Hitsig weertje, de eerste rokjes zijn gesignaleerd. Uit de wind is het behaaglijk, binnen broeierig. Dikke zwarte lijnen om de ogen, ze worden er nog groter door dan dat ze al zijn. De bos krullen opgeknoopt, de tas met de tweede outfit erin aan haar schouder. Je moet altijd voorbereid zijn. De bagagedrager gaat schuil onder een regenpak, de voorbereiding op kortstondig Nederlands geluk.
De begeleiding is met vakantie, ik neem het ervan en voer een week niets uit. Tegenwerkende systemen, programmatuur, collega’s en voorlichters. De projectleider verkoopt zijn eigen product. Alles kan, geen beperkingen, precies hetzelfde dat je zegt bij de eerste kennismaking. Door het zonlicht verblind en een overtuigend zelfbedrog komt het voortschrijdende inzicht van de beperkingen alleen nog maar harder aan. Ook al laat je niets zien, ze merken het vanzelf.
De foto’s zijn mooi maar er ontbreekt er één. Die van dit moment. Dat is pas geschiedenis schrijven. De levenslust van de naoorlogse jaren tegenover de consumerende zakelijkheid van nu. Achter welk van die ramen wordt er geleefd? Wordt er meer geleefd dan het wonen, werken en slapen? Of word je geleefd, verstrikt in een maalstroom van maatschappelijke verplichtingen terwijl de nazaat je attendeert op de volgende fles. Kruipen is eng, echt gevaarlijk wordt het wanneer ze kunnen staan. Een mond met overbodige woorden, een hand met een te groot bereik.
"Ja, goed," het antwoord op de vraag hoe het gaat. Goudbruine kistjes in plaats van de eeuwige stilettohak. Wanneer komen ze erachter dat ze hun enkels en rug verkloten met hun bedriegende lichaamscorrectie? Het bekken kantelt, het geluid van hakken op de houten vloer.
Bereikbaar ben je nooit, hooguit toegankelijk in een moment van zwakte, van onverschilligheid. Een ongewapende steek je niet neer, daar zit geen overwinning in. Het erotiserende van macht is het verlangen naar uitstijgen boven de hoger geplaatste, nog vaker van de hoger geachte. Winnaars zijn aantrekkelijk door het gegeven dat ook zij ooit zullen verliezen. Psychologie wint het van kracht, behalve in bed. "Neuk me." Daarvoor hoef je niet in therapie te zijn geweest om het te begrijpen. De blik daarna, dat is het probleem. Wat doe je daarmee? Winnaars raken opgewonden van zichzelf.
We zitten in zaal drie, ik gooi mijn jas neer en loop terug naar de toiletten. "Ze zit in zaal 1." Wanneer ik terug ben in de zaal en het haar vertel weet ik opeens waarom ik nooit verliefd op haar zal worden. Een metgezel, geen dier. Ik mis het openingsgedeelte en zie steeds die blik, nu niet anders dan toen. Een roofdier.