30 March 2011

We hebben een beller!



Toch ook weer het einde van een tijdperk, zo'n eerste mobiele telefoonnummer. Iedereen gaat dood.

De provider was te lang niet voorzien van eten en als je niet eet dan ga je dood. Gelukkig heeft mijn werkgever een konijnenhok.

"Dus jullie trekken zonder pardon de stekker eruit?" was mijn overbodige vraag. Over voeding gesproken.

Hi? Bye!

Het telefoonnummer kan verwijderd. Als dat al niet was gedaan.

21 March 2011

Spring snow

Omdat ik al geruime tijd niet was aangeraakt ging ik met een vage klacht naar de dokter. Zo was ik verzekerd van aandacht.

Dokter is nieuw. Dokter heeft sproeten en lichtblauwe ogen. De lichtblauwe ogen keken me vol verwachting aan. Het was tien over acht ’s morgens, ik was de eerste patiënt.

"Er zit geen gevoel meer in," begon ik mijn verhaal en ik strekte mijn handen uit op tafel. Bij de dokter moet je een open houding aannemen.
"Of eigenlijk wel gevoel maar geen kracht. Het tintelt."
Als je jezelf niet open stelt gebeurt er niets.

Met mijn rechterhand wees ik de plaats des onheil aan. Dokter volgde de richting die ik aangaf en keek. Toen dacht ze even na.
"Ontkleed het bovenlichaam maar," zei Dokter.
"Trek uit" is geiler maar met klachten over geilheid ga je niet naar de dokter.

Dokter droeg laarzen, dat dan weer wel. Ik heb een stoere nieuwe dokter.

De vorige dokter is met pensioen. In de vierentwintig jaar dat hij mijn huisarts was, ben ik tien keer bij hem geweest. Vier keer om mijn oren te laten uitspuiten, drie keer na een oogontsteking, twee keer tegen mijn hooikoorts en één keer omdat ik gek was geworden.

Ik ging staan en ontkleedde het bovenlichaam. Een walm verse deodorant vulde de spreekkamer. Laarzen klakten op vers laminaat en Dokter stond naast me. Niet alleen Dokter is nieuw, ook het gebouw is nieuw. Samen met de vorige huisarts verdween letterlijk de praktijk.

Dokter pakte mijn linkerarm. Die ging omhoog en omlaag, naar binnen en naar buiten, werd gebogen en uitgerekt. Ik hield mijn buik in – eindelijk fysiek contact. Overgewicht praten we wel een andere keer. Ze kneedde mijn vingers, trok eraan, maakte een vuist.
"Kleed u zich maar weer aan."
Waar kwam dat u opeens vandaan? Zo groot is hij nou ook weer niet.

Dokter ging weer zitten, ik bekleedde het bovenlichaam en ging ook weer zitten. Ik spreidde opnieuw mijn handen op tafel. De handen van Dokter kwamen ernaast.
"Sluit de ogen," zei Dokter.
Ze waren ringloos.

Terugkijkend was de tijd dat ik gek was geworden beter dan de huidige tijd. Dynamischer, leerzamer, spannender. Op het moment zelf realiseer je het niet, je wilt alleen maar uit die gekte vandaan. Later concludeer je dat het allemaal zo beroerd niet was. Ware winnaars bagatelliseren de overwinning. Alles is een wedstrijd maar het is niet leuk om te winnen. Wat is het doel na het behalen van de overwinning? Misplaatste winnaars kloppen zichzelf op de borst. Het zijn de mislukkelingen van de samenleving.

"Zeg maar ja als je iets voelt," zei Dokter.
Geen tijd voor grappen, ik moest zeker weten of mijn zenuwstelsel was aangetast. Soms voelde ik wat, soms voelde ik niets, soms deed Dokter niets. Toen er een tijd niets was gebeurd opende ik mijn ogen. Dokter las in een boek.

Ik heb wel eens gehoord van huisartsen die de klacht googelen terwijl de patiënt tegenover hen zit. Denken ze dat de patiënt dat thuis ook niet heeft gedaan? Maar als de patiënt zelf ook heeft gegoogeld, waarom gaat hij dan naar de huisarts? Om er achter te komen wie het beste kan googelen? Ik heb niet gegoogeld. Mensen maken de fout te zoeken naar een ziekte bij het symptoom, in plaats van naar een symptoom bij de ziekte.

In de spreekkamer staat geen computer. Er staat een grote kast, vol met boeken. Verder is de spreekkamer steriel. Misschien moet ik de volgende keer een plant meenemen. Planten brengen je huis tot leven. Krijg je na een verhuizing niet standaard een overdosis aan planten van het huisverwarmend publiek?

