26 January 2011

Ingebeelde liefde

Ik denk niet aan je.
Ik denk niet aan waar je bent.
Ik denk niet aan wat je doet.
En al helemaal niet met wie.

12 January 2011

Leve de doden (3)

Om kwart over twaalf kwam de eerste sirene langs. Om half één de tweede en om kwart voor twee de derde. Vanaf de parkeerplaats achter mijn huis kwam een harde knal. Ik hoorde geen gegil of gehuil, wat me teleurstelde. 2011 was begonnen.

Om twaalf uur was ik aan het internetten. Om één uur sloot ik de laptop aan op de televisie en keek ik een gedownloade film. Aan het begin van de film zat ik in de hoek van de bank. Na een kwartier zat ik in het midden van de bank en halverwege de film ging ik op de bank liggen.

Op tafel stond verse koffie, op de enveloppen met kerstkaarten lagen koude appelflappen. Ik kan de hele dag koffie drinken. De hele dag koffie drinken is niet gezond maar het is minder ongezond dan de hele dag alcohol drinken. Op eerste kerstdag dronk ik bijvoorbeeld een halve fles whisky. Ik was meteen genezen van de slapeloosheid die me sinds begin december uit mijn slaap houdt.

Op eerste kerstdag zit je bij je familie. Dat hoort zo, ongeacht of je gelooft of niet. Mijn familie bestond uit een Brit, twee Koreanen en een Turkse. Het is frappant dat achter een plattelandsjongen als ik zo’n mondiale bloedband schuilt. Familie heb je niet voor het kiezen, die heb je en daar moet je het maar mee doen. Na het eten speelden we het spel Risk, over mondiaal gesproken. Ik had er geen zin an maar omdat er niets te neuken viel stemde ik toe. Je weet maar nooit wie je tegenkomt op het slagveld. Ik had beginnersgeluk en won het eerste spelletje. Toen begon ik aan de whisky. Oorlog is troostmeisjes en drank.

In eerste instantie weet ik de slapeloosheid aan mijn mentale gesteldheid, later aan het juist ontbreken daarvan. Na de kerstdagen trok ik een matras van het bed en legde deze in de woonkamer op de grond. Ik kon weer slapen. Alcohol forceert doorbraken.

De film die ik nieuwjaarsnacht keek had ik gedownload omdat hij voorkwam in de jaarlijst van een gerenommeerde journalist. Lijstjes vatten het jaar samen, wat er in het lijstje staat is representatief en goed. Journalisten wijzen ons de weg. De film had de Nederlandse bioscopen niet gehaald. Ik vermoed dat de journalist door het plaatsen van de film in zijn lijst een statement wilde maken. Ik noem geen namen, om ook een statement te maken.

De film was redelijk krankzinnig. In het begin was de film nog wel te volgen maar later viel er geen touw aan vast te knopen. Ik denk dat de regisseur zelf tijdens de montage ook de weg is kwijtgeraakt. Waarom het publiek behagen? Als je zelf maar lol hebt.

Lijstjes maak je aan het eind van het oude jaar. Of aan het begin van het nieuwe jaar, dat kan ook. Omdat je aan het eind van het jaar te druk was om een lijstje te maken, of als je wilt wachten op de lijstjes van andere mensen voordat je jouw eigen lijstje bekend maakt. Omdat je eerst de mening van anderen wilt weten voordat je jouw eigen mening bekend maakt. Een eigen mening die geen mening is.

Om half drie was de film afgelopen. Ik pakte de stapel kerstkaarten onder de appelflappen vandaan en deed het kerstkaartenspelletje. Ik bekijk het handschrift op de envelop en raad wie mij een gelukkig nieuwjaar toewenst. Het is een vrij eenvoudig spel, ware het niet dat steeds meer afzenders gebruik maken van stickervellen. Leg een stickervel op de printer, selecteer het volledig adressenbestand en kies print. Klaarblijkelijk bevind ik mezelf in één adressenbestand. Van beide andere kerstkaarten had ik de handschriften fout. Een slechte oogst derhalve. Oorlog voeren, daar ben ik wel beter in geworden.

Het was drie uur. De sirene's zwegen. Twee vuurwerkdoden en dertien gewonden, las ik later op het internet. Alles wordt minder. Job Cohen heeft gelijk, we zijn een stelletje amateurs - de beste uitspraak van het afgelopen jaar. Of was hij van vorig jaar? Tijd om mezelf te positioneren, om mijn eigen lijstje te maken. Wat uit 2010 moet worden bewaard voor het nageslacht? Wie en wat hebben het afgelopen jaar gemaakt tot wat het niet is geworden?

Ik heb gewacht met mijn lijstje omdat er maar één naam op staat. En één naam, dat is geen lijst. Eén naam, dat is alles.

07 January 2011

Leve de doden (2)

Waarom ik niet meer langskom? Om te beginnen word ik al depressief als ik de trein instap. En dat ligt niet aan de trein maar dat ligt aan waar de trein naar toe gaat. Hoe dichterbij ik kom, hoe benauwder ik het krijg. Nee, dat is niet overdreven, ik krijg bijna geen adem. Als ik denk aan dat claustrofobisch gat, dan stik ik.

