11 April 2005

Poppenkast

Eén van de hoogtepunten toen ik nog op een ander adres logde. Redelijk uit zijn verband getrokken door het hier te plaatsen. Toch onlosmakelijk behorend bij het logverleden en een dierbare herinnering. De bewustwording van en confrontatie met het publiek had, achteraf gezien, een positief effect op mijn paranoia en dus negatief effect op de kwaliteit. Veel van wat ik daarna publiceerde keert hier daarom niet terug.

Vragen. Vragen naar. Mailen? MSN-en? Telefoonnummers. Afspreken? Daten? Vermoeiend, een log bijhouden.

Complimenten zijn leuk maar de belangstelling naar de logger komt meer voort uit nieuwsgierigheid door het intrigerende van de persoon Semtex, het fysiek, dan uit gemeende interesse naar de mens achter het log.
"Semtex date nooit."
Oh nee? Selectie aan de poort. Om aan al het gevraag een eind te maken stem ik in met het verzoek. Spreek je wel eens af? Ja. Voor het eerst ga ik afspreken met iemand die ik slechts virtueel ken. Iqqz, Seco en Stella kende ik al voor het loggen dus die tellen niet mee. Ik kom uit de kast en mail Poppetje. Ze mag me face to face interviewen. Dus lezers. Spreekt Sem weleens af? Ja. Bij deze.

Pop gaat akkoord. Logisch, zij deed de eerste aanzet. Ik maak slechts van de gelegenheid gebruik meer vragen te beantwoorden. Vragen van mijn publiek, niet van het hare. Die demonisering moet eraf. Een ongrijpbaar figuur blijven houd ik toch niet vol. Afspreken. Niet met de mailbox. Met een meid met ballen. Ik stel een thuiswedstrijd in Amsterdam voor. Zaterdagmiddag, na mijn katerslaap van vrijdagnacht. Mijn favoriete humeurmoment. Pop vindt het goed. Ik mail Pop: zaterdag a.s. Schreierstoren 16:00 uur. Schuin tegenover het C.S. Kan niet missen. Daar even kennismaken en dan via de Zeedijk naar de Nieuwmarkt. Afhankelijk van type en stemming zal ik dan een café uitkiezen.

Weblogland is een raar land. Stoppen. Doorgaan. Stoppen. Doorgaan onder een andere naam. Naamswijzigingen. Logjes verwijderen. Bekenden naar je log trekken en vervolgens gaan janken dat er bekenden op je log komen en dat je niet meer vrijuit kunt schrijven. Kinderen, jullie doen het allemaal zelf. En begin niet te zeiken over oprechtheid. Opgeilen en bij het afscheid zeggen dat je een vriendje hebt. Dat is vragen om problemen. Ik zal eerlijk zijn. Mijn werkvloer leest ook mee. Het zij zo. Het meeste ontgaat ze toch. Ik mail Seco. Je laatste log ontgaat me. Reply: Zegt de Keizer van de onnavolgbare logs. Zij, zijn, hem, haar. Zoek het maar uit allemaal. Ik was je liefde voor de voorjaarsklassiekers vergeten.

Zonder horloge leven en toch een man van de klok. Klokslag 16:00 uur loop ik naar binnen.
Hoe herken ik je? schreef Pop.
Je herkent me, schreef ik terug.

Zonnige dag. Binnen staat een meisje achter de bar. Twee kleerkasten zitten aan de stamtafel, verder is het leeg. Iedereen zit op het terras aan de zij- en achterkant. Uitzicht op het water. Intuïtief weet ik: die komt te laat. Stereotiepe vrouweneigenschap. Ik ga aan de bar zitten. Bestel een dubbele espresso en een kahlua. Nog even geen zonlicht. Eén sigaret later bestel ik nog een dubbele espresso. Te lang nagezeten vannacht.
"Sem?"
Ik draai me om. Ik heb haar niet binnen zien komen. Daarom moeten er achter een bar spiegels hangen. Zodat je kunt zien wat er achter je rug gebeurt. Ik steek mijn hand uit.
"Hoi Pop."
Geen zoenen. Nog niet. Ze ziet mijn koffie en bestelt thee.
"Ik dacht dat jij zo’n drankorgel was."
Niet op mijn nuchtere maag, doos. De kahlua is slechts voor de suiker.

