23 September 2007

Against the grain

In Amstelveen is het weer een dolle boel. Er zijn er al zes binnen, ik ben de zevende. Twee achter de bar, twee achter het mengpaneel en twee bij de tafel met T-shirts en cd’s. Het meisje achter de bar heeft een haakneus en een bos Surinaamse krullen. Ik zet haar aan het werk en bestel de eerste in een lange rij. Het is tenslotte zaterdagavond, laat ik maar weer eens dronken worden.

Om half negen begint er een voorprogramma. Er zijn wat meer mensen in de zaal gekomen, het publiek halveert echter wanneer vier van hen op het podium gaan staan. De haakneus gooit mijn tweede bijdrage muntjes in een bak, vooralsnog ben ik 100% van de omzet. Zorg voor iets opvallends, dan word je onthouden. Ze draagt een roze plastic armband, meeloophype van een paar jaar geleden. Een witte armband is tegen armoede, een gele is tegen kanker, oranje is tegen intolerantie. Roze zal dan wel tegen homo’s zijn. Ik heb niets tegen homo’s, wel tegen meelopers. Misschien ben ik daarom alleen. Het voorprogramma krijgt een zesje voor de moeite, de haakneus applaudisseert. Ik klap ook, ik vind het een mooie bos krullen en mijn glas is leeg.

Er komt nog een voorprogramma, laten we het een tussenprogramma noemen. Ze zijn met twee man, alleen gitaar en drum, het achtergrondlawaai met postmodern sloganisme staat op tape. Het geheel is een bak stevige herrie, dat is lekker. Ik bestel maar weer eens, ze worden lekkerder. De haakneus laat haar Surinaamse krullen springen, dat is het lekkerst. Twee brillenmansen voor me kijken hoofdschuddend naar het podium. Achter de bar hangen drie computerschermen, willitblend.com verschijnt in beeld. Ik ken ze al.

Ik blijf aan de bar hangen, bij de spoelbak, er is alleen niets om te spoelen. Er staat nu ongeveer veertig man in de zaal, ik voel een plaatsvervangende schaamte. Niet zozeer voor de opvullende bandjes, wel voor de hoofdact waarvoor ik hier ben gekomen. Naast de haakneus is een jongen achter de bar komen staan. Hij geeft zijn vriendinnetje een biertje. Dat is een lek. Ik draai me om, achter me staat de tafel met de T-shirts en cd’s. Dat is handel. Naast de tafel staat een mannetje in een wit shirt en een baseballcap op zijn hoofd. Dat is Chris Spencer.

Laat ik eens vrienden gaan maken voordat de Surinaamse krullen echt zenuwachtig van me worden. Chris Spencer is de zanger/gitarist van Unsane. Ik geef hem een hand en bedank hem voor Visqueen. Hij vertelt over de tour, de bassist die het land niet uit mocht en op de tour wordt vervangen door de bassist van Cop Shoot Cop. Hij vertelt hoe de draak van negen minuten, het laatste nummer van Visqueen, is opgenomen, hij pakt de cd’s van de tafel en vertelt waar de hoesfoto’s zijn gemaakt. De badkamer van Blood Run: zijn eigen badkamer. Het veld met lijk van Visqueen: tuin van zijn broer. Wie het lijk is vertelt hij dan weer niet. Ik vraag of hij iets wil drinken. "No man, I’m gonna buy yóú a beer." Hij loopt naar de bar, de haakneus loopt naar hem toe. Even later geeft hij me het biertje, uit zijn broekzak komt een hand muntjes, die geeft hij erbij. Kun je cd’s ook met muntjes betalen? Ik vraag hem of een slecht gevulde zaal wel motiveert tot optreden, een band kan een zaal opzepen maar omgekeerd zweept een goed gevulde zaal die uit zijn dak gaat de band juist weer op. Geen probleem, volgens hem. Hij vertelt over zijn band met de drummer, ze houden elkaar scherp, stuwen elkaar omhoog bij optredens. Hij vindt het jammer dat er weinig publiek is maar hij belooft me alles te zullen geven. Dat is mooi, waar zijn de groupies?

