Overal wordt gepraat. Heb je een leuke vakantie gehad of ga je nog op vakantie?
De collega’s van Bernadette zijn vroeg vandaag, Bernadette is er zelf niet bij. Ze zitten aan het begin van de zaal, niet in het gebruikelijke derde kwartier. Gisteren droeg ze een fleurige, overwegend rode jurk. Toen begreep ik waarom ik altijd heb gedacht dat ze Japans was. Het is niet haar huidskleur of stijl gitzwarte haar, het is haar houding. Statig, met een kaarsrechte rug, het uitdrukkingsloze gelaat erboven, niet overdreven netjes of overdressed, wel tot in de puntjes verzorgd. Als haar gezicht draait naar een gesprekspartner dan draait haar lichaam mee. Ik moet aan Julie denken, zij heeft ook een geforceerd rechte rug - al denk ik niet dat Bernadette kalfslederen korsetten draagt.
Overal wordt geklaagd. Het was slecht weer of het wordt slecht weer.
Ik schuif aan bij een stel dat is uitgegeten, in zoverre, de borden zijn leeg, wat de verwachting wekt dat ze snel zullen vertrekken. Verwachtingspatronen, altijd lastig. Echtscheidingsproblematiek dwarrelt mijn kant op. Wat ooit een man was vertelt hoe kapot hij is als hij de kinderen weer heeft afgezet bij zijn ex. Hij kan daarna niets anders doen dan op de bank liggen en huilen. Hij heeft een levensgrote foto van zijn kinderen ingelijst en tegen de muur gezet, midden in de woonkamer. Hij laat de foto gelukkig niet zien. Als mensen over foto’s beginnen dan is het de bedoeling dat je kijkt en luistert. Dit zijn levens waarnaar ik niet wil kijken, dit zijn levens die ik wil vertrappen. Zelfbeklag gepersonifieerd in een vale polo en een gekreukte zomerbroek. Je bent niets dus je gaat trouwen. Je bent nog steeds niets dus je neemt een kind. Je bent nog steeds niets dus je neemt nog een kind. Je bent nog steeds niets dus je vrouw wil scheiden. Je bent niets dus je stemt toe. Conclusie: Je was niets en je bent niets geworden. Wat is het verschil? Je hebt niets verloren. Bekijk het van de positieve kant: kinderen moeten geen loser als voorbeeld. De zelfbewuste moeder zet ze sterker in de maatschappij dan jij met je milieuvervuilende verzameling drukinkt aan de muur. Misschien is dat de oplossing voor jou: tegen de muur zetten. De collega waartegen hij denkt te praten blijkt ook een ex te hebben. Ze waren gelukkig nog niet aan kinderen begonnen. Ze waren gelukkig getrouwd.
Overal gaat het over geld. Het was te duur of ze zijn goed belazerd.
Jacqueline zit buiten op één van de houten banken. Ze rookt een sigaret. Het huwelijk heeft haar goed gedaan, ze is weer gaan roken. Zuivere wiskunde: stoppen met roken + trouwen = kinderen krijgen. Logica, altijd lastig. Ik zit aan de andere kant van het pad en word omringd door medecursisten. Ik heb alle lessen gevolgd en ken iedereen, Jacqueline hield het na drie lessen voor gezien. Een juist besluit, voor de eerste module haalde ze een tien. Bij de eerste module zat ik één keer achterin de zaal. Na de les kon ik geen sheet reproduceren, wel wist ik precies te vertellen wat iedereen voor kleding aanhad en hoe vaak de meisjes het scherm van hun mobiele telefoon hadden bekeken. Jacqueline droeg lichtbruine laarzen van Sacha, grof en stoer, de carrièrekut droeg zwarte laarzen met een platte hak, het meisje met de kuiltjes in haar wang droeg zware motorlaarzen die waren vastgezet met riempjes, het meisje naast haar was de enige die een rok droeg, van onder opgevuld door roodbruine kniehoge laarzen met een ronde neus. Het was een goede laarzenwinter, helaas werk ik daarvoor bij het verkeerde bedrijf. Jacqueline stopt het loshangend haar achter haar oor, haar gezicht wordt zichtbaar en ze schenkt me een stralende lach. Ze integreert niet bij de groep. Voordat ze naar binnen loopt komt ze bij me staan. Ik pak haar hand en draai de trouwring rond tussen mijn vingers. "Dat jij zulke dingen onthoudt." Je onthoudt niet wat belangrijk is, wat je onthoudt is belangrijk.
Overal liggen mobiele telefoons. Sommige gaan af, sommige niet. Het maakt geen verschil.
Het graatje van vijfentwintig dat naast me zit is al anderhalve week ziek. Twee weken Italië en geen seks gehad. Er wordt voor minder zelfmoord gepleegd. Het is mijn openingsvraag aan de bruin verbranden, de rest van de verhalen blijft dan meestal wel achterwege. Als bonus verstuur ik een dag voordat ze terugkomen een aantal grote bestanden. Wie op verhalen trakteert verdient ook zelf een cadeautje. Het gevolg is een onbereikbare mailbox, dan zijn ze meteen een tijdje zoet. Ik help haar met haar houding. We hebben pumps gekocht waar ze thuis op oefent en als ik haar tegenkom in de gang dan trek ik haar schouders naar achter. Vervelend hoor, ziek zijn met dit weer. Ik belde haar vanochtend op, ik kreeg haar voicemail. Waarschijnlijk oefent ze in het wilde weg.