Weblogland is een raar land. Virtuele incest. Naast het open log een draaiende messenger, ICQ-en, skypen en een mailbox. Reageren in de comments, reageren op de messenger, reageren op de mails. Reageer je maar suf. Reageren bij de één, reageren bij de ander. Eén zin, twee zinnen. Hooguit. Anders kunnen we het niet meer volgen. Het gaat niet om het log. En zo hobbelt iedereen achter elkaar aan. Een communicatiefabriek van de alleen thuiszittenden. Even een avondje sletten. Hop hop hop in galop. En naar voren die puntjes meisjes!

Een gewoon meisje. Er zitten ook gewone meisjes op internet. Mijn log is niet representatief. Mijn mailbox is niet representatief. Ik ben niet representatief. Goede lengte, een kop kleiner dan ik. Hakken. Leuk koppie met haar. Half lang. Meisjesachtig. Geen spetter. Gewoon. Gewoon is leuk genoeg. Gewoon is veilig. Twinkelende ogen. Ze ruikt lekker.
"Jil Sander?"
"Ja!"
Roken beïnvloedt je smaak. Niet je reukvermogen. Geen makeup. Nou ja, geen, subtiel dan. Focus. Een gelakte pinknagel. Die mag ze wel in mijn tepels zetten. Ik zeg dat ik nog even wakker moet worden en vertel mijn planning voor de komende uren. Daarna zien we wel. Ze knijpt haar ogen toe.
Dan schalks: "Daarna zien we inderdaad nog wel."

Een goede 1 april grap, absoluut. De jaloezie druipt uit de comments. Ik flirt een avondje mee. Slijmbal! Later een mailtje. Vriendje jaloers. Ah gut. Knul toch. Jaloers op een adremme brulboei? Ik reaguur neuqen en je wordt jaloers? Op het forum ben ik gestopt toen ik ontdekte dat ik tussen de peuters was beland. Met jullie ben ik ook gestopt. By the way: heb je al mogen kijken? Heb je ze al aan mogen raken? Of trek je jezelf nog steeds af bij een fotootje van haar? Geeft niets hoor, met je plassertje spelen. Doe maar wat je fijn vindt. En goed wassen hoor! Ook onder het randje. Daar komt namelijk dat rare luchtje vandaan.

Ik verstuur een smsje. De kleerkasten staan op en gaan weg. Na de koffie gaan we naar buiten en we lopen naar de Zeedijk. Tien jaar geleden werkte ik hier. Ik vertel wat over de cafés en mijn eigen geschiedenis daarin. Ik werkte hier net na de grote schoonmaak van de Zeedijk. Ondertussen heeft de verloedering alweer toegeslagen. Jammer. We lopen door naar de Nieuwmarkt. Bij de visboer haal ik mijn katerontbijt. Ik vraag Pop of ze ook vis wil. Ze trekt een vies gezicht.
"No thanks."
Whatever. Even later dirigeer ik haar naar binnen en we gaan aan de bar zitten. Pop wijn, ik bier en een jägermeister.
"Ik ben er klaar voor. Brand maar los."

Het interview ga ik hier niet reproduceren. Dat leest U maar bij Pop zelf.

De werkvloer leest mee. Ik zal ze eens wat afleiding bezorgen. Zusje komt langs. Gewoon, even koffie drinken. Ik neem Zusje mee naar mijn afdeling en stel haar voor als mijn vriendin. Zeggen dat ik AIDS heb zou minder indruk hebben gemaakt. Brood en spelen. De monden weer gesnoerd. Ik zet Zusje achter mijn bureau en laat haar mijn dagelijkse werkzaamheden zien.
"Wel saai hoor," fluistert ze.
Ik knik.
"Maar wel goede koffie!"
Ik neem haar mee naar de bovenste verdieping en we kijken uit over de stad. Ze wijst.
"Daar woont mijn moeder. En daar ben ik geboren."
Ik ga achter haar staan en leg mijn armen om haar middel. Ik zoen haar kruin. Wat later loop ik met haar mee naar buiten. Ik weet dat ze staan te kijken. Ik streel haar kontje. Ze speelt mee, schurkt zich tegen me aan en maakt haar mond zoenklaar. Zoenen is lekker.

