22 September 2007
Niagara (11)
Hallo. Ik dacht, ik mail je even. Hoe is het op je nieuwe werkplek? Ben je al eenzaam zonder je teamgenootjes? Gelukkig hebben we de mail, dan krijg je toch even je noodzakelijke bevestiging. Heeft Tennis al gemaild? Zit hij nu thuis? En heeft Party al gemaild? Je vond hem leuk hè, vrijdag. Ik liep net nog even bij je langs, op je nieuwe afdeling. Er staat daar een kleurenprinter en daar rolde mijn nieuwsbrief uit. Je zat met je rug naar het gangpad, je kon me niet zien. Je was in gesprek dus ik ben doorgelopen. Je droeg je roze shirt en je ruitjespantalon en je zwarte sportschoenen. Ik heb je nog nooit sinds je bij ons zit op andere schoenen zien lopen. Heb je moeilijke voeten? Ik zag dat, dat je hem leuk vond. Leuker dan mij, dat zag ik ook. Ik let niet op wat mensen zeggen, ik let altijd op lichaamstaal. Dat zegt veel meer. Iedereen lult maar wat, zeker op zo’n borrel, daar is geen normaal gesprek mogelijk. Ik heb ook niets zinnigs gezegd. Heb ik je nog afgezeken? Of heb ik gezegd wat ik van je vind? Ik weet het niet meer. Ik dronk weer veel te snel, ik heb wel sluitingstijd gehaald maar hoe weet ik ook niet meer. Ik ben een Engelse drinker geworden, om elf uur moet het licht uit. Jullie dronken allemaal fluitjes, ik dronk halve liters. En Dude dronk ook halve liters, hij was gelukkig ook gekomen. Tegen Tennis zei ik dat mijn vriendin bier was gaan halen. Toen schreeuwde hij het uit. “Waat!? Heb jij een vriendin? En ze is hier?” En toen kwam Dude met twee halve liters aangelopen. Tennis heeft geen gevoel voor humor. Het is een appelsaphomo. Zonder jou is hij niets, weet je dat? Jullie team excelleerde dankzij jouw aanwezigheid, jij trok de handel naar boven. Mij trok je ook mee, ik teerde op jullie productie. Af en toe een vraagje beantwoorden en een beslissing nemen, niet zo moeilijk. En de echt complexe gevallen behandelen, dat dan weer wel. Zo dwing je gezag af. Dat is mijn functie nu eenmaal, daarom ga ik ook weer studeren. Er zijn straks teveel mensen die wel even een vraagje kunnen beantwoorden. Ik ben wel besluitvaardiger dan de anderen maar ze zijn nooit zo blij met mijn besluiten. Uren achtereen kunnen ze zeiken over alle grijstinten die er maar zijn, het gaat er uiteindelijk om of het wit of zwart is. En maar zeiken en maar zeiken, ik word er doodzeik van. En na al dat gelul weten ze het nog niet want dan zijn ze zijn de vraag vergeten door al dat oeverloze gezeur. Beter een verkeerd besluit dan geen besluit. Dat is eigenlijk hetzelfde als bij twijfel altijd doen. Auw, die leg ik je nog wel een keer uit. Een andere keer. Of misschien laat ik je het wel lezen, als het over is. Als jij over bent. Dat lijkt me wel een goed plan. Er zal geen zondvloed komen. Beugel gaf me haar visitekaartje. Beugel vind ik ook leuk. Een echte powergirl. Ze is alleen wel erg klef met haar vriendje, die was ook gekomen, weet je dat nog? Of was je te druk met Party bezig? Tussendoor liep ik vaak even naar de bar voor mijn tussengerecht. En om naar Zeventien te kijken. Zeventien had niet zoveel tijd en de vakantierestjes zaten nog tussen haar benen. Ze is mooi, hè? Met het telefoontoestel van Party maakten we foto’s van je borsten. Dat was lachen. Dat vond je niet zo leuk, hè? Je staat niet graag op foto’s. Vorig jaar wilde je ook al niet met mij op de foto maar vorige week vroeg je wel een foto van mij en mijn adres. Mijn adres geef ik niet, dan zit ik hier straks met een pak appelsap opgescheept. Op dinsdag heeft ze straks weer tijd maar ik ga niet meer op dinsdag, dat is jammer. Ik meld dat maar even, je hebt er niets van gezien. We hebben wel afgesproken weer eens te gaan lunchen maar dat wil ik bij deze teniet doen. Ik wil niet meer met je lunchen. Ik wil je eigenlijk niet meer zien. Die laatste blik net, op je rug, in je haar zaten de blauwe speldjes. Wanneer mensen niet actief hun rug toekeren kun je ook zelf de rug opzoeken en dan achterwaarts weglopen. Er zullen nieuwe groepen externen komen, we worden een bedrijf van projecten. Target, budget, deadline, klaar. Laat maar komen. Ik ben goed met targets. Ik ben goed met budgetten. Op het eind van de borrel sprak ik Party nog even. Ik vroeg of hij je leuk vond. Hij vond je niet zo leuk. Dat zei hij. Uit zijn ogen sprak dronkenschap. Ik ben goed met deadlines. Ik ben klaar.