25 June 2011

Tien vrolijke verhalen (3)

Twee keer eerder heb ik een maand niets gelogd. Waarschijnlijk was ik verdwaald op het web en kon ik mijn eigen log niet meer vinden, of was ik verwaald in mijn huis en kon ik de computer niet meer vinden, of noopte een computercrash mij tot buitenechtelijke activiteiten en probeerde ik daar het leven te vinden.

Het was eenentwintig maart. Om half één stond ik achter Bernadette én Kim tegelijk bij de ingang van het restaurant. De Koreaanse verloor op makeup. Later op de afdeling zag ik een bekende kont: Na twee maanden niet-werkgerelateerde stage was Fatima weer terug. Libido is afhankelijk van degene die voor je staat.

Bij de Chinees zat een Barbara. Het gezicht van een Barbara herken je aan de oogopslag en aan de vorm van de lippen met de naar beneden gerichte mondhoeken. Ze droeg een rood overhemd, een gebleekte spijkerbroek en glimmende zwarte sneakers. De kleur van het overhemd vloekte bij het laatste restje leven in haar toch al niet zonnig gezicht.

Op de markt kwam ik een oud-collega tegen. Altijd als ik een vrije dag op neem loop ik een rondje over de markt. Toen ik haar leerde kennen vond ik haar wel aardig maar toen we moesten samenwerken niet meer.
"Jee, wat ben jij oud geworden zeg!" zei de oud-collega.
We vinden mensen niet aardig omdat ze ons de waarheid vertellen.

Bij de maandelijkse lunchafspraak met Kamerplant schoven twee collega’s aan.
"Je wilt niet alleen met me gezien worden," zei ik.
"Ha ha ha," deed Kamerplant.
De twee collega’s voerden het woord, ik zei niets. Buiten stond de Marokkaanse met de met dikke zwarte lijnen omrande ogen te roken. Ik beweer niet dat ik liever buiten was gaan staan, want ook daar zou ik niet spreken.

In de mailbox lag een uitnodiging voor een feest. Ik wees de uitnodiging af. Er waren examens, en studeren en feesten gaan niet samen – wel als je twintig jaar oud bent, niet als je boven de veertig zit. Boven de veertig moet je sowieso niet feesten, boven de veertig moet je beschouwen. Nadere beschouwing van de examens leerde dat ik beter had kunnen gaan feesten.

In Noord was het ook al geen feest dus we spraken af. Het is belangrijk dat je iets gemeenschappelijks hebt.

Ik pakte een boek uit de kast. Eerder hadden we over het boek gesproken.
"Mag ik die van je lenen?"
Doordeweekse avonden zullen op latere leeftijd alleen doordeweekse avonden zijn.
Dat is de beste zin uit het boek.

Op facebook vond ik foto's van Kim, opmerkelijk genoeg via mijn eigen Kim. Mijn relatie met Kim kenmerkt zich door een krankzinnige rode draad van toevalligheden. Dat ik haar mijn erfgenaam maak hoort daar niet bij, evenals het gebrek aan toekomstperspectief. Als je over de dood nadenkt denk je niet meer aan de toekomst.

We liepen naar de buurtturk voor bier, worst en sigaretten.
"Wil je nooit meer zulke mails sturen?"
"Het was vier uur ’s nachts."
In Norwegian Wood zegt Naoko het tegenovergestelde van wat ze eigenlijk wil te zeggen. Het lukt haar niet de juiste woorden te vinden.