Nergens wordt geleefd. Het is te heet of ze zijn niet heet genoeg.
De zon schijnt en we gaan elkaar bekijken. Ik heb het zelfs op de fiets, gezichten die meedraaien, het testen van de rekkracht van de nek. Mijn fiets loopt nu weer geluidloos en geolied, toen alles rammelde was het nog erger. Als je herrie maakt kijken mensen naar je. Dan ben je al op de helft, nu alleen nog een gesprek beginnen en afmaken. Dan kun je bijvoorbeeld zeggen: "Wat een mooie hond, wat voor ras is het?" Mensen die hun hond uitlaten maken gemakkelijk een praatje. De opening is niet al te ingewikkeld want ze hebben iets gemeenschappelijk. "Het is mijn man," krijg je dan te horen. "Een man houdt vreemden buiten de deur." Vrouwen, altijd lastig. Ik ben op zoek naar een levensgrote poster van Ringo, niet voor aan de muur maar voor op de deur - de deurknop ter hoogte van haar middel bij de uiteinden van de veters van haar korset.
Mij hoor je niet klagen, ik eet het liefst alleen. In verre oorden is alles mogelijk. Vakantie is afleiding van de gedachte waar het werkelijk om gaat.
30 July 2008
29 July 2008
22:56 (3) - Folkert
Folkert heeft een gele auto. Het is een mini bestelauto met oranje zwaailichten op het dak. De auto is van binnen gevuld met allerhande soorten gereedschap: een gevarendriehoek, een jerrycan, sleutels in alle soorten en maten en allerlei soorten kabels, stukken rubber en lampen. Ik ga voorin naast Folkert zitten. Hij steekt zijn hand uit. Achterin kun je niet eens zitten of je moet graag een sleutel in je been willen terwijl je kloten proberen de contactpunten van de stroomkabels te ontwijken. Op het dashboard staat een klein computerscherm. In het midden van het scherm staat de melding, daaronder mijn naam, adres en telefoonnummer. Ik beantwoord zijn hand. "Erwin." Folkert start zijn kanariegele auto en ik verlaat het tankstation. De regen klettert onophoudelijk. Folkert vraagt of we nog ver moeten. Ik wijs naar het adres. "Amsterdam." Folkert vertelt dat het in dit gebied de hele dag al noodweer is geweest. We hebben er niets van gemerkt, Nederland is klimatologisch gek. Volgens Folkert hebben we het meeste water nu wel gehad en wordt het vannacht beter. Ja, Folkert, vannacht wordt alles beter. Boven de melding op het schermpje staat het tijdstip ervan: 22:56. Het is intussen twaalf uur geweest. Kleine meisjes moeten al lang naar bed.
28 July 2008
22:56 (2) - Killing time
Lichtelijk doorweekt tot op het bot en redelijk buiten adembereik bereikten we het tankstation. In mijn linkerhand had ik een plastic tas waarin ik twee droge shirts, mijn telefoon en mijn sigaretten had gedaan. Ik stak een sigaret op en kreeg weer lucht. Op deze momenten ben ik blij dat ik rook. Geen panisch en of paniekerig gedoe maar rustig een sigaretje roken. Of twee. Toen liepen we naar binnen en we kochten water en paracetamol. We stonden te trillen, de jongen achter de kassa bood ons koffie aan. Ana had hoofdpijn gekregen en belde haar zus, ik berekende de 3R-kosten van het tankstation. We trokken allebei een droog shirt aan en gingen naar buiten om op te warmen. Het was koud binnen, de halve winkel bestond uit koelapparatuur. Buiten stonden genoeg zakken briketten en flessen spiritus om de provincie die we zojuist hadden verlaten te kunnen barbecueën. We gingen op de grond zitten, tussen de bloemen en de brandblussers in. Ik had zin om te vrijen en voelde de lunch tegen mijn sluitspier kloppen. Je moet toch wat om de tijd te doden. Ana pakte haar mobiele telefoon en we luisterden naar een mp3-tje van Hans Teeuwen. Tijdens haar therapie had ze het nummer ook gebruikt. "Hier word ik blij van," zei ze. Niet veel later kwam de politie.
27 July 2008
22:56
Er brandde een rood lampje. Daar schrok ze van. Ik niet, rode lampjes branden vaak zonder reden. De dashboardverlichting was wat zwak. Daar schrok ze van. Ik niet, als je de hele dag de zon hebt gezien is elk beeld schemerig. Toen lieten de wolken al hun water vallen en de ruitenwissers moesten aan. De ruitenwissers gingen niet zo snel. Daar schrok ze van. In stand één en stand twee deden ze helemaal niets, in de derde stand waren ze nog wel bereid om over de voorruit heen te kruipen. Dat was niet handig want nu konden we de weg niet goed zien. Wanneer je auto rijdt is het belangrijk dat je de weg waarop je rijdt kunt zien. Anders zou je de weg kunnen kwijtraken. Raak is in dat geval mis. We volgden de witte strepen aan de linkerkant van de auto. De witte strepen werden steeds slechter zichtbaar en verdwenen langzaam in het donker. We concludeerden dat de verlichting het had begeven. Toen stopten de ruitenwissers er voorgoed mee en ook de dashboardverlichting had er geen zin meer in. De auto rolde nog een stukje door en toen stonden we stil. Midden op de snelweg, in het pikkedonker, in de middle of nowhere, terwijl de regen met bakken tegelijk naar beneden kwam. Het was een kwestie van seconden voordat de eerstvolgende weggebruiker bovenop ons zou knallen, een enkele reis naar de hemel als bonus bij de blikschade achterlatend. Samen naar de hemel, ten minste één droom zou zijn uitgekomen.
