Mijn linkerhand is leeg. In mijn rechterhand houd ik de aansteker vast.
In één keer lukt niet. Geen cold turkey. Of ik moet drie maanden op een onbewoond eiland gaan zitten. Zal je net zien dat ik weer een eiland tref waar tabaksplanten groeien. Ik ben een junk, een echte. Minderen, afbouwen. Minderen is jezelf voor de gek houden, je gaat je relatie ook niet afbouwen.
"Volgende week eten we om de dag samen en slapen we vier nachten samen, de week daarna eten we in het weekend samen en slapen we alleen zaterdagnacht bij elkaar. De week daarna eten we op woensdag samen en dan is het over. Tot die woensdag geldt maximaal 2 smsjes en één keer bellen per dag. Oké?"
Pak nