28 March 2007
Niagara (8)
Ja, laten we gaan drinken, ik moet ook wat kwijt. Vanaf het moment dat we binnen zijn is hij aan het woord. Ik onderbreek hem slechts met bestellingen. Na de vijfde hoef ik al niet meer. Het woord dan, drank des te meer. Om negen uur komt zestien jaar er ook bij zitten en zij neemt het woord. Gut, vertel het maar meisje. Niet veel later reken ik af zonder dat ze het in de gaten hebben, ik pak mijn jas en verlaat ongemerkt het pand. Een dag later. Lunch kan niet maar een biertje lukt wel. Ik moet ook wat kwijt en stem toe. Twee uur later heb ik weer afgerekend en niets gezegd. Volgende ochtend. Ik lunch vroeg, de drank moet met vet bestreden worden. Ze belt, ze moet wat kwijt. Ik ook, kom erbij. Een uur later ontvang ik de befaamde mail. Hoe of het met mij is, eigenlijk was ze wel lang aan het woord en het was toch ook haar bedoeling dat te bespreken. Wel lang? Knap dat je in die waterval nog kans hebt gezien te eten. De bedoeling wordt achteraf bepaald, dank je wel voor de bevestiging. O ja, jij bent er ook nog, hiehie. Lam, niet van de drank maar geslagen. Was ik maar lam maar zelfs dat lukt niet. Het is nuchter of volledig de weg kwijt. Beschaafd aangeschoten met een sausje van de zacht beschonken roes, dat was het mooie. Ze waren mooi. Kan het hoofd overkoken? Wanneer is veel teveel, wanneer is genoeg genoeg geweest. Wanneer is mooi het geweest. Het onbewoonde eiland verdringt het stadscentrum als het ideaal. Doe maar zonder stroom.