22 July 2008
Leverworst
Dude vindt Bernadette een geile naam, ik vind Bernadette geen mooie naam. Bernadette draagt vandaag een zwart jasje, een grijze rok, een zwarte maillot en haar zwarte puntlaarzen. Ik sta achter haar in de rij bij de borden en het bestek, het beginpunt van de kantoorgerechtelijke massaconsumptie. Ze ruikt lekker. Ik vind Bernadette mooi.
Niet eerder stond ik zo dichtbij, één keer bijna toen ik met Dude in het stamcafé van het bedrijf stond en ze met vier mannelijke collega’s naast ons kwam staan. Ik herkende haar niet, ik vertelde een verhaal terwijl ik staarde naar de achterkant van een goedgeklede gelaarsde zwartharige en me irriteerde aan de vier pakken erom heen. We kennen de meeste klanten in het stamcafé, maar dit exemplaar had ik er niet eerder gezien. Toen ik haar gezicht zag, stokte het verhaal dat ik Dude vertelde. Het was het verhaal over mijn nieuwste aanwinst in lunchobsessies.
Het heeft maanden geduurd voordat ik haar naam had achterhaald.
"Dat vind ik nou een geile naam," zei Dude toen.
De mannen praatten, Bernadette bestelde vier bier en een rode wijn. Het meisje achter de bar droeg een zwarte polo, de knoopjes uiteraard los. Ze rekende de bestelling af en ze reikte de glazen aan. De mannen praatten verder, Bernadette nam een slokje van haar wijn en ze opende haar tas. Dat doen meisjes wel vaker als de mannen staan te praten, hun tas open doen. Gewoonlijk komt er dan een mobieltje tevoorschijn dat tevergeefs wordt gecontroleerd. Bernadette pakte niet haar mobiele telefoon, uit haar tas kwam een pakje Marlboro light.
Die handeling maakte haar nog mooier, ze leek me niet het type dat rookte. Ongefundeerd vooroordeel. Ze stak een sigaret aan en op het moment dat ze de rook uitblies draaide ze haar hoofd naar onze kant. Dat waren mijn ogen. Ze keek me aan zonder ook maar een spier in haar gezicht te vertrekken - haar bruine hondstrouwe ogen zeiden zowel "help me" als "val dood". Misplaatste inschattingstechniek. Ze rook lekker.
Christine blies een keer rook in mijn gezicht. De hele bar was voorzien van drank en ze ging recht tegenover me staan, klaar voor de nicotinepauze.
"Weet je wat dat betekent?" vroeg ze.
Mijn ogen vroegen om een herhaling, Christine legde het pakje Marlboro light neer.
"Wanneer iemand rook in je gezicht uitblaast," verduidelijkte ze.
Ik schudde mijn hoofd.
"Dat betekent dat ze met je naar bed willen."
Overduidelijk.
Bij de soep neem ik afscheid van Bernadette, ik heb vandaag geen trek in soep. Mijn plaats bij het raam is ingenomen door drie stropdassen. Wat doen die gasten in de loser’s hoek? Ga carrière maken, sukkels. Ik neem de tafel ervoor en schuif aan bij tweehonderd kilo vet verdeeld over anderhalve vrouw. Uit het gesprek dat ik opvang begrijp ik dat er gisteren niets leuks op televisie was.
Terwijl ik eet constateer ik wie er niet aan schoolvakanties zijn gebonden. Debbie draagt vandaag een witte rok, gympen en een beigekleurig jasje. Voordat ze gaat zitten trekt ze het jasje uit. Een hemd en een set sportschoolarmen komen tevoorschijn. Debbie is verhuisd en in Amsterdam komen wonen. De zwarte puntlaarzen zijn verdwenen achter één van de grote nepplanten.
Ooit nam ik Zusje en India mee om Christine te keuren. Ik vond Christine mooi.
"Past niet bij jou," was het resolute oordeel.
Niet eerder stond ik zo dichtbij, één keer bijna toen ik met Dude in het stamcafé van het bedrijf stond en ze met vier mannelijke collega’s naast ons kwam staan. Ik herkende haar niet, ik vertelde een verhaal terwijl ik staarde naar de achterkant van een goedgeklede gelaarsde zwartharige en me irriteerde aan de vier pakken erom heen. We kennen de meeste klanten in het stamcafé, maar dit exemplaar had ik er niet eerder gezien. Toen ik haar gezicht zag, stokte het verhaal dat ik Dude vertelde. Het was het verhaal over mijn nieuwste aanwinst in lunchobsessies.
Het heeft maanden geduurd voordat ik haar naam had achterhaald.
"Dat vind ik nou een geile naam," zei Dude toen.