Spencer verdwijnt en de brillenmansen komen naar me toe. "Jij kreeg gewoon een biertje van Chris Spencer!?" Is dat zo raar? Wanneer iemand bier drinkt is het doodnormaal dat je hem een biertje geeft. Het zou pas raar zijn als hij mij een rode wijn had gegeven. Of een kopstoot. Daar is hij trouwens te klein voor. En ik te groot. Ik blijf bij de brillenmansen hangen, de Surinaamse krullen lopen niet weg. De brillenmansen blijken echte fans. Ze hebben alle platen van Unsane, ze gaan zo mogelijk naar elk optreden en ze hebben, speciaal voor dit optreden, een hotelletje geboekt . Voor een gesprek met hun held hadden ze zeker geen geld meer over. Ik neem ze mee naar de tafel met T-shirts en cd’s en laat me adviseren welke cd ik moet kopen. Het T-shirt had ik zelf bij binnenkomst al gekozen. De handel wordt apart gelegd, na het optreden haal ik het wel op. Na een optreden pas besluiten wat te kopen is hetzelfde als boodschappen doen als je honger hebt. Je koopt teveel.

Het derde voorprogramma begint en dat hadden ze beter niet kunnen doen. Gelukkig is dit Amstelveen, een beschaafd rijkeluisdorp onder Amsterdam, in de stad zelf waren ze niet levend naar buiten gekomen. De bos Surinaamse krullen is erbij gaan zitten, ze gaapt. De computerschermen tonen beelden van eerdere optredens alhier. De Melkweg krijgt financiële hulp van de gemeente Amsterdam om te kunnen overleven en dit bezoekersloze hol kan gewoon bestaan. Zwarte gaten in gemeentebegrotingen. Ik begin nog maar eens een gesprek met een zanger, nu de zanger van de Prunella Scales die me met een por in mijn maag van zijn aanwezigheid op de hoogte brengt. We zijn even groot, gesprek op niveau dus. "Biertje?"

Als Unsane dan eindelijk begint is er zestig man in de zaal. Spencer vraagt of iedereen naar voren wil komen, hij bijt niet, het gapende gat tegenover hem wel. We schuiven gehoorzaam naar voren, in Amstelveen is nog gezag. Het optreden is gejaagd, goed. Na drie nummers worden de vochtplekken zichtbaar op zijn witte shirt, halverwege de set is hij doorweekt. Voor ons danst een meisje. Zo’n grote dansvloer heeft ze waarschijnlijk nooit eerder gehad. Ze paradeert shoegazend heen en weer, aan de zijkant hangen houten glazenhouders waar ze af en toe een glas uitpakt en een slok drinken uit neemt. Spencer jaagt intussen een zoveelste rochel uit zijn strot. Wanneer ze in de gaten krijgt dat ik sta te kijken verplaatst ze haar werkterrein en ze gaat achter me staan. Ze houdt zeker niet van pottenkijkers. Voor deze meisjes voer ik per heden de zwarte armband in. Singles krijgen een rood fluorescerende, dan kan je ze in het donker ook nog zien. Of als je dronken bent.

Na een uur en een toegift is Spencer leeg en het licht gaat aan. Dank u wel meneer Spencer, dat was erg nodig. De zwarte band aait mijn arm, ik loop naar de tafel met T-shirts en cd’s en haal mijn bestelling op, in het voorbijgaan zwaai ik naar de Surinaamse krullen. Zorg voor iets opvallends, dat wordt je onthouden. En het was nog lang rustig in Amstelveen.

22 September 2007

Niagara (11)

