02 October 2005

Iemand

"Bied je mij niets aan?"
Ik heb haar niet binnen zien komen. Ik kijk haar zwijgend aan.
"Ik ben weer clean."
Vooral dat weer doet het hem. Voor hoelang dit keer?
"En over een maand krijg je je geld terug."

Ik wil dat geld helemaal niet terug. Eens gegeven blijft gegeven. Ik geef makkelijk. Laten mensen zichzelf maar ten gronde richten, dan hoef ik het niet te doen. Met tegenzin bestel ik iets te drinken voor haar. Ondertussen kijk ik naar te jong aan de overkant van de bar.
"Wat doe jij hier eigenlijk?"
Mezelf beter proberen te voelen.

Ik vraag waar ze tegenwoordig woont.
"In de Bloedstraat. Hier om de hoek. Ik heb een matras bij de jongens van het atelier."
Dat is slapen, dat is geen wonen.
"Wil je het zien? We kunnen er zo meteen even heenlopen."
Zo meteen is dus na sluitingstijd. Ik staar naar te jong, ze voelt het en kijkt strak terug. Wedstrijdje? Heel even flitsen haar ogen naar de gevulde plek naast mij aan de bar. Haar onderlip draait naar binnen. Ik heb verloren.

Ze staat op.
"Ik ga even iemand gedag zeggen."
Ik blijf zitten en volg haar route door het café. Ik herken hem. Leeft hij nog steeds? Ze wijst naar me en we maken oogcontact. Hij knikt naar haar, grijnst naar mij. Vanavond niet op afbetaling. Een pakje sigaretten wisselt van jaszak. De trut. De barkeeper zet een biertje voor me neer en ik geef hem het geld. Opgewekt komt ze weer naast me zitten.
"Alleen voor vannacht. Oké?"
Ik antwoord door op te staan. Ik pak mijn biertje en loop naar te jong. Nu ga ik even iemand gedag zeggen.

Wanneer ik bij haar ben komt de grijns naar me toe.
"Je hebt het er maar druk mee."
"Waarom ben jij nog niet dood?"
Hij slaat me op mijn schouders.
"Jack Daniels, toch?"
Ik knik.
"Met ijs. En geef haar ook wat."
Ik wijs naar te jong. Haar onderlip zit nog steeds in haar mond. Misschien dat de lip terugdraait wanneer ze een slokje neemt.

"Wat moet je?"
Ze kijkt me niet aan terwijl ze het zegt. In plaats daarvan kijkt ze naar de plek waar ik zojuist zat. Vroeger kwam ik hier vaak. Maakte makkelijk contact maar zat met hetzelfde gemak twee uur zwijgend aan de bar. Altijd dezelfde barkruk. De barkruk die nu leeg is. Denken. Drinken.

Ik antwoord met een tegenvraag en vraag hoe ze heet. Vragen die met hoe en waarom beginnen doen het altijd goed. Ze negeert de vraag.
"Je bent met iemand."