Het gaat niet om het doel, het gaat om de reis – dit psychologisch cliché kennen we ondertussen. En die reis heet het leven. Er zijn genoeg mensen die leven zonder doel, ik voel me daarin niet alleen. Overleven is geen doel maar instinct. Het verschil tussen mens en dier is dat de mens zich dat realiseert.

Toen ik gek was geworden was ik open. Vanaf het moment dat ik was genezen was en bleef ik gesloten. Het is prettig om grenzen te kunnen duiden. Grenzen doen je beseffen wat je plaats is. Gekken en mislukkelingen kennen hun plaats niet.

Dokter bladerde en las. Ik heb een rotsvast vertrouwen in geneeskundigen. Bij artsen, chirurgen en tandartsen heb ik geen last van weerspannige overgave. Op een gegeven moment wees ze een plaatje aan.
"Ik denk dat dit het is."
Het plaatje stond in een oud studieboek, er waren aantekeningen door de tekst geschreven.


Dokter sprak en verklaarde, haar wijsvinger bewoog over het plaatje. Ik kon er mee leven.

01 March 2011

Connotatie

Eén maart is complimentendag. Volgens de wiki is één maart ook automutilatiedag maar daar wil ik het nu niet over hebben. Obesitas is ook automutilatie, om maar een voorbeeld te noemen. Het moet wel noemenswaardig zijn.

In het bedrijfsrestaurant kwam ik Kamerplant tegen. Kamerplant kan en doet niet veel, maar ze is wel handig en door haar fysieke aanwezigheid een sfeerverhogend aspect. Zittend op haar bureau, staand voor de kast of liggend in de vensterbank, ik kan er uren naar kijken. Als je het maar op tijd water geeft dan heb je er jarenlang plezier van.

"Héééé!" deed Kamerplant.
Ze liep er - zoals gewoonlijk - goed gekleed bij. Tijd voor een compliment.
"Deze jurk staat je borsten ontzettend goed," zei ik tegen Kamerplant.

Kamerplant lolde.

Ik leerde Kamerplant kennen bij een of andere interne vaardigheidstraining. In die tijd verzorgde mijn werkgever nogal wat van die trainingen - opleidingsbudget is aftrekbaar van de winst voor belasting. De werkgever had last van mijn onaangepast gedrag, daarom moest ik er naartoe. Kamerplant wist niet zo goed wat voor werk ze wilde doen, daarom moest zij er naartoe. Ze moest op zoek naar haar talent. Ik was niet op zoek naar mijn talent, ik wilde slechts leren het op de juiste manier te gebruiken.

Bij de vaardigheidstraining kregen we pen en papier en moesten we alles opschrijven waar we goed in waren.
"Ik heb niet zoveel opgeschreven," zei Kamerplant toen ze aan de beurt was.
"Je hebt niet zoveel opgeschreven," zei de vaardigheidstrainee.
"Nee," zei Kamerplant.
"Maar kun je iets opnoemen waar je goed in bent?" vroeg de vaardigheidstrainee.
"Ik ben goed in bed," zei Kamerplant toen.

Ik lolde.

Sindsdien mail ik met Kamerplant. Kamerplant is getrouwd met een trucker. Een trucker is altijd blij als hij weer thuis is.

"Kijk uit tegen wie je het zegt," zei Kamerplant toen ze eindelijk was uitgelold, "je hebt zo een dreun te pakken."
Of een ontslagbrief, dacht ik er achteraan. Er lopen hier nogal wat tere zieltjes rond. Eén seksueel getinte opmerking of mail en via de manager, personeelszaken en de beveiliging mag je oneervol door de achterdeur naar buiten. Vooral laten lopen dus.

"Alles goed?" vroeg ik terwijl we naar de uitgang liepen.
Nog meer natuurlijk verloop. De kamerplant moet weg van de afdeling, terug naar de woning.
"Over een maand hoor ik het officieel met papieren enzo maar ze hebben het gisteren al verteld."
Reorganisatorisch begrijpelijk, er is op de werkvloer veel verborgen werkloosheid en zij is er één van. Bedrijfstechnisch discutabel. De beste motor voor je bedrijf is een leuk en handig wijf.
"We blijven wel mailen, hé?" eindigde ze.

Na de lunch ging ik buiten staan roken. De Marokkaanse met de met dikke zwarte lijnen omrande ogen keek me lang aan - langer dan nodig. Zoekt ze een plant? Ze blies rook uit in mijn richting.

Onaangepast gedrag. Ik zal het maar als een compliment opvatten.