Hallo. Ik dacht, ik mail je even. Hoe is het op je nieuwe werkplek? Ben je al eenzaam zonder je teamgenootjes? Gelukkig hebben we de mail, dan krijg je toch even je noodzakelijke bevestiging. Heeft Tennis al gemaild? Zit hij nu thuis? En heeft Party al gemaild? Je vond hem leuk hè, vrijdag. Ik liep net nog even bij je langs, op je nieuwe afdeling. Er staat daar een kleurenprinter en daar rolde mijn nieuwsbrief uit. Je zat met je rug naar het gangpad, je kon me niet zien. Je was in gesprek dus ik ben doorgelopen. Je droeg je roze shirt en je ruitjespantalon en je zwarte sportschoenen. Ik heb je nog nooit sinds je bij ons zit op andere schoenen zien lopen. Heb je moeilijke voeten? Ik zag dat, dat je hem leuk vond. Leuker dan mij, dat zag ik ook. Ik let niet op wat mensen zeggen, ik let altijd op lichaamstaal. Dat zegt veel meer. Iedereen lult maar wat, zeker op zo’n borrel, daar is geen normaal gesprek mogelijk. Ik heb ook niets zinnigs gezegd. Heb ik je nog afgezeken? Of heb ik gezegd wat ik van je vind? Ik weet het niet meer. Ik dronk weer veel te snel, ik heb wel sluitingstijd gehaald maar hoe weet ik ook niet meer. Ik ben een Engelse drinker geworden, om elf uur moet het licht uit. Jullie dronken allemaal fluitjes, ik dronk halve liters. En Dude dronk ook halve liters, hij was gelukkig ook gekomen. Tegen Tennis zei ik dat mijn vriendin bier was gaan halen. Toen schreeuwde hij het uit. “Waat!? Heb jij een vriendin? En ze is hier?” En toen kwam Dude met twee halve liters aangelopen. Tennis heeft geen gevoel voor humor. Het is een appelsaphomo. Zonder jou is hij niets, weet je dat? Jullie team excelleerde dankzij jouw aanwezigheid, jij trok de handel naar boven. Mij trok je ook mee, ik teerde op jullie productie. Af en toe een vraagje beantwoorden en een beslissing nemen, niet zo moeilijk. En de echt complexe gevallen behandelen, dat dan weer wel. Zo dwing je gezag af. Dat is mijn functie nu eenmaal, daarom ga ik ook weer studeren. Er zijn straks teveel mensen die wel even een vraagje kunnen beantwoorden. Ik ben wel besluitvaardiger dan de anderen maar ze zijn nooit zo blij met mijn besluiten. Uren achtereen kunnen ze zeiken over alle grijstinten die er maar zijn, het gaat er uiteindelijk om of het wit of zwart is. En maar zeiken en maar zeiken, ik word er doodzeik van. En na al dat gelul weten ze het nog niet want dan zijn ze zijn de vraag vergeten door al dat oeverloze gezeur. Beter een verkeerd besluit dan geen besluit. Dat is eigenlijk hetzelfde als bij twijfel altijd doen. Auw, die leg ik je nog wel een keer uit. Een andere keer. Of misschien laat ik je het wel lezen, als het over is. Als jij over bent. Dat lijkt me wel een goed plan. Er zal geen zondvloed komen. Beugel gaf me haar visitekaartje. Beugel vind ik ook leuk. Een echte powergirl. Ze is alleen wel erg klef met haar vriendje, die was ook gekomen, weet je dat nog? Of was je te druk met Party bezig? Tussendoor liep ik vaak even naar de bar voor mijn tussengerecht. En om naar Zeventien te kijken. Zeventien had niet zoveel tijd en de vakantierestjes zaten nog tussen haar benen. Ze is mooi, hè? Met het telefoontoestel van Party maakten we foto’s van je borsten. Dat was lachen. Dat vond je niet zo leuk, hè? Je staat niet graag op foto’s. Vorig jaar wilde je ook al niet met mij op de foto maar vorige week vroeg je wel een foto van mij en mijn adres. Mijn adres geef ik niet, dan zit ik hier straks met een pak appelsap opgescheept. Op dinsdag heeft ze straks weer tijd maar ik ga niet meer op dinsdag, dat is jammer. Ik meld dat maar even, je hebt er niets van gezien. We hebben wel afgesproken weer eens te gaan lunchen maar dat wil ik bij deze teniet doen. Ik wil niet meer met je lunchen. Ik wil je eigenlijk niet meer zien. Die laatste blik net, op je rug, in je haar zaten de blauwe speldjes. Wanneer mensen niet actief hun rug toekeren kun je ook zelf de rug opzoeken en dan achterwaarts weglopen. Er zullen nieuwe groepen externen komen, we worden een bedrijf van projecten. Target, budget, deadline, klaar. Laat maar komen. Ik ben goed met targets. Ik ben goed met budgetten. Op het eind van de borrel sprak ik Party nog even. Ik vroeg of hij je leuk vond. Hij vond je niet zo leuk. Dat zei hij. Uit zijn ogen sprak dronkenschap. Ik ben goed met deadlines. Ik ben klaar.

16 September 2007

Danse macabre

Als ze alleen is, dan danst ze.

Hij moet aan haar denken, ze lijkt op haar. Niet zoals de laatste keer maar zoals toen, het moment dat zij in een vlaag van misplaatste openheid haar gezicht liet zien.

Ze leeft aan het strand. Soms komt hij langs, dan zitten ze naast elkaar, in het zand. Ze spreken zelden, ze raken elkaar niet aan. Ze zijn samen. Wanneer hij op staat om weg te gaan, vraagt ze of hij nog even wil blijven. Ze zegt dat ze bang is om alleen te zijn. Dan gaat hij weer zitten.

