we gemeenschappelijk hebben.
's Morgens, na een
vergadering op de vierde verdieping, kwam ik Janine tegen. Janine
werkt op de vierde, ik werk op de derde.
'Dag,' zei Janine. Die
ochtend droomde ik over Mex. Dat is lang geleden, dacht ik bij het
wakker worden.
'Dag Janine,' zei ik.
'Dat is lang geleden,'
zei Janine. Janine straalde. De rest van de dag was ik bezig met het
verbergen van mijn erectie. Dat is inderdaad lang geleden.
Sylvia
werkt ook op de vierde en is 23 jaar oud. Dat zou je niet zeggen. Ik
ken dertigers die minder volwassen zijn - die minder van de wereld
begrijpen. Niet dat Sylvia de wereld begrijpt, maar ze doet ten
minste niet alsof. Ik ken ook dertigers die helemaal niets begrijpen.
Ze leven maar door omdat dat de makkelijkste manier is. Ze gaan naar
school, komen van school en zoeken een baan, ze krijgen een leaseauto
en een laptop, ze nemen een vriend en laten zich dumpen, nemen dan
maar een kat en zetten foto's van het beest op het internet en ze
verharen samen nog lang en gelukkig.
's Middags was er een
presentatie over de komende reorganisatie. En de vorige reorganisatie
is nog niet eens afgerond. Welkom in het bedrijfsleven met
functioneel promotiebeleid. Ik ging, zonder dat ze het merkte, naast
Jenny zitten en legde mijn hoofd op haar schouder.
'Hie!' deed
Jenny.
Hie is waarschijnlijk het Chinese woord voor hoi. Jenny
is de vijfde Chinees die ik ken met smetvrees. Verder heeft ze RSI,
slechte ogen, een koophuis en een samenwonende partner. Vorige week
hebben we samen geluncht.
'Erwin, vind je mij naïef?' vroeg
Jenny toen.
'Als ik je vraag om jezelf uit te kleden, doe je dat
dan?' zei ik.
'Háá!' deed Jenny.
Haa is waarschijnlijk
het Chinese woord voor nee. Jenny is de vijfde Chinees die ken met
een Chinese vriend.
'Zal ik een Chinese importeren?' vroeg ik
tussen de soep door.
'Dat is beter dan in een hotel afspreken,'
vond Jenny.
Jenny had waarschijnlijk een slechte herinnering
aan een hotel. Aan alles komt een eind, ook aan slechte
herinneringen. Jenny vroeg of ik ging verder studeren.
'Ik heb
mezelf al ingeschreven,' zei Jenny.
Ik denk niet dat Jenny een
reorganisatie in haar baarmoeder krijgt.
Mensen
pretenderen de wereld te begrijpen, een houding om hun kat en hun
domheid te verbergen. Sylvia verbergt niets, we praten over haar
afgetekende heupen.
'Hoe vaak was je hem?' vraag ik aan Sylvia.
Als je op dat moment in het gesprek was gevallen, dan zou je dat een
onbehoorlijke vraag kunnen vinden.
'Eén keer per week? Eén
keer per maand?'
'Elke veertien dagen,' zegt Sylvia.
'Goede
kwaliteit,' zeg ik. Met mijn handen keur ik de strak om het
achterwerk gespannen spijkerstof.
'Tachtig euro,' zegt Sylvia.
Ze slaat mijn handen weg en schuift een meter op. Als je het gesprek
niet had gevolgd, dan zou je dat een onbehoorlijk antwoord kunnen
vinden. Geld is kwaliteit, dat is geen vreemde gedachte voor een
23jarige. Als het maar duur is, dan is het goed. Toen ik 23 was, zat
ik in het leger. Daar waren de broeken pas van goede kwaliteit.
Inkomen bepaalt nog steeds de positie op de maatschappelijke ladder,
het prijskaartje bepaalt de kwaliteit. Aan het eind van de avond
krijg ik steevast de rekening gepresenteerd, dan kan ik zien hoe goed
de avond is geweest.
Na de lunch kwam ik in de kantoortuin
Anita tegen.
'Hé! Rook je weer?' vroeg Anita.
'Nee, mijn
longen staan in de fik,' zei ik. Op een stomme vraag krijg je een
stom antwoord.
'Vanavond gaan we met het teamuitje naar een
workshop cocktails maken.' Iedereen vertelt zijn eigen verhaal,
ongeacht de vraag. Zelfs al stel je geen vraag.
'Is een cursus
make-up niet meer iets voor jouw team?' vroeg ik.
'Ik heb geen
make-up nodig,' zei Anita resoluut.
'Dat denk jij. Wacht maar
totdat je begint te verharen.'
'Hoe is het met de liefde?' vroeg
Anita.
Er is veel eenzaamheid onder de dertigers. Ik zal
geen namen noemen. Mensen noemen namen in de hoop daarmee
geassocieerd te worden, het noemen van namen is een teken van
onzekerheid en gebrek aan eigen identiteit. Sylvia is niet eenzaam,
alhoewel haar aanwezigheid hier, op vrijdagavond, anders doet
vermoeden. Haar gespannen achterwerk wordt opgemerkt en een collega
met een kalend hoofd en een dikke buik komt bij ons staan. Hij heeft
zijn jas nog aan.
'Wat ben je laat,' zegt Sylvia.
'Ik
heb net examen gedaan,' zegt de jas. 'Een proefexamen eigenlijk. Het
waren tien vragen, maar best wel pittige vragen.'
Uit zijn
broekzak haalt hij een hypermoderne telefoon tevoorschijn. Een
telefoon in je broekzak vind ik ranzig.
'Even mijn examen
twitteren.'
'Twitteren?' zegt Sylvia.
Ze draagt pumps
onder haar spijkerbroek, de onderkant van de broek hangt halverwege
de hak. Dat is een modetruc uit Azië, je benen lijken daardoor
langer.
'Twitteren is online netwerken voor contactgestoorden,'
zeg ik.
Op Twitter heb je volgers. Beter gezegd: Op Twitter heb
je volgers en achtervolgers. Het verschil tussen volgers en
achtervolgers is hetzelfde als het verschil tussen verveling en
obsessie.
'Zo, klaar,' zegt hij even later.
Hij wordt niet
gevolgd, hij wordt getolereerd. Ik heb hem niet eerder kunnen
betrappen op ook maar één zinnige opmerking. Kaalheid en
zwaarlijvigheid zijn natuurlijke kenmerken, hij heeft er aanleg
voor.
'Hoe is het met je kat?' vraag ik. Sylvia loopt weg.
Ik
heb er geen aanleg voor, ik doe het uit protest. Een
gemeenschappelijke werkgever is niet genoeg. Werk is geen
gemeenschappelijk belang, een gemeenschappelijke werkgever is
individueel belang, het individuele belang van de maandelijkse
salarisstrook. En van de vrijdagmiddagborrel. Het is zoals het is. Te
lang heb ik geleefd in zoals het zou kunnen zijn.