27 November 2007

Nag champa

Even ben je weer terug en even heb ik spijt, dat het zo is gelopen. Het sloopwerk haalt jouw handtekening naar boven, jij had de kleuren uitgezocht. Ik was niet geïnteresseerd in kleuren, ik was geïnteresseerd in jou. De gele verf vloekt bij het bouwpuin, waar het niet is afgebladderd zitten op sommige plaatsen schimmelplekken. Het sloopwerk haalt jou naar boven.

Onder het vakkundig aangelegd zeil komen vier andere lagen tevoorschijn. Dit gaat zeer doen. Had je die toen niet gezien? Succes in je carrière met het ontleden van het menselijke hoofd, houd rekening met onderliggende gedachten. Vier lagen, vier andere levens in dit huis. Misschien wel meer, wij leefden er ook twee, twee verschillende levens die er één hadden moeten zijn. Ons samenwonen was het delen van een huis, de toekomst een achterliggende gedachte.

Even heb ik spijt, even word ik sentimenteel. Het gebrek aan een klusmaatje of gesprekspartner breekt me op en loopt vast in waar ooit een afvoer was. Wij klusten hier samen, dat was saamhorigheid, het was tenslotte van ons. Nu is het van mij en van geen waarde. De pijpen zijn afgesloten, toch lijkt het alsof de rioollucht naar boven komt. Hoeveel stront hebben wij hier weggespoeld? De afvoerpijp een vergiet voor bloed.

Het puinstof ruikt hetzelfde als toen. ’s Nachts ontkorstten we onze neuzen voordat we neukten in de tussenwoning. ’s Morgens rook je het nog steeds. Ik was dronken toen we de woning gingen bezichtigen, je stopte pepermunt in mijn mond. Roze, alles was roze, de vorige bewoonster een overspannen dwerg met een gebrek aan smaak. Ze had een kat, ik begon meteen te niezen en kreeg een bloedneus toen we binnenkwamen. Op de dag dat ik mijn handtekening zette, liet ik haar de overname afkopen. Jij de kleuren, ik de zaken. Overspannen mensen heb je snel in een hoek. Timing, toon en zin. Ik heb er geen last meer van, ik ben over mijn allergie heen gegroeid.

Even word ik sentimenteel, even mis ik je. Misschien had ik ook moeten verhuizen, een eind markeer je met een begin. Mijn ineenstortingen werden veroorzaakt door het accentueren van het eindpunt, zonder vervolg - apathisch, doelloos en onmachtig. Op de dag dat je vertrok zat je ’s avonds bij me aan de bar, je zat er zoals je er altijd zat. Je vertelde me wat jullie hadden gegeten, wat ze van je nieuwe woning vonden. Het was een gezellige dag geweest. Er was geen verschil, het was alsof we iedereen die dag van jouw verhuizing voor de gek hadden gehouden. De buren brachten mij die dag voor het eerst een kom soep, de eerste in een nog steeds lopende reeks van een met uitsterven bedreigd stukje keukenvlijt. Gisteren ook weer, oudjes zijn nieuwsgierig, oudjes zijn zorgzaam. Het is een gewenste sociale controle.

De blaren staan al op mijn handen wanneer een aanneemhulpje binnenloopt. Hij ziet de berg vloerresten. "Ik zou maar uitkijken, daar zit asbest in." Asbest, dat is vast iets kankerverwekkends. "Vooral niet scheuren, in hele delen verwijderen." Uh huh. Er komt maximaal een stuk ter grootte van een pakje sigaretten los per keer. "Je mag het niet bij het grof vuil doen, je moet het naar de gemeente brengen." Dominant ventje. Hij inspecteert de vertrekken, vertelt wat er nog staat te gebeuren en vertrekt weer. Ik doe alsof ik het niet heb gehoord en donder alles in de containers. Mag dat niet? Goh. Ik doe alsof mijn neus bloedt, dan krijg ik misschien ook geen kanker.

Even mis ik je en ik pak de telefoon. Ze neemt op. Een uur later loopt ze naar binnen met haring en kibbeling. "Ik heb een cadeautje voor je meegenomen!" Dhoop Cones. Ze draagt een roze shirt met een capuchon. "Waar moet ik beginnen?" In de slaapkamer, het is tijd voor een nieuwe handtekening.