De mannen praatten, Bernadette bestelde vier bier en een rode wijn. Het meisje achter de bar droeg een zwarte polo, de knoopjes uiteraard los. Ze rekende de bestelling af en ze reikte de glazen aan. De mannen praatten verder, Bernadette nam een slokje van haar wijn en ze opende haar tas. Dat doen meisjes wel vaker als de mannen staan te praten, hun tas open doen. Gewoonlijk komt er dan een mobieltje tevoorschijn dat tevergeefs wordt gecontroleerd. Bernadette pakte niet haar mobiele telefoon, uit haar tas kwam een pakje Marlboro light.
Die handeling maakte haar nog mooier, ze leek me niet het type dat rookte. Ongefundeerd vooroordeel. Ze stak een sigaret aan en op het moment dat ze de rook uitblies draaide ze haar hoofd naar onze kant. Dat waren mijn ogen. Ze keek me aan zonder ook maar een spier in haar gezicht te vertrekken - haar bruine hondstrouwe ogen zeiden zowel "help me" als "val dood". Misplaatste inschattingstechniek. Ze rook lekker.
Christine blies een keer rook in mijn gezicht. De hele bar was voorzien van drank en ze ging recht tegenover me staan, klaar voor de nicotinepauze.
"Weet je wat dat betekent?" vroeg ze.
Mijn ogen vroegen om een herhaling, Christine legde het pakje Marlboro light neer.
"Wanneer iemand rook in je gezicht uitblaast," verduidelijkte ze.
Ik schudde mijn hoofd.
"Dat betekent dat ze met je naar bed willen."
Overduidelijk.
Bij de soep neem ik afscheid van Bernadette, ik heb vandaag geen trek in soep. Mijn plaats bij het raam is ingenomen door drie stropdassen. Wat doen die gasten in de loser’s hoek? Ga carrière maken, sukkels. Ik neem de tafel ervoor en schuif aan bij tweehonderd kilo vet verdeeld over anderhalve vrouw. Uit het gesprek dat ik opvang begrijp ik dat er gisteren niets leuks op televisie was.
Terwijl ik eet constateer ik wie er niet aan schoolvakanties zijn gebonden. Debbie draagt vandaag een witte rok, gympen en een beigekleurig jasje. Voordat ze gaat zitten trekt ze het jasje uit. Een hemd en een set sportschoolarmen komen tevoorschijn. Debbie is verhuisd en in Amsterdam komen wonen. De zwarte puntlaarzen zijn verdwenen achter één van de grote nepplanten.
Ooit nam ik Zusje en India mee om Christine te keuren. Ik vond Christine mooi.
"Past niet bij jou," was het resolute oordeel.
20 July 2008
Contrast
Lief,
Vanmiddag zag ik dat je hyvesaccount is opgeheven. Jammer.
Ik kwam er regelmatig. Niet om te krabbelen, als ik iets wil zeggen dan bel ik je, wel om naar de foto’s te kijken. Een manier om op de hoogte te blijven van je reilen en zeilen, een glimp van je leven door middel van beelden.
Beelden die ik zelf thuis niet zie, beelden in schril contrast met onze schrijfsels en gesprekken. Huiselijke beelden, of zeg maar gewoon burgerlijke beelden. Van het groeien van je kinderen via de bank die van het midden van de kamer naar de linkermuur verhuisde tot aan het groeien van je haar. Ik kijk graag naar levens van anderen. Ik kijk graag naar jouw leven. Ik kijk graag naar jou. Door de foto’s voel ik me, hoe minimaal dan ook, deelgenoot.
Wil je me de foto mailen waarop je met je dochter in je armen in je witte zomerjurk op het strand staat?
x,
S
Vanmiddag zag ik dat je hyvesaccount is opgeheven. Jammer.
Ik kwam er regelmatig. Niet om te krabbelen, als ik iets wil zeggen dan bel ik je, wel om naar de foto’s te kijken. Een manier om op de hoogte te blijven van je reilen en zeilen, een glimp van je leven door middel van beelden.
Beelden die ik zelf thuis niet zie, beelden in schril contrast met onze schrijfsels en gesprekken. Huiselijke beelden, of zeg maar gewoon burgerlijke beelden. Van het groeien van je kinderen via de bank die van het midden van de kamer naar de linkermuur verhuisde tot aan het groeien van je haar. Ik kijk graag naar levens van anderen. Ik kijk graag naar jouw leven. Ik kijk graag naar jou. Door de foto’s voel ik me, hoe minimaal dan ook, deelgenoot.
Wil je me de foto mailen waarop je met je dochter in je armen in je witte zomerjurk op het strand staat?
x,
S
17 July 2008
Opblaaspop
Vanochtend was ik bij de dokter, bij de fietsendokter om precies te zijn. Mijn fiets was ziek. Er zat een stevige voorhoofdsholteontsteking, er zat een ingegroeide teennagel, hij had twee gekneusde vingers en iets van een aambei. Dat laatste moest even nader worden bekeken. Ik steek niet zelf mijn hand in een achterste, daar heb je specialisten voor.
