03 May 2013

There will be blood (3)

Er is veel te doen maar eigenlijk is er niets te doen. Het is zoiets als alle meubelen naar één kant van de woonkamer sjouwen, de opengevallen plekken stofzuigen en daarna de meubels op hun plaats terugzetten. Je hebt hard gewerkt en niemand ziet het verschil. In wezen is er ook geen verschil.

Als je niet laat zien wat je doet, dan heb je niets gedaan. We gaan terug naar school.
"Juf! Juf! Kijk wat ik heb gemaakt!"
En dat uit twintig bacteriënhaarden tegelijk. Bevestiging, bewijs, respons, rapport.
"Dat is keurig gekakt. Niets in het broekje maar alles in het potje!"
Om nog maar te zwijgen over de bijpassende lucht. Onderwijs is ondergewaardeerd, scholing overschat.

Met een lesbische zit ik op het terras van de soos. Het is vrijdagmiddag, de scholen zijn dicht, tijd voor een borrel. Ik moet onder de mensen komen en de lesbische is mens. Ze draagt een net, strak overhemd boven een paar sneakers en drinkt bier.
"Daar woonde ik."
Ik wijs naar de tiende verdieping van de rode flat, aan de overkant van de straat.
"En daar woonde Ingrid."
Ik wijs naar de flat die vanachter de soos opdoemt.
"Mijn vriendin heet ook Ingrid."

Dagelijks worden er werknemers ontslagen, toekomstperspectief neemt af en armoede neemt toe. De lesbische heeft juist ontslag genomen. Dan heb je ballen.
"Ik vind het juist wel grappig," zegt de lesbische daarover.
Ze vindt alles grappig, en lacht voortdurend. Ik lach mee maar ik vind het niet grappig meer.

De innovatievelingen verdwijnen. Ze stellen vragen, uiten kritiek. De uitgang is snel gevonden, al dan niet met behulp van een vertrouwenspersoon of de bedrijfsjurist. Je moet je mond houden en in de pas lopen, hoe vurig ze het tegendeel ook beweren. Niemand is te vertrouwen, zelfs zij niet die hun functie eraan ontlenen.
"Ik vraag me af wat ik er nog doe."
"Dat vraag ik me al jaren af."

Als je erbij wil horen moet je meedoen, maar meedoen betekent nog niet dat je erbij hoort. Je wordt nooit een deel van de familie als het jouw familie niet is. Je bent een indringer en geen deel van de geschiedenis. Geschiedenis is de motor die de boel bij elkaar en draaiend houdt. Niet dat ik hunker naar een familie, wel onderken ik het verlangen naar een thuis. Zonder thuis geen verlaten.

De soos was ooit thuis, waarschijnlijk daarom spreek ik er graag af. Het is veranderd, maar niet vervlogen. Er zijn wat spullen verplaatst, de keuken en de bar zijn vernieuwd maar niemand ziet het verschil. Het publiek drijft mee op de waan van de dag. Een spiegel is om foto’s van jezelf te maken en reflectie is iets voor oude mensen.

We drinken halve liters Heineken, eten bitterballen en vlammetjes en roken Lucky Strike. Ook wij zijn veranderd.
"Eigenlijk ben ik gestopt."
"Ik eigenlijk ook," zegt ze.

Tolereren leidt niet tot accepteren, imiteren niet tot integreren. Je wordt gedoogd en staat erbij als een gedekte tafel in een afhaalrestaurant.