Hij denkt elke dag aan haar, ze zal het nooit weten. De desktop is terug, een groter gevaar dan de kankercellen die hem omringen. Haar schild beschermt hem tegen de fysiek aanwezigen. Tegen het beeld dat zijn ogen binnendringt en zijn hoofd infiltreert, is geen middel bestand.

Niemand weet dat ze danst, alleen hij. Hij ziet haar dansen wanneer hij het strand op loopt. Ze ziet hem niet staan. Ze springt, ze landt. Ze danst met geopende ogen in een afgesloten wereld. Ze stijgt, ze daalt, stofwolken van zand volgen haar voeten waar ze de grond aanraakt. Ze vliegt, op de achtergrond slaan de golven kapot. Ze stort neer en haar ogen sluiten, ze danst verder, in een andere wereld.

Ze denken hetzelfde, het maakt de praktijk niet anders. Gedeelde irritatie is geen halve irritatie. De irritatie blijft, het wordt hooguit draaglijker. Blind blijft blind, dom blijft dom, kut blijft kut. Mensen praten teveel over wat ze niet kunnen en over wat ze niet hebben, de rijkdom die in de schoot ligt vergetend.

Op dat moment loopt hij naar haar toe, hij tilt haar op en instinctief omhelst ze hem. Armen omsluiten zich uit afhankelijkheid, armen omsluiten zich uit bescherming. Het is het enige moment van fysiek contact. Ze laat niet los tot het moment dat ze haar ogen opent, haar werelden botsen, dan maakt ze zich los uit de omhelzing en ze gaat naast hem zitten. Ze kijken naar het water.

Ze ontbloot haar borst, vanuit haar schoot nadert een tandeloze mond. Gedeeld geluk is niet gelukkig. Armen omsluiten zich uit bekoring.

Wanneer hij iets later weer op staat is er hetzelfde ritueel. Ze vraagt of hij nog even wil blijven omdat ze bang is om alleen te zijn, om alleen te blijven. En dan gaat hij weer zitten, hij blijft bij haar en samen kijken ze naar het water. Soms staat ze op om een aangespoeld iets op te rapen. Dan laat ze hem zien wat ze heeft gevonden, daarna gaat ze weer zitten en kijken ze samen naar het water.

Pijn moet je niet verzachten, zet er iets sterkers tegenover. Liefdesverdriet? Steek een naald onder je nagel. Eendagsvliegen sla je dood, hij heeft gekozen.

Hij heeft het leer verruild voor ijzer, het ijzer waarvoor hij altijd bang is geweest. Hij is niet bang meer, zelfs dat kan de doorstroming niet stoppen. Hij verafgoodt haar, alleen zij geeft en neemt zijn leven. Het is de overwinning van de angst, het wachten totdat zij steekt en het bloeden daarmee voorgoed is gestopt.

Ze maakt haar armen los en hij gaat zitten. De krullen zijn weg, het water golft. Hij spreekt niet, hij kijkt naar het water. Maakbaar is niet het tegenovergestelde van breekbaar. Hij zal niet meer aan haar denken. Hij is samen.

Ze dansen verder, in haar eigen wereld.

12 September 2007

Kanonnenvlees

Ik bel haar op en ik weet niets te zeggen. Ja, gefeliciteerd. Maar daarna?

Tien vingers en tien tenen, de hele riedel. En daarna? Ja, ik las het in de mails. En daarna? Waar zitten jullie nu? En daarna? Alvast bedankt voor de kaart. Maar daarna?

Dat ik natuurlijk langskom? Omdat het makkelijker bereikbaar is en warmer? Chartervlucht, zij kan gaan duiken. Praktisch blijven, ze is gemakkelijk maar niet onkwetsbaar. En daarna?

Dat ik blij ben met de mails? Maar daarna? Waarom voelt een mail van de andere kant van de wereld dichterbij dan jij nu? En daarna?

Twee jaar? Drie jaar? Weet jij het nog? Ik weet het niet meer, alleen nog dát. En dat jij er was. Geen vragen stellen, nooit claimen. Alle wijn, al het bier, alle sigaretten. Alle gesprekken. De gemakzucht. En daarna het bed. En daarna. Konijnenvlees. En daarna.

Je vriendinnen. Je nagels. Ik sliep er ook als je niet thuis was. Eén keer ging je in de fout en het was meteen gebeurd. En daarna?

Dat ik je meer mis dan ik ooit zal durven toegeven? Dat ik eenzamer ben dan ik ooit zal toegeven? En daarna?

Ik spreek je snel weer.