29 January 2010

Ordinairy life

Er is alweer een nieuw project en alweer zit ik erbij. Voor Jan met de korte achternaam dit keer want ik heb een andere baan.
"Wat een kleine lettertjes," zegt de projectleidster als ze naar mijn A3 kijkt.
Als je een voorbeeldfunctie hebt, dan laat je zien hoe je kunt bezuinigen, op papier bijvoorbeeld. En hoe je excel uitprint.
"Maar voor de rest is alles aan mij groot," zeg ik.
Iedereen moet lachen. De projectleidster krijgt een kleur. Ik ben een grappenmaker. En dat om negen uur 's morgens.

Fátima deelt koffie uit.
"Je zat er net niet," zegt ze.
Dat klopt, ik zat er niet. Ik hing de lolbroek uit.
"Wat zal ik voor je halen?"
Een liefdesverklaring.
"Ik loop zelf wel."
Ze is Turks - zonder snor – en heeft een bos krullen waarmee ik vijf jaar samenwoonde. Maar dat is het niet. Integendeel, ik ben afgeknapt op krullen.
"Wat zal ik voor je halen?" herhaalt ze.
Is het hier zo warm of begint ze langzaam te koken?
"Ze heeft problemen met haar familie. Ze woont alleen in Amsterdam," vertelt de postloper. Generatieconflict van een cultureel achtergestelde. Je blijft als meisje bij je ouders wonen totdat een jongen je meeneemt - met toestemming van je ouders.
"Fokkit, ze is verdomme dertig," zeg ik.
Op haar CV ontdek ik een gat van vijf jaar. Wie uitdeelt moet ook incasseren.

Spijkerrokje heeft een nieuwtje.
Het woord nieuwtje zegt genoeg. Manlief had last van een gerichte zaadlozing.
"De televisie stond gewoon aan," zegt ze.
Een televisie in de slaapkamer is slecht voor de nachtrust.

Guess who’s back?
"Tijd niet gezien."
"Ik werk maar één dag in de week, dat wéét je toch?"
"Mooi," zeg ik.
Haar gezicht wordt steeds witter. Michael Jackson syndroom? Ze is naar de kapper geweest, dat zie je meteen. Maar dat gezicht, dat zie je niet meteen. Waar laat ze haar gezicht zo mishandelen? En nog meer: waarom? Liggen de halfbloedjes niet meer goed in de markt? Aziaatjes zijn mysterieus en spannend en sexy maar de nieuwe medelanders zijn vrouw en rijp.
"Dank je."
Eén dag in de week werken en dan deze laag plamuur moeten aanbrengen. Er zijn meiden die het op zaterdagavond met minder doen. Haar gemummificeerde wangen verraden een onwillige stroom bloed.

Ik lunch met de Chinese moeder van het autistisch kind.
Ik merkte niets, ik vond hem lief. Waarom merkte ik niets, waarom was hij zo rustig en waarom was hij niet bang?
"Hij voelt zich veilig bij grote mensen," zegt de Chinese moeder van het autistisch kind. "In een groep kinderen gaat het fout."
Een verbazingwekkend fenomeen.
Na de zomer geeft ze haar baan op, er is geen geschikte opvang voor het autistisch kind. "Misschien ga ik wel terug naar de horeca," zegt ze.
Ik zie een gat in mijn markt.

"Hoe is de diploma-uitreiking?" vraagt Jenny 's middags.
Soms gaan we 's middags koffie en chocomel drinken. Soms doe ik een hele middag over één boeking. Soms schrijf ik 's middags een log. Jenny had een herexamen en ze was een half jaar later klaar.
"Is het wel leuk?"
Ik vond het leuk, maar dat betekent niet dat een ander het ook leuk vindt. Mijn diploma-uitreiking was tijdens de ramadan. De Marokkaanse die we van de mail kennen, assisteerde. Na afloop stonden we te praten, buiten, in de brandende zon. Ik werd spontaan verliefd.
"Dat heb jij wel snel, hé?" zegt Jenny. 
De Marokkaanse heeft alles wat Jenny niet heeft. Slanke benen, puntlaarzen, een strakke jurk over het ingepakte lichaam en een hoofddoek. De jurk doet het tegenovergestelde van wat de hoofddoek moet doen: accentueren in plaats van bedekken. Aziaten gebruiken in de zomer een paraplu, om zichzelf te beschermen tegen de zon.

De rest van de middag werk ik op het nieuwe team. S heeft een vriend.
"Maar pas sinds twee maanden," voegt Homo er snel aan toe.
Homo is mijn nieuwe buurman in de fabriek. Ik begon direct over S - dan hadden we dat maar gehad.
"Is ze nog vrijgezel?" was mijn openingsvraag.
Het scheelt weer een uitnodiging voor mijn verjaardagsborrel.
"Via internet." Alweer.
Mijn probleem is niet haar probleem. Niet meer.