12 June 2013

Fatalima

Erger dan het aangekondigd huwelijk van Janice is de trouwfoto van Fatima die ik onder ogen kreeg. Onder ogen krijgen is zacht uitgedrukt. ‘In your face, baby’ zou Sab zeggen.

De wetenschap dát - maar nog meer het beeld zelf.

Fatima kijkt rechtstreeks in de lens. De hooggesloten bruidsjurk maakt haar ongenaakbaar. Het camerastandpunt is op driekwart van het lichaam, wat het neerbuigende in haar onontkoombare blik versterkt.

Ze houdt het bruidsboeket triomfantelijk omhoog, alsof ze zojuist een ontstekingsmechanisme heeft geactiveerd. 'Steenhard, en toch zacht.'

De witte kleur, het kant, het vertedert. Ze blijft een vrouw. Een vrouw met een hoofddoek weliswaar, maar onmiskenbaar een vrouw.

Uit het oog, uit de problemen. Bijna spottend kijkt ze me aan.

Het poppetje met de vers geföhnde krullen dat zich druk maakte over welke crème de beste bescherming voor de handen biedt, is veranderd in een loeistrakke moslima waaraan alleen de gordel met explosieven ontbreekt. ‘Semtex,’ zou ik zeggen.

03 June 2013

Ronin

Een nieuwe maand, een nieuw overleven. Y is een kutnaam en het X-Y syndroom is verdwenen, we noemen haar voortaan Janice. De vrouw van Harry 'Rabbit' Angstrom in de Rabbit-cyclus van John Updike heet ook Janice. Does make sense. John Updike is mijn favoriete schrijver. Ik leerde hem kennen omdat er een verhaal van zijn hand in de Playboy stond. Er is niemand die je gelooft als je zegt dat je de Playboy leest vanwege de goede artikelen.

"Daar staat Janice," fluistert Kamerplant. Ik lunch met Kamerplant want zo zie ik nog eens iets. Janice kijkt naar het scherm van haar mobiele telefoon en ziet niets. Dat doet de halve wereld tegenwoordig. In de weg staan en naar een zwart doosje in de palm van hun hand kijken. Zijn we evolutionair eindelijk zover dat we rechtop kunnen lopen, gaan hele volksstammen weer gebogen door het leven. Je ziet wat er op het scherm van je mobiele telefoon gebeurt, je ziet niet wat er in de wereld om je heen gebeurt. Je ziet mij bijvoorbeeld niet zitten. In de beperking toont zich de meester.

Er zijn mensen die niet lunchen zoals er mensen zijn die niet geloven. De lunch is zodanig in het kantoorleven gepropt dat de kantoorslaaf niet meer zonder kan. De lunch is verworden tot een overbodige routine, even zinloos als het roken van een sigaret: het is tijdverspilling en slecht voor je lichaam. Toen ik in de horeca werkte lunchte ik nooit. Wakker worden, eten, werken, eten, zo zagen de dagen eruit.

Het gaat goed met Janice, ik draai er niet omheen. De carrière gaat goed en de seks gaat goed. Toen het slecht ging met Janice was ze mooier maar dat is persoonlijk. Lelijk is rudimentair onpersoonlijk en seks is beter dan fitness. Mensen zien er slecht uit bij problemen en goed naarmate er meer geld binnenkomt. Janice niet. Ik geef mijn mening voor een betere maar beter wordt het er niet op. Eenmaal genezen is er niet veel meer van over om naar huis te schrijven.

Het eerste wat ik deed toen ik op kantoor ging werken, was aankomen. En dan zeggen ze dat werken in de horeca ongezond is. Na twaalf jaar kan ik stellen dat het kantoorleven ongezonder is. Ik verlang terug naar de horeca zoals je terugverlangt naar een ex - tegen beter weten in bij gebrek aan beter.

Samen met Kamerplant kijk ik naar een misplaatste marketing look. Het jasje is het niet, de blouse is het niet en de pantalon is het niet. Het model dat Janice in haar haar heeft laten knippen laat zien hoezeer het is verpest. Wat is er mis met een spijkerbroek, een gebreid truitje en een dikke bos rossig haar? Uiterlijk is geen keuze, daarmee word je geboren, maar de aankleding kies je zelf. Het kantoorleven maakt zichtbaar meer kapot dan me lief is. Ik denk niet dat ik zonder bril het graf ga halen.

Het type omgeving is te beïnvloeden. Een fabriek, een kroeg of een ziekenhuis als omgeving is een keuze. Ze zijn verwisselbaar. Het is een misverstand te veronderstellen dat de mens verandert door zich te verplaatsen naar een andere omgeving. De perceptie wijzigt zoals alcohol dat doet, de mens blijft intrinsiek gelijk.

"Ze gaat weer trouwen," zegt Kamerplant.

Stel je wilt iemand de liefde verklaren. Het is zinvol dat op te schrijven. Zo word je gedwongen na te denken over de formulering, over de toonzetting, over de gevolgen. Of het tegenovergestelde is het geval: je maakt het uit. Ook dan heeft het zin om pen en papier te pakken. Want anders is de kans groot dat je een mes pakt, met alle bacteriële infectiegevolgen van dien.

De klimgeit wordt in de echt verbonden met haar nieuwe steenbok. Achtendertig wordt ze dit jaar, ruim op tijd voordat haar verval definitief inzet. Maar waarom moet er per se getrouwd worden? Waarom moet er een ring om de vinger? Trouwen is geen garantie dat hij zijn bokkenpootje niet in een - of andere - andere geitenkaas steekt. "Je hebt nog drie maanden de tijd om haar van mening te veranderen," zegt Kamerplant. Een vinger kan weer van de ring af.

Tientallen keren per dag wordt de mens geconfronteerd met keuzes. Kiezen tussen opruimen of weggooien, tussen onthouden of vergeten, tussen doorslikken of uitspugen. De vuilcontainer is een boekwinkel vol verhalen over toenadering en afwijzen, over ophitsen en afdanken, over afwateringsbuizen en spoorwegovergangen.

Janice beperkt zich en heerst. Dat kan ik van mezelf niet zeggen, ik lees al twintig jaar de Playboy niet meer. In het eerste hoofdstuk van de Opwindvogelkronieken van Haruki Murakami steekt een zestienjarige Japanse een sigaret op. Ze zegt: "Als je niks te doen hebt, vliegen je gedachten gauw een ontzettend eind weg - zo ver weg dat je ze niet meer goed kunt volgen."