30 December 2006

Niagara (1)

In het winkelcentrum kwam ik een oud-collega tegen. De oliebollenkraam naast de V&D was duurder dus ik heb daar geen oliebollen gekocht. Een meisje met een mooie rode lange jas liep hand in hand met wat ik denk dat haar vriendje was. Ze had stijl blond haar met een pony, hij had krulletjes. Ik heb zeventien Aziaatjes gezien, ze droegen allemaal kleine tasjes. Logisch, het zijn ook kleine mensen. Twee honden bepaalden de sfeer op het inpandige terras. Iedereen stoorde zich eraan behalve de eigenaren van de honden. Ze keken stoïcijns voor zich uit. Bij de Hema kocht ik een broodje rookworst. Ik moest eerst een nummertje trekken. Ik had nummer zestig en op dat moment werd nummer drieënveertig geholpen. Op de eerste verdieping haalde ik een fluitketel die ik op de begane grond afrekende. Ik moet meer thee drinken en minder koffie. Bij het sigarettenwinkeltje was het zo druk dat ik ben weggelopen. Noodgedwongen zal ik dus ook minder gaan roken. Dit jaar wordt er meer dan ooit aan vuurwerk uitgegeven. Bij de Xenos kocht ik een doosje met tien aanstekers, je moet goed de statistieken bijhouden. Daarna liep ik de boekenwinkel in om het boek van Susan te kopen maar dat kon ik niet vinden. Toen heb ik maar een krant gekocht want er stond een leuk meisje achter de kassa. Verjaardag, kerst en oud & nieuw hebben sinds dit jaar geen functie meer. Vandaag ontving ik de zesde kerstkaart, dat is er één meer dan vorig jaar. Zeven keer kreeg ik een uitnodiging voor een verjaardag, één keer ben ik er naartoe gegaan. Ze vroeg of ik nog met mijn vriendin was. Ik gaf antwoord over de verkeerde vriendin want die kent zij helemaal niet. De liefde is snel voorbij. Je kunt mobiel bellen met vier plastic tassen in je hand, het ziet er alleen niet uit. Bij de oliebollenkraam stonden meer mensen in de rij dan bij de McDonalds. Ze verkopen allebei vette rotzooi. Soms als je in een rij staat kom je een bekende tegen maar meestal niet. In welke rij je ook gaat staan, de rij ernaast gaat altijd sneller. In december heb ik het minst geschreven en het meest gepubliceerd. Woensdag ben ik dronken geworden met een lesbisch meisje. Toen ze terugkwam van de wc zei ze dat ze blaasontsteking had. Sinds september heb ik drie lekkages en het lekt nu nog steeds. Mijn fiets stond vorige week nog netjes voor de deur, ondanks dat ik had vergeten hem op slot te zetten. Voordat ik naar de supermarkt ga eet ik een broodje, anders kom ik met veel te veel eten thuis. Een vrouw kun je niet eten maar ze zeggen over kinderen dat ze om op te vreten zijn. Als ik deze week niet op mijn werk zou zijn verschenen zou mijn bureau er nog net zo hebben uitgezien als vorige week. Mijn buurman krijgt op oudejaarsavond zijn dochter op bezoek. Het Parool was vandaag vroeger dan anders. Schijthonden. Twee keer zag ik iemand in een rolstoel en beide keren was degene die achter de rolstoel liep er beroerder aan toe. Ik kreeg een uitnodiging voor de Westergasfabriek maar ik ga niet naar de Westergasfabriek. Minoes komt misschien ook, stond in de mail. Misschien word ik wel door de bliksem getroffen, schreef ik terug. Dat begreep ze niet. Bij Dirk werd gebalanst, iedereen die ik ken was aan het tellen maar ik zag Atchara nergens. Kassa vijf was en bleef leeg. Nog niet al het oude muntgeld is ingeleverd. Ik heb nog steeds de gulden die Lilian fooi gaf op mijn verjaardag. Drie weken later diende ik mijn ontslag in. Later nodigde ze mij uit voor haar afstudeerfeest. Haar vader vond me wel leuk, ik noemde hem bij zijn voornaam. Toen ik wegging wilde ik voor het eerst de Amstel in fietsen. Ik kan goed zwemmen. Een oliebollengevecht is pas vuurwerk. Vijf keer ontving ik dit jaar een geboortekaartje, één keer ben ik er naartoe gegaan. Dit jaar was het warmste jaar ooit. In absolute zin heb ik minder gedronken, relatief gezien juist meer. Ik heb het nooit eerder zo koud gehad. Dit jaar geen rouwkaarten. We hebben even staan praten en toen ging ik weer naar huis.