Als ze alleen is, dan danst ze.
Hij moet aan haar denken, ze lijkt op haar. Niet zoals de laatste keer maar zoals toen, het moment dat zij in een vlaag van misplaatste openheid haar gezicht liet zien.
Ze leeft aan het strand. Soms komt hij langs, dan zitten ze naast elkaar, in het zand. Ze spreken zelden, ze raken elkaar niet aan. Ze zijn samen. Wanneer hij op staat om weg te gaan, vraagt ze of hij nog even wil blijven. Ze zegt dat ze bang is om alleen te zijn. Dan gaat hij weer zitten.
Hij denkt elke dag aan haar, ze zal het nooit weten. De desktop is terug, een groter gevaar dan de kankercellen die hem omringen. Haar schild beschermt hem tegen de fysiek aanwezigen. Tegen het beeld dat zijn ogen binnendringt en zijn hoofd infiltreert, is geen middel bestand.
Niemand weet dat ze danst, alleen hij. Hij ziet haar dansen wanneer hij het strand op loopt. Ze ziet hem niet staan. Ze springt, ze landt. Ze danst met geopende ogen in een afgesloten wereld. Ze stijgt, ze daalt, stofwolken van zand volgen haar voeten waar ze de grond aanraakt. Ze vliegt, op de achtergrond slaan de golven kapot. Ze stort neer en haar ogen sluiten, ze danst verder, in een andere wereld.
Ze denken hetzelfde, het maakt de praktijk niet anders. Gedeelde irritatie is geen halve irritatie. De irritatie blijft, het wordt hooguit draaglijker. Blind blijft blind, dom blijft dom, kut blijft kut. Mensen praten teveel over wat ze niet kunnen en over wat ze niet hebben, de rijkdom die in de schoot ligt vergetend.
Op dat moment loopt hij naar haar toe, hij tilt haar op en instinctief omhelst ze hem. Armen omsluiten zich uit afhankelijkheid, armen omsluiten zich uit bescherming. Het is het enige moment van fysiek contact. Ze laat niet los tot het moment dat ze haar ogen opent, haar werelden botsen, dan maakt ze zich los uit de omhelzing en ze gaat naast hem zitten. Ze kijken naar het water.
Ze ontbloot haar borst, vanuit haar schoot nadert een tandeloze mond. Gedeeld geluk is niet gelukkig. Armen omsluiten zich uit bekoring.
Wanneer hij iets later weer op staat is er hetzelfde ritueel. Ze vraagt of hij nog even wil blijven omdat ze bang is om alleen te zijn, om alleen te blijven. En dan gaat hij weer zitten, hij blijft bij haar en samen kijken ze naar het water. Soms staat ze op om een aangespoeld iets op te rapen. Dan laat ze hem zien wat ze heeft gevonden, daarna gaat ze weer zitten en kijken ze samen naar het water.
Pijn moet je niet verzachten, zet er iets sterkers tegenover. Liefdesverdriet? Steek een naald onder je nagel. Eendagsvliegen sla je dood, hij heeft gekozen.
Hij heeft het leer verruild voor ijzer, het ijzer waarvoor hij altijd bang is geweest. Hij is niet bang meer, zelfs dat kan de doorstroming niet stoppen. Hij verafgoodt haar, alleen zij geeft en neemt zijn leven. Het is de overwinning van de angst, het wachten totdat zij steekt en het bloeden daarmee voorgoed is gestopt.
Ze maakt haar armen los en hij gaat zitten. De krullen zijn weg, het water golft. Hij spreekt niet, hij kijkt naar het water. Maakbaar is niet het tegenovergestelde van breekbaar. Hij zal niet meer aan haar denken. Hij is samen.
Ze dansen verder, in haar eigen wereld.