Pop stelt haar vragen. Ik antwoord naar eer en geweten. Wantrouwen zit in mijn schijf van vijf, snelheid ook. Mijn vertrouwen valt snel te verdienen. Deze girl-next-door naast me aan de bar is oké. En stel dat ik me vergis. Wat dan nog. Ze weet hoe ik eruit zie. Lekker belangrijk. Uiteindelijk wil iedereen met zijn buurmeisje trouwen. Mijn buurjongen laat zijn nieuwste scharrel bij hem intrekken. Flashback. Mex en ik lopen op de galerij. We komen buurjongen en toenmalig vriendinnetje tegen.
"Hé, alles goed?"
"Ja hoor. We hebben besloten uit elkaar te gaan."
"Toevallig zeg. Wij ook."
Lachsalvo’s. We keuvelen als fijne buren.
"Wie houdt het huis?" vraag ik hem.
"Ik."
Ik geef een high five.
"Ik ook!"
De meiden, ex-en ondertussen, lachen.
"Succes met het verhuisgedoe."
"Jullie ook."
‘t Is dat het te vroeg voor bier was.

Weblogland is een raar land. Verliefd op een virtueel figuur. Verliefd op een website. Een weblog. Verliefd op woorden. Ik zuig je naar het beeldscherm en maak je gek. Obsessief log je in. Klik je op de link naar mijn log. Probeer je jezelf te vinden in mijn woorden. Je zoekt jezelf. Je herkent iets, je leeft mee. Je voelt mee. Je lijdt mee. Je verloochent jezelf. Je verliest jezelf. Je verliest je leven.

Het klikt.
"Vreemd voor twee watermannen samen," zegt ze.
Ik denk even na. Toch niet weer zo’n single miepje die aankomt met astrologische kletspraatjes. Makkelijke manier om een opening te maken bij het fastdaten maar hou dat geneuzel voor je als je al vier uur tegenover me zit. Praat over je ex-vriendjes. Wat beviel je, wat beviel je niet. Praat niet over je favoriete vakantieland. Praat over je diepste angsten. Praat over je littekens. Laat me je littekens zien. Dan hebben we dat gehad. Onderaan beginnen. Van onderaf naar boven klimmen. Niet andersom. Het vakantieland bepalen we ’s morgens wanneer we weggaan wel.
"Linksaf of rechtsaf?"
Planning slaat alle spontaniteit dood. Ik zal je littekens strelen. Ik zal je wonden verzorgen. Elke dag. Ik zal je leren ze te accepteren. Ik zal je leren ervan te houden. Waardoor je jezelf zal accepteren. Waardoor je van jezelf zal gaan houden.

Ik besluit Pop mijn café te laten zien. Aan de bar zitten de kleerkasten. Twee spa rood. Breeduit lachend stellen ze zich voor. Loyale gasten.
"Vertrouwde je het niet?" vraagt ze.
"Internet is ziek. Weet ik veel waar die bezoekers vandaan komen en wat ze van plan zijn."
We gaan bij de spiermassa’s zitten en praten over hun vriendinnetjes die zo komen. Pop schuurt met haar been tegen het mijne.
"Sem? Mijn laatste trein enzo…."
Ik maak de zin af.
"Is weg?"
Ze knikt. De kleerkast naast haar tikt met zijn flesje spa tegen haar wijnglas.
"Is rekening mee gehouden. Je komt veilig thuis."
Boomlang zet een nieuw rondje drank neer.
"Wie zegt dat ik naar huis wil?"

Ingehaald door de tijd. Ik verander van koers. Wijziging van strategie is geen zwaktebod. Voor je zwakheden uitkomen maakt je sterk. Dwalen en keren. Poppen en kasten. Ik onderschat U niet. Maakt U het zelf maar af.

Pop is klaar. Ik niet. Nog lang niet.