09 May 2011

What goes up must come down

Er staan vier mooie taarten in de vensterbank, luxer en exclusiever dan de multivlaai die je verwacht bij de loonschaal van dit type medewerker. Ze was vorige week jarig, ze trakteert vandaag.

Voor haar verjaardag heeft ze van haar vriend een motorjack gekregen. En ze gaat op motorrijles.

Vrouwen in een motorjack vind ik stoer genoeg, laat die motor maar zitten. Een aangetrouwde vriendin reed zichzelf ooit een dwarsleasie, ze slipte op een rechte weg zonder medeweggebruikers of obstakels in de buurt. Ik heb geen contact meer met haar dus ik weet niet of ze ooit weer heeft kunnen lopen.

Het geheel van bureau’s, kasten en mensen maakt een rommelige indruk. De afdeling zit een week in zijn gereorganiseerde vorm en het enthousiasme straalt niet echt van de mensen af. Ik praat met wat oud-collega’s. Gelaten vertellen ze over de devaluatie van de werkzaamheden.

De Marokkaanse met de met dikke lijnen omrande zwarte ogen vind het publiek dat bij de vier taarten staat erg interessant, het draaivermogen van haar nek wordt ten volle benut.

Ik mis het, mijn oude afdeling.

De Marokkaanse beantwoordt woordeloos de vraag wat het dan precies is, dat ik mis.