Bij de fietsendokter loop je zo naar binnen, hij werkt niet volgens afspraak. Er waren drie fietsendokters met zwarte smeer op hun spijkerbroek er was één fietsendoktersvrouw in een stoere overall met opgestroopte mouwen. De fietsendokter zei dat een poliklinieke behandeling zou volstaan. De ingrepen zouden onder plaatselijke verdoving plaatsvinden. In de namiddag, tegen vijf uur, zou ik mijn fiets in de uitslaapkelder kunnen ophalen.
Terwijl ik een traantje wegwijsvingerde aaide ik mijn zieke tweewieler over zijn zadel, in de wetenschap dat hij in besmeerde maar geoliede handen was. Het onderzoek zou glad verlopen, mijn enige zorg was of de banden in dat benauwde hok wel genoeg lucht zouden krijgen. Toen ging ik naar mijn werk.
Toen ik op mijn werk was, kon ik me niet goed concentreren. De baas begreep me, je zit met je gedachten toch ergens anders. Vannacht had ik alle vlogs van Cotorich bekeken en op het beeldscherm van de computer zag ik steeds haar gezicht terugkomen. Zelfs het glitterhemdje van Vijfentwintig naast me bracht me niet op andere gedachten. Als ik maar even wegdroomde kwam ze tevoorschijn. Toen heb ik de screensaver uitgezet.
Tijdens de lunch belde ik naar de fietsendokterskelder. Werd voorheen alles gemold aan je fiets dat maar gemold kon worden, de reflector, de verlichting, de banden, de bagagedrager en natuurlijk het slot, deze fiets is de afgelopen jaren glorieus doorgekomen. Zelfs de fietspomp, gewoonlijk na één dag gescheiden van het functionele nut, stond nog fier ingeklemd op het frame. Het gaat goed met de fatsoensnormen in Amsterdam. Er zijn minder junks en er is betere opvang voor daklozen, verslaafden en bejaarden, dat natuurlijk ook maar dan toch. In de fietsendokterskelder werd niet opgenomen. Ze waren zeker aan het lunchen.
’s Middags meldde ik me af voor een vergadering zodat ik eerder weg kon gaan, je fiets gaat altijd voor. Als antwoord kreeg ik de melding dat de vergadering was afgelast omdat er te weinig mensen waren. Het is hoogseizoen voor de fietsendokters. Toen stuurde ik het weekend een berichtje dat alles goed was. Als antwoord kreeg ik de mededeling dat we met de auto gaan. U wilt op een parkeerplaats cruisen. Mag dat? Onder tijdsdruk gaan mensen in de fout.
Ik wil best een cadeautje meenemen, graag zelfs, maar ik weet de maat niet. Het steekt erg nauw met dat spul, misschien kan ik beter haar ermee insmeren en het dan hard laten worden. Ik weet niet of ze van planten houdt. Planten voelen dat, je moet ermee uitkijken. Ik zou aan de fietsendokter wat oude fietsbanden kunnen vragen. Je leest wel eens verhalen dat ze gereedschap achterlaten na een operatie. Als een relatie routine wordt dan gaat het fout.
Om vier uur ging ik terug naar de fietsendokter. Ik wilde erbij zijn als mijn fiets wakker werd. Niets is zo erg als wakker worden in een kelder vol onbekende fietsen. Toen ik binnen kwam opende hij juist zijn velgen. Hij zag er goed uit, hij trilde nog wat na door de spanning van de ketting en de banden maar dat was dan ook alles. Over een maand even terug voor controle was de boodschap en de mouwen van de overall gingen naar beneden. Toen mocht ik de fiets meenemen en we gingen fietsen. In het begin een beetje onwennig maar al snel kwamen we op tempo. Ik nam de toeristische route, buitenlucht is goed voor fietsen. Volgende maand neem ik iets mee voor de overall, een set snelbinders kan ze vast wel waarderen.
Om zes uur, na een uur fietsen en een pisstop in de Amstel, waren we thuis. Ik zette mijn fiets in de kelderbox en genoot van de spanning. Toen ontdekte ik dat de fietspomp was verdwenen.
Bij de fietsendokter loop je zo naar binnen, hij werkt niet volgens afspraak. Er waren drie fietsendokters met zwarte smeer op hun spijkerbroek er was één fietsendoktersvrouw in een stoere overall met opgestroopte mouwen. De fietsendokter zei dat een poliklinieke behandeling zou volstaan. De ingrepen zouden onder plaatselijke verdoving plaatsvinden. In de namiddag, tegen vijf uur, zou ik mijn fiets in de uitslaapkelder kunnen ophalen.
Terwijl ik een traantje wegwijsvingerde aaide ik mijn zieke tweewieler over zijn zadel, in de wetenschap dat hij in besmeerde maar geoliede handen was. Het onderzoek zou glad verlopen, mijn enige zorg was of de banden in dat benauwde hok wel genoeg lucht zouden krijgen. Toen ging ik naar mijn werk.
Toen ik op mijn werk was, kon ik me niet goed concentreren. De baas begreep me, je zit met je gedachten toch ergens anders. Vannacht had ik alle vlogs van Cotorich bekeken en op het beeldscherm van de computer zag ik steeds haar gezicht terugkomen. Zelfs het glitterhemdje van Vijfentwintig naast me bracht me niet op andere gedachten. Als ik maar even wegdroomde kwam ze tevoorschijn. Toen heb ik de screensaver uitgezet.
