18 November 2009

Motor

Een veel gemaakte fout is het gebruik van de uitdrukking door de war. Door de war is een stijlfout. Om precies te zijn is het een contaminatie. Contaminatie betekent samentrekking. De stijlfout is het samentrekken van door elkaar en in de war.

Een andere veelgemaakte fout is de maakbaarheid van het leven. Dat is geen stijlfout maar een denkfout. De grote denkers verwarren willen met kunnen.

Je kunt jezelf afvragen waarom. De mens wil het maken maar de mens kan het niet maken. Je kunt het ook accepteren.

Stijlfout is uiterlijk, denkfout is innerlijk. Regenlaarzen onder een rokje is een stijlfout, regenlaarzen onder een bikini is een denkfout.

Eerst brak het lipje van de rits van mijn broek. Dat is klein leed. Het was de rits van mijn favoriete broek. Dat is leder. Daarna brak het lipje van de rits van mijn jas. Van mijn favoriete jas. Toen ging ik naar het winkelcentrum en kocht ik een overhemd en een paar laarzen. De verkoopster wreef over haar hoofd.
"Ik kreeg de doos op mijn kop."
Niet logisch, wel bevredigend.

Nadat er was afgerekend vroeg de verkoopster of ik er een doos bij wilde. Er stonden er drie achter de kassa. Dat is een veelgemaakte grap.

Een andere veel gemaakte fout is het in elkaar halen van hoop en verwachting. Je hoopt op een leuke avond. De avond blijkt niet leuk. De ontevredenheid ontstaat niet doordat de avond niet leuk is. De ontevredenheid ontstaat omdat de verwachting niet is uitgekomen. Communicatie leidt niet tot contaminatie. Logisch en onbevredigend.

"Ik wil passie," zegt Kim.
Een broek is geen passie, zeker niet als het lipje van de rits is afgebroken. Knopen zouden kunnen. Knopen kunnen aardig in de war zitten.

Fatima draagt motorlaarzen. Fátima heeft helemaal geen motor. Fatima is een doos, een doos in elkaar.

Communicatie geschiedt door beeld, spraak of schrift. Een bericht is een teken van leven. Paradoxaal genoeg leest een willekeurig bericht als doodvonnis. Geen bericht is daarom goed bericht.

Soms denk ik dat je dood bent. Dat is een stijlfout. Ik accepteer het niet - accepteren is een denkfout. De vraag is waarom.

06 November 2009

Kimchi

Een verhaal met een kop en een staart zit er niet meer in. Werken, eten, slapen - en dat dag op dag onder. Vroeger was ik bang voor zo’n leven. Nu leid ik zo’n leven.

Werken, eten, slapen. Het is saai. Er gebeurt niets. Het is eigenlijk heel erg saai. Er gebeurt echt helemaal niets. Hoe kan een mens bang zijn voor niets?

Vorige week schreef ik dat ik ander werk ging zoeken. Daar had ook leven kunnen staan. Deze week kreeg ik een mail van Leiding. Of ik nog interesse had. Leiding heeft man, kind en geen tieten. Interesse betrof in dit geval dus niet leven.

Zet je probleem op papier en in een week is het probleem opgelost. Mensen zijn hardnekkiger in hun verdwijnen.

Het is ‘s avonds donker en de fietsverlichting moet aan. De dynamo deed raar en ik gaf een schop. Ik schop zelden, er knapte iets. De rest van de terugweg fietste ik in het donker.

Er zijn van die momenten dat je denkt, dit is zo’n moment. Op het project heet roken vergaderen. We vergaderen wat af. Typisch geval van je had erbij moeten zijn.

Het project was bijna klaar. Toen gingen we testen en waren we toch niet klaar. Na een nachtje programmeren was het project weer bijna klaar. We draaiden de handel en toen waren we toch niet klaar. Na nog een test rekende ik uit hoeveel externen ik nodig had. Ik kan goed rekenen. Voordat ik het bevel uitzette, deed ik één 06-je. Ik noemde een bedrag. Toen was het project toch opeens wel klaar. Zakendoen is geen werken - geen werken zoals in werken, eten, slapen.

Nieuw op de werkvloer is een groep hogeschool studenten. Het is waar wat ze zeggen, ze worden steeds groter. Leiding stelde als voorwaarde dat ik verder studeer. We hebben een match.

Stinkende Bek stelde een vraag. Ik feliciteerde haar. Waarmee? Met je zwangerschap, natuurlijk. "Nee, ik ben gewoon dik." De taart van de vorige dag stond er nog, we bezuinigen op schoonmaakkosten. Oftewel: ruim je eigen rommel op. Afwassen met een sopje in een teiltje houdt je nederig.

Woensdagavond keek ik een film op tv. De download was beter.

Op het hoofdkantoor liep ik achter Fatima - aan. Ze kwam waarschijnlijk bij een manege vandaan. Strakke broek, zwarte laarzen tot aan de knie, wit overhemd met giletje en het haar te strak naar achteren. Ze liep moeilijk, niet mank maar zeker niet soepel. Alsof er iets dwars zat tussen haar twee grote tenen. Ze blikte me geen keur waardig.

De bloedvlekken op de handdoeken zijn er niet uitgegaan. Andere wasmachine? Ander wasmiddel? Of gewoon nieuwe handdoeken kopen?

Ik weet niet wat ik tegen dikke mensen heb. Het is niet alleen het aseksuele aspect, hun hele voorkomen afstoot. Misschien omdat ze kop en staart missen.

Als er niets gebeurt, dan ga je navelstaren. Ja, die buik, nog zo’n ding. Misschien moet ik het eens op papier zetten.