03 May 2005

Pool

"Alles goed?"

Als je niets te zeggen hebt, zeg dan ook niets en laat me met rust.

Happy people have no stories. We zitten in Festina Lente. We hebben lol. We eten. We praten. We drinken. We lachen. We flirten. We teasen. We hebben geen verhalen. We verhalen. We verhalen de schade. We halen elkaar. We bereiken elkaar. Schuldgevoelens. We betalen elkaar.

Bloedarmoede bij de bloedzuigers. Zijn we in de winter scherper? Gebrek aan inspiratie is gebrek aan uitlokking. Laten we blij zijn dat iedereen de zon opzoekt. Laat iedereen zich maar vergapen aan het lonkend vlees. Levert weer mooie verhalen op. Voorlopig hebben we hier het rijk alleen. Het wordt overzichtelijker. Het walgelijk bezitterige. Kutkatten. Kutkind.

Ik bied haar een kamer aan. In mijn huis. Niet om haar te helpen. Om mezelf beter te voelen.

Ik zoek de rust van het poolcafé op. Lege tafels. Een lege bar. Rust. De zon schijnt. Terrassen lopen vol. Ik loop naar binnen. Ik bied Holloog naast me wat te drinken aan. Ik wacht op wat gaat komen. Ik wacht op wat er nog meer naar binnen komt. Komt Niet. Kwam.

Nooit achter een boot aanzwemmen. Het café induiken en wachten op de volgende afvaart. Vanwaar die haast? Ik drink te snel.

Eentje linksaf, de andere twee rechtsaf. Is dit in scène gezet? Ze pakt mijn hand. Of ik pakte de hare. Wat is het verschil? Het maakt niet uit. Niet meer. Ze trilt. Van spanning. Zo lang heeft ze hier op gewacht. Eindelijk. Genieten van momenten zei je toch? Hier is je moment. Haar moment is daar.

Vier uur thuis. Vier uur slaap. Vier uur werken. Twee gebakken vissen en date één. Nog vier uur werken. Fiets pakken en ik zit er alweer.

"Je bent vroeg."

Misschien vind ik jou ook wel leuk. Zonder te vragen zet ze de eerste neer. Na de tweede begin ik te praten. Na de derde haal ik date twee op. Na de vierde word ik rustig. Na de vijfde ben ik te laat voor mijn volgende afspraak. Na de zesde bel ik date drie op. Na de zevende ben ik een lul. Na de achtste loop ik Vertigo binnen en bestel nummer negen en tien. Wie had het over eten? Na het dozijn vol te hebben gemaakt fietsen we terug naar het poolcafé. Ik ben eindelijk wakker. Tapas dan maar. Ik kijk naar het universiteitsgebouw aan de overkant en ik schiet vierentwintig uur terug in de tijd. Zij schiet vijf jaar terug in de tijd.

"Stel."
"..."
"Wil jij de vader worden?"

De bruidegom komt langs. Op zoek naar een slaapplaats. Sorry knul. Ik slaap ergens anders.

Lange incubatietijd. Ik heb veel bedenktijd nodig. Teveel. De tegenpartij haakt af. De tegenpartij houdt niet van twijfelaars. Van besluitlozen. Je ziet het verkeerd. Ik heb al lang besloten. Ik denk slechts over mijn besluit na. De keuze ligt al vast. Lag al vast. De uitkomst staat bij voorbaat vast. Ik heb je verteld dat ik rekenaar ben.

"Alles kut?"

Was het maar zo. De zon is lekker maar het moet niet te lang duren. Straks ga ik er nog in geloven ook. Ik zoen Potje achter de bar. Ik ken haar. Ik ga alleen naar cafés waar ik het personeel ken. Die naaien me niet. Bij anderen weet je het maar nooit.

Niet hier en daar een bui. Nee. Dat niet. Af en toe laat de zon zich zien. Beter. De zon in de gedaante van anderhalve meter passie. Niet te vaak. Dan word je immuun.

De eerste keer is niet de beste keer. Mensen verwarren spanning met kwaliteit. Een goede plaat geeft ook pas na talloze draaiuren zijn geheimen prijs. Ik wil talloze draaiuren met je doorbrengen. Draaibeurten. Ik blijf om je heen draaien. Van alle kanten ga ik je bekijken. Bewaar je geheimen. Bewaar je orgasmes. Voor later. Anders verlies ik mijn interesse. Mijn aandacht. Meer wijn, meer aandacht. En maak de wc even schoon. Gewoon. Beetje normen en waarden, kleintje.

Hij is niet thuis. Of we meegaan. Gaan jullie maar, ik kijk wel. Het kutkind zegt hetzelfde. Ze kijkt ook liever. Een klaarkomende vrouw is mooi.

Ik ben allergisch voor katten. Toch aai ik haar. Ik wil bij Teiltje in het mandje. "Neuken?" Ik ben wel eens subtieler geweest.

Zelf initiatief nemen werkt niet. Heeft nooit gewerkt. Zal niet werken. Kom daarom maar naar mij toe. Dat werk. Dat werkt. Ze kwam. Ze komt klaar. Ik steek een sigaret op. "Mag ik er ook één?" Ik geef haar mijn sigaret en sla mijn armen om haar heen.

Het wordt tijd mijn eigen woorden te lezen. Het geschreven woord. Zwart op wit. Te lezen en te begrijpen. Mezelf te zien. De spiegel. Was het echt zo erg? Ik zie alleen de littekens. Ik heb anderen nodig om de rest te zien. Om mij de rest te laten zien.

Ze stoot haar wijn om. Zenuwachtig? Ik stop met bier en stap over op de wijn. Zoent lekkerder. We zijn met z’n drieën. Wie zoent er straks met wie? Wie slaapt er bij wie? Of zullen we gewoon niet gaan slapen. We kunnen kijken. Naar elkaar. Ik sport niet. Ik spot.

Ik krijg de smaak te pakken. Afspreken is leuk. Hangt natuurlijk wel van het gezelschap af. Ik moet het anders formuleren. De afspraken zijn leuk want het gezelschap is goed.

Ze wordt hees. Vaag dronken meisje. Lief meisje. Leuk meisje. Ze doet een poging het café schoon te maken. Ik doe een poging in haar bed te belanden. Twee uur later. Ik ben in de berm beland. Ik schop de fiets van me af. Controleer mijn knieën. Dronken mensen breken nooit wat. Laat staan het ijs.

Het ijs is gesmolten.