Tijdens de lunch belde ik naar de fietsendokterskelder. Werd voorheen alles gemold aan je fiets dat maar gemold kon worden, de reflector, de verlichting, de banden, de bagagedrager en natuurlijk het slot, deze fiets is de afgelopen jaren glorieus doorgekomen. Zelfs de fietspomp, gewoonlijk na één dag gescheiden van het functionele nut, stond nog fier ingeklemd op het frame. Het gaat goed met de fatsoensnormen in Amsterdam. Er zijn minder junks en er is betere opvang voor daklozen, verslaafden en bejaarden, dat natuurlijk ook maar dan toch. In de fietsendokterskelder werd niet opgenomen. Ze waren zeker aan het lunchen.
’s Middags meldde ik me af voor een vergadering zodat ik eerder weg kon gaan, je fiets gaat altijd voor. Als antwoord kreeg ik de melding dat de vergadering was afgelast omdat er te weinig mensen waren. Het is hoogseizoen voor de fietsendokters. Toen stuurde ik het weekend een berichtje dat alles goed was. Als antwoord kreeg ik de mededeling dat we met de auto gaan. U wilt op een parkeerplaats cruisen. Mag dat? Onder tijdsdruk gaan mensen in de fout.
Ik wil best een cadeautje meenemen, graag zelfs, maar ik weet de maat niet. Het steekt erg nauw met dat spul, misschien kan ik beter haar ermee insmeren en het dan hard laten worden. Ik weet niet of ze van planten houdt. Planten voelen dat, je moet ermee uitkijken. Ik zou aan de fietsendokter wat oude fietsbanden kunnen vragen. Je leest wel eens verhalen dat ze gereedschap achterlaten na een operatie. Als een relatie routine wordt dan gaat het fout.
Om vier uur ging ik terug naar de fietsendokter. Ik wilde erbij zijn als mijn fiets wakker werd. Niets is zo erg als wakker worden in een kelder vol onbekende fietsen. Toen ik binnen kwam opende hij juist zijn velgen. Hij zag er goed uit, hij trilde nog wat na door de spanning van de ketting en de banden maar dat was dan ook alles. Over een maand even terug voor controle was de boodschap en de mouwen van de overall gingen naar beneden. Toen mocht ik de fiets meenemen en we gingen fietsen. In het begin een beetje onwennig maar al snel kwamen we op tempo. Ik nam de toeristische route, buitenlucht is goed voor fietsen. Volgende maand neem ik iets mee voor de overall, een set snelbinders kan ze vast wel waarderen.
Om zes uur, na een uur fietsen en een pisstop in de Amstel, waren we thuis. Ik zette mijn fiets in de kelderbox en genoot van de spanning. Toen ontdekte ik dat de fietspomp was verdwenen.
13 July 2008
Noord/Zuidlijn
Opa is niet gekomen. De rest van de familie is er wel. Ouders en stiefouders, ouder en lelijker. Koffie en vers geperste jus in plaats van flessen wijn en likeur. ’s Middags in plaats van ’s avonds, lunch in plaats van tapas. Zonder drank ben ik minder gedreven, ik kwijl minder, zoek niet naar woorden en houd mijn handen thuis. Zoeken is zelfgecreëerde werkverschaffing, je moet gewoon niets kwijtraken.
Het is het zevende jaar, het zeven achtereenvolgende jaar. Je moet ergens een grens trekken. Ik hoor bij de groep van ongehuwd aangetrouwden. Bij het woord huisvriend denk ik eerder aan huismijt dan aan een welkome gast. Zelf vermijd ik de spiegel. Er is altijd iets anders om over na te denken. Ze passeren de revue, allemaal. Op deze momenten blijkt het geheugen nog prima te werken. Op welke momenten niet? Ik kan het me nu even niet herinneren. Ik weet wat er gebeurt en ik weet wat er gaat gebeuren. Aan alles komt een eind.
Zwager die ik de afgelopen twee verjaardagen bezighoud, het wringt tussen hem en de zussen. De zwangere, ze werpt over een maand en trouwt volgend jaar. Haar aanstaande: geaccepteerd, geïntegreerd en gestabiliseerd. De te jonge vader met het altijd vochtige voorhoofd, ik vergeet steeds wat voor werk hij doet. De tien jaar oudere moeder van zijn kind, Russisch of Oost-Europees, dat weet ik - ook - niet meer. Hebben ze het écht wel geprobeerd om vanmiddag een oppas voor de schijtfabriek te vinden? En tot slot de visagist, ze schminkt meisjes die belspelletjes presenteren. Ze heeft een mooie kop maar te veel heup. Uiteindelijk zijn ze toch maar getrouwd, ik voorspel bekkeninstabiliteit.
Op de uitklapbare IKEA-tafel staan de schalen die ik kan uittekenen. De gele saladekom, de groene saladekom, de schaaltjes van oma met wortel, paprika en komkommer, de tupperwarebakjes met feta, tapenade, chorizo en filet americain en de twee ronde plateaus met hartige taart om het af te maken. Het stokbrood moet je in de keuken halen. Er is geen vis.