Ik wil het gezeur niet meer, het gejank, het gezeik, ik ben het allemaal zat.

Ik wil niet weten wat voor weer het is, ik wil niet weten wat er op televisie was. Ik wil niet horen wat er in de krant staat, ik lees zelf een krant. Ik wil niet weten wat de buurvrouw zei, of wat de andere buurvrouw zei, of wat de leuke huismeester zei. De huismeester is toch aardig? O, de huismeester is nu niet meer aardig?

Ik wil niet weten hoe het is met die en hoe het is met die. Ik wil niet horen wat er mankeert aan die en wat er mankeert aan die. Aan iedereen mankeert iets, behalve aan jullie. Kijk verdomme naar jezelf. En hou op met alles twee keer te vertellen, ik ben niet doof. En hou op met alles twee keer te vertellen, ik ben niet doof.

Ik wil niet weten wat die tante zei. Ik wil niet weten welke nicht gescheiden is, welke neef hertrouwd is, welke oom er dood is. Ja, ik ben in één nichtje geïnteresseerd, maar die houdt dan weer niet van rokers. Ja, ik rook weer. Als een ketter. Ik heb wat in te halen.

Ik wil de verhalen niet meer. Ik wil het drama niet meer. De ene aandoening nog erger dan de andere. Ik wil niet weten wat de huisarts zei, ik wil niet weten wat zijn assistente zei. Ik wil niet weten wat ze in het ziekenhuis zeiden. Ik wil niet weten wat de man die jullie naar het ziekenhuis bracht, zei. O, hij zei juist niets?

En mijn oude vrienden dan? Waarom beginnen jullie daar over? Wat er is met mijn oude vrienden? Ik heb geen idee wat er met ze is. Ik heb er niets meer mee. Ik heb ze niets meer te vertellen zoals ik jullie niets meer heb te vertellen en zij hebben mij niets meer te vertellen zoals jullie mij niets meer te vertellen hebben. Ik ben niet meer geïnteresseerd in hun levens, hun koophuizen, hun tuinen, hun auto’s, hun kinderen.

Jullie hebben contact met mijn vrienden? Wat leuk voor jullie. Wel zo handig, jullie wonen tenslotte allemaal in hetzelfde gat. Ik ben niet geïnteresseerd in het wekelijks hoogtepunt van het verenigingsleven. Een vereniging is leuk voor de mensen die lid zijn van de vereniging, daarom zitten ze ook bij de vereniging. Een vereniging is niet leuk voor mensen die geen lid zijn van de vereniging, want dat is precies de reden dat ze geen lid zijn geworden van de vereniging.

Ik werd de afgelopen jaren nog wel uitgenodigd voor hun verjaardagen, voor de zomerbarbecue, maar als je maar lang genoeg je gezicht niet laat zien dan houdt ook dat vanzelf op.

Vroeger nam ik altijd een slaapzak mee en duurden de barbecues tot de volgende ochtend. De kinderen werden alweer wakker terwijl wij nog buiten zaten. En opeens was dat over. Opeens zat ik in de laatste trein naar Amsterdam. En het jaar daarna zat ik vier treinen daarvoor. En het jaar daarna bleef ik thuis.

Er is geen vriendschap meer. Er is alleen maar verveling. Mateloze verveling. En mezelf vervelen, dat doe ik wel als ik alleen ben.

Beleefdheidsbezoekjes en beleefdheidstelefoontjes. Ik wil het niet meer. Ik kan het niet meer. Het zijn geen telefoontjes en bezoekjes uit interesse, nee, het is een verplichting. Bellen en bezoeken omdat dat zo hoort. Omdat iedereen dat doet. Omdat we zo zijn opgevoed. En ik denk dat jullie dáár een fout hebben gemaakt. Je belt en je bezoekt. Maar waarom? Waarom doen omdat het moet? Waar is de gezelligheid? Waar is de warmte? Waar is de liefde? Was dit ooit thuis?

Contact is een gevoelloze, routineuze handeling waarvan ik hoop dat het zo snel mogelijk voorbij is.

Ik wil jullie eenzaamheid niet zien. Ik wil jullie aftakeling niet zien. Ik weet wat mijn voorland is, dat is namelijk precies hetzelfde. Mijn hersens zullen afsterven, mijn botten zullen ontkalken, mijn lichaam zal kromtrekken. Maar dat betekent niet dat ik daar nú al mee geconfronteerd wens te worden. Ook ik zal aftakelen, eenzaam, zonder geliefde, zonder getuige. Maar ik val er niemand mee lastig. Ik heb de berg en de kloof al uitgezocht, niemand zal me vinden. Ik val, and that’s all.

Wij zijn geen familie meer. Er is alleen maar irritatie. Grenzeloze irritatie.

Ik heb een tip voor jullie. Doe alsof ik dood ben. Het werkt. Echt.

Ik spreek uit ervaring.