We hebben afgesproken om samen te gaan eten. Tegen half vier ’s middags verstuur ik een bericht. De zon brandt de kantoortuin binnen, ze moeten hier wietplanten gaan verbouwen. Patat met een milkshake in het park? Het antwoord is duidelijk.
"Geen patat. Ik wil Thai."
Duidelijkheid is goed. Fantasieloos, maar wel goed. Ik raffel mijn werk af en ga een uur eerder weg. Buiten loop ik tegen een muur van zeeklimaathitte aan, een kleffe, vieze warmte. Vier stoplichten verder herken ik de voor de deur van haar huis geparkeerde, gekleurde fietstassen. Vroeger had ze een zwarte bak aan haar stuur hangen, dat vond ik leuker. Ook handiger om het eten en drinken in mee te nemen, ik ben een praktisch mens. Rokjes zijn leuk maar waar laat je de sigaretten?
"Die houd jij dus bij je."
September is warm en bezweet bereik ik haar huis. September vorig jaar was ook al zo warm, letterlijk en figuurlijk, warm van jou. Hoe lang gaat deze nazomer duren? Net zo lang als die van vorig jaar? Ik sprint de twee inpandige trappen omhoog. Eenmaal binnen biedt ze haar vermagerde wangen aan. Ik zeg dat ze heus wel eens iets uit de snackbar mag eten, loop door naar de koelkast en trek een fles witte wijn tevoorschijn.
Het gaat niet goed met haar. Ze is rusteloos. Veel verhalen maar de leegte begint zich te openbaren.
"Waarom vraagt iedereen steeds aan me waarom ik geen vriendje heb?"
Als ze mij die vraag stellen dan noem ik haar naam.
"Dat heb ik gehoord, ja."
Ze heeft grip op het leven, op háár leven, zelfs meer dan ik, maar ze is de grip op zichzelf aan het verliezen. De zwarte lijnen onder haar ogen zijn meer regel dan uitzondering geworden.
"Kijk."
Ze is midden in de woonkamer gaan staan en showt vol trots haar nieuwe schoenen. Souvenir zoveel van vlucht evenzoveel. Ze zijn echt lelijk en dat zeg ik dan ook. Complimenten doen het altijd goed bij vrouwen. Ze gaat tegenover me staan.
"Nou ja, dat zeg je toch niet?"
Ze schopt haar schoenen uit en loopt naar de slaapkamer. Wel handig, schoenen die je zo gemakkelijk uittrekt. Nu de rest nog. Ik volg haar en vraag of ze een hemd voor me heeft, ik ben zoals gewoonlijk te zwaar gekleed. Ze moet even denken, dan keert haar glimlach terug. Ze steekt haar arm in de nog vers geurende kast en haalt een topje tevoorschijn.
"Trek dit maar aan, dan pas je goed bij mijn schoenen."
Praktisch meisje, ze draagt vandaag een spijkerrokje. Wanneer sta jij weer in je geruite rokje tegenover mij?
"Ik heb me ingeschreven bij een sportschool, ik heb geen conditie meer."
Haar buikje is wel het laatste waar ik me zorgen over maak. Ik vind het wel goed juist, een beetje spek, de geraamtes op het internet hebben mijn geest verziekt. De wereld zit anders in elkaar.
"Ik slaap soms elf uur achter elkaar en dan ben ik nog niet uitgeslapen."
Meer neuken, meisje. Des te meer je neukt, des te minder je nadenkt en des te beter je slaapt. En het is nog goed voor je buikspieren ook, maar dat is bijzaak.
"Je kijkt teveel naar porno."
De wereld zit inderdaad iets anders in elkaar.
Ze trekt haar wenkbrauwen op wanneer ik de fles aan mijn mond zet. Nee, thuis doe ik dat niet want ik drink thuis geen alcohol. Ze loopt naar de keuken en komt terug met twee glazen, ik schenk ze vol.
"Gezellig. Lekker gewerkt?"