De zweefteven zijn er, te veel goud en te weinig kleding, te veel verhalen met te weinig inhoud. De geadopteerde speelt emotioneel labiel. Ze heeft haar ouders gezocht maar niet gevonden. Bij thuiskomst meldde ze zich ziek, haar darmen trokken het inheemse voedsel niet. Nooit je afkomst verloochenen. De Italiaanse is er, vorig jaar in slim fit op pumps, nu in zomertenue op zaaddodende witte gympen. Als er twee mensen ruzie maken dan zijn er twee verhalen. Toen ik het tweede verhaal hoorde vond ik haar niet meer zo slim. Iedereen liegt, je weet alleen niet wanneer je de waarheid nodig hebt. Huisgenoot is er en lekker op tijd, ze woont intussen samen met een ander. Ik smelt nog steeds voor haar met sproeten gevulde, broze gezicht. Ze is getemd. Haar roekeloosheid was haar aantrekkelijkheid - naast haar lichaam, lippen en dito bos haar. Ze is het product van een gescheiden kunstenaarsechtpaar, het meest onbevangen van ons allemaal. Is er überhaupt iemand aanwezig die wel op een normale manier is grootgebracht?
In de woonkamer wordt gegeten, er wordt gerookt op het balkon. Aan de rechterkant van het balkon zit de deur naar de keuken, meteen daarachter staat de koelkast. Twee flessen rosé en één fles witte wijn, verder een overdosis aan fruitsap en frisdrank. Boven op één van de keukenkastjes staat een onaangeroerde fles sake. Het is mijn cadeau van vorig jaar - het heeft niet zo mogen zijn. Het is zondagmiddag, we zitten buiten op het terras en we bestellen onze lunch. Ik heb me niet afgemeld. Over zeven jaar zal de fles er nog precies zo staan. Ik weet wat er is gebeurd en er is een eind aan gekomen.
Mensen hangen een geloof aan om de zinloosheid van het leven te verbergen. De hemel, een hogere kaste of gewoon in hogere sferen. Er is niets na de dood, er valt niets te bereiken - het moet nu gebeuren. Waar je vandaan komt is niet boeiend, wat je ermee doet, bepaalt. Er is leven voor de dood, een aantal grensgevallenen uitgezonderd. Er is iets. Met de mobiele telefoon tegen haar oor aan komt ze aangelopen. Er is altijd iets. Er is altijd een ander.
Ik heb gekozen, daarom zit ik hier op dit terras en niet op twee hoog - ik was haar toch al kwijt. We mijden chirurgie, we praten over relatieplanet en Japanse vrouwen. Ik vertel over mijn werk, ze weet niet eens wat ik doe. Ja, examens, maar waarom dan? Dat leg je niet uit zonder in details te treden. Mijn frustraties. Ja, maar waarom dan? Het zit hem in de details. We praten over jou. Ik vertel wanneer ik je voor het eerst ontmoette. Je onthoudt altijd de leuke dingen, herinneringen krijgen niet zonder reden het predikaat dierbaar. Nog zo’n hokje waarin ik niet pas, ik onthoud de mislukkingen, de fouten, de momenten waarop het fout ging. Mensen zijn net koersen: In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst. Zou het leven nog goed komen? Er is iets geweest. Er is naar je gevraagd.
Het leeft hier, ze maakt foto’s en ik drink koffie. De zelfontspanner werkt niet. De man van het bejaarde stel naast ons op het terras biedt aan de camera te bedienen. Hij draagt een regenjas. We zitten in de brandende zon, er was regen voorspeld. Het weer in dit land is betrouwbaarder dan haar inwoners. Waarom heeft ze geen vis gehaald? Het is logisch dat Opa niet is gekomen. Opa is al twee jaar dood.
Het is het zevende jaar, het zeven achtereenvolgende jaar. Je moet ergens een grens trekken. Ik hoor bij de groep van ongehuwd aangetrouwden. Bij het woord huisvriend denk ik eerder aan huismijt dan aan een welkome gast. Zelf vermijd ik de spiegel. Er is altijd iets anders om over na te denken. Ze passeren de revue, allemaal. Op deze momenten blijkt het geheugen nog prima te werken. Op welke momenten niet? Ik kan het me nu even niet herinneren. Ik weet wat er gebeurt en ik weet wat er gaat gebeuren. Aan alles komt een eind.
Zwager die ik de afgelopen twee verjaardagen bezighoud, het wringt tussen hem en de zussen. De zwangere, ze werpt over een maand en trouwt volgend jaar. Haar aanstaande: geaccepteerd, geïntegreerd en gestabiliseerd. De te jonge vader met het altijd vochtige voorhoofd, ik vergeet steeds wat voor werk hij doet. De tien jaar oudere moeder van zijn kind, Russisch of Oost-Europees, dat weet ik - ook - niet meer. Hebben ze het écht wel geprobeerd om vanmiddag een oppas voor de schijtfabriek te vinden? En tot slot de visagist, ze schminkt meisjes die belspelletjes presenteren. Ze heeft een mooie kop maar te veel heup. Uiteindelijk zijn ze toch maar getrouwd, ik voorspel bekkeninstabiliteit.
Op de uitklapbare IKEA-tafel staan de schalen die ik kan uittekenen. De gele saladekom, de groene saladekom, de schaaltjes van oma met wortel, paprika en komkommer, de tupperwarebakjes met feta, tapenade, chorizo en filet americain en de twee ronde plateaus met hartige taart om het af te maken. Het stokbrood moet je in de keuken halen. Er is geen vis.