Nee. Ik moet er een maand uit, minstens. Misschien wel langer. Misschien wel voorgoed. De vluchtweg is zelf een gevangenis geworden. Veilig is niet spannend. De lach is verdwenen, de geilheid is verdwenen. All work and no play makes Jack a dull boy. Ik vraag of ze vaak op het internet zit.
"Alleen voor mijn rooster. En soms op msn. En mijn zus heeft een eigen site."
Ze pakt de laptop, klapt hem open en drukt op wat knopjes. De site is goed, knappe foto’s ook. Ik zoek de portfolio met de foto’s van huisgenoot.
"Die staat er niet op."
Het msn-scherm springt open, smileys vervuilen het beeld, ik zie een hoofd dat ik niet ken en lees een begroeting die ik niet begrijp. Ik pak mijn glas en de fles wijn en ga op de bank liggen. Ze grinnikt en tikt met onregelmatige tussenpozen op het toetsenbord.
"Je hebt zeker nog geen honger?"
Gezellig. Vanaf haar balkon kan ik de fabriek zien. De dag rolt opnieuw aan me voorbij, een dag zoals er zoveel zijn geweest en zoals er nog zoveel meer zullen volgen, net zolang totdat de middelloonregeling tegen lucratief personeelstarief in een gepaste oudedagsvoorziening is geperst.
De nieuwe desktop, ze moest eens weten. Jij vindt hem mooi, dat weet ik zeker, omdat we haar allebei mooi vinden, allebei verliefd waren. Ik nog steeds, voor jou kan ik niet spreken. Ben je nog verliefd? Je staat voor de kroeg en ziet ons weer zitten. Wij en de kroeg, onlosmakelijk met elkaar verbonden als het gaat om herinneringen aan onze ontmoetingen. Schuilplaats van illusies van een mogelijk leven, verdrinken in de realiteit van een onmogelijk leven. Een vlucht uit de wereld, een vlucht in elkaar. De dronkenschap er zwalkend tussenin, twijfelend, omdat ze geen keuze kan maken. Een intensiteit die een jaar later nog ongeëvenaard is. Tastbaar, bereikbaar, en tegelijkertijd ongrijpbaar. Aantrekkelijker is niet mogelijk. Ik idealiseer jou niet. Ik idealiseer die tijd, die plaatsen, de bijbehorende geuren. De bijbehorende dronkenschap, dronken van haar en van jou. Ik idealiseer dat leven. Je staat voor de kroeg en stuurt me een bericht. Ik mis je ook maar er is nu geen weg terug. Er is teveel veranderd het afgelopen jaar. Er zijn keuzes gemaakt, er zijn beslissingen genomen, beslissingen met een rotsvaste plaatsbepaling tot gevolg. Een plaats waar ik niet bepaald woon. Jij was mijn nieuwe houvast, niet veel later de laatste strohalm. Ik was bezig alles te verbranden, jouw aanwezigheid was olie op dat door mij ontstoken vuur. Het ging allemaal zo gemakkelijk, zo snel. Jij stond voor het nieuwe leven, jij was het nieuwe leven. Hoe kom ik hier vanaf, dacht ik na je eerste mail. Nu vraag ik mezelf af, hoe je van mij bent afgekomen. Je staat voor de kroeg en vervolgt je weg. Van opruimen knap je op. Opruimen van je hoofd, van je buik, van je huis, van je vrienden. Alles overzichtelijk. Wanneer er niets is, is het overzicht optimaal. Ik selecteer reply en beantwoord je bericht. Kom. Het is herfst, we gaan weer drinken. Ik heb momenteel een optimaal overzicht want er is niets meer. Ben je nog verliefd?
Ze moet de vraag herhalen.
"Waarom zitten wij nooit op msn als je toch zoveel achter je computer zit?"
Omdat ik met een fles wijn op jouw bank mag liggen. Ze klapt de laptop dicht en komt bij me op de bank liggen. Ze gaapt. Ze is moe.
"Je treft me niet op mijn beste momenten."
Nee, kleintje. Op betere momenten treffen wij elkaar niet.