De zweefteven zijn er, te veel goud en te weinig kleding, te veel verhalen met te weinig inhoud. De geadopteerde speelt emotioneel labiel. Ze heeft haar ouders gezocht maar niet gevonden. Bij thuiskomst meldde ze zich ziek, haar darmen trokken het inheemse voedsel niet. Nooit je afkomst verloochenen. De Italiaanse is er, vorig jaar in slim fit op pumps, nu in zomertenue op zaaddodende witte gympen. Als er twee mensen ruzie maken dan zijn er twee verhalen. Toen ik het tweede verhaal hoorde vond ik haar niet meer zo slim. Iedereen liegt, je weet alleen niet wanneer je de waarheid nodig hebt. Huisgenoot is er en lekker op tijd, ze woont intussen samen met een ander. Ik smelt nog steeds voor haar met sproeten gevulde, broze gezicht. Ze is getemd. Haar roekeloosheid was haar aantrekkelijkheid - naast haar lichaam, lippen en dito bos haar. Ze is het product van een gescheiden kunstenaarsechtpaar, het meest onbevangen van ons allemaal. Is er überhaupt iemand aanwezig die wel op een normale manier is grootgebracht?
In de woonkamer wordt gegeten, er wordt gerookt op het balkon. Aan de rechterkant van het balkon zit de deur naar de keuken, meteen daarachter staat de koelkast. Twee flessen rosé en één fles witte wijn, verder een overdosis aan fruitsap en frisdrank. Boven op één van de keukenkastjes staat een onaangeroerde fles sake. Het is mijn cadeau van vorig jaar - het heeft niet zo mogen zijn. Het is zondagmiddag, we zitten buiten op het terras en we bestellen onze lunch. Ik heb me niet afgemeld. Over zeven jaar zal de fles er nog precies zo staan. Ik weet wat er is gebeurd en er is een eind aan gekomen.
Mensen hangen een geloof aan om de zinloosheid van het leven te verbergen. De hemel, een hogere kaste of gewoon in hogere sferen. Er is niets na de dood, er valt niets te bereiken - het moet nu gebeuren. Waar je vandaan komt is niet boeiend, wat je ermee doet, bepaalt. Er is leven voor de dood, een aantal grensgevallenen uitgezonderd. Er is iets. Met de mobiele telefoon tegen haar oor aan komt ze aangelopen. Er is altijd iets. Er is altijd een ander.
Ik heb gekozen, daarom zit ik hier op dit terras en niet op twee hoog - ik was haar toch al kwijt. We mijden chirurgie, we praten over relatieplanet en Japanse vrouwen. Ik vertel over mijn werk, ze weet niet eens wat ik doe. Ja, examens, maar waarom dan? Dat leg je niet uit zonder in details te treden. Mijn frustraties. Ja, maar waarom dan? Het zit hem in de details. We praten over jou. Ik vertel wanneer ik je voor het eerst ontmoette. Je onthoudt altijd de leuke dingen, herinneringen krijgen niet zonder reden het predikaat dierbaar. Nog zo’n hokje waarin ik niet pas, ik onthoud de mislukkingen, de fouten, de momenten waarop het fout ging. Mensen zijn net koersen: In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst. Zou het leven nog goed komen? Er is iets geweest. Er is naar je gevraagd.
Het leeft hier, ze maakt foto’s en ik drink koffie. De zelfontspanner werkt niet. De man van het bejaarde stel naast ons op het terras biedt aan de camera te bedienen. Hij draagt een regenjas. We zitten in de brandende zon, er was regen voorspeld. Het weer in dit land is betrouwbaarder dan haar inwoners. Waarom heeft ze geen vis gehaald? Het is logisch dat Opa niet is gekomen. Opa is al twee jaar dood.
12 July 2008
The postman always rings twice
Op woensdag, als je op je werk zit en niemand de deur open doet. Op donderdag als bonus erbij, omdat hij twee keer het pakketje moet aanbieden en je niet open doet omdat je weer op je werk zit.
Op donderdagavond vind je dan een briefje met de mededeling dat je de volgende dag het pakketje kunt ophalen. Tijdens kantoortijden. Vervelend zeg, je werkt zelf toevallig op vrijdag en ook nog eens op een kantoor. Dat zijn nog eens tijden.
Misschien een stomme vraag hoor, maar waarom komen ze niet ’s avonds langs als ze overdag niemand thuis hebben getroffen? Is de kans niet groter dat er ‘s avonds iemand thuis is als er overdag niemand aanwezig is? Nee, dan gaan we gewoon de volgende dag langs, op hetzelfde tijdstip.
Dan is het zaterdag en ga je het pakketje ophalen. Het loket waar pakketjes kunnen worden opgehaald is gesloten. Je ziet het pakketje liggen, inpandige postkantoren hanteren het open balie systeem. Je pakt jouw rechtmatig eigendom en loopt naar de kassa. Ze kijken je wantrouwig aan, brabbelen iets over je gedrag en laten je vertrekken als je het afhaalbericht en je legitimatie hebt laten zien. Ben je nu blij?
Ja, ik ben erg blij. Twee keer blij. Of zelfs drie keer blij want het is de limited edition, met bonus CD.
Subscribe to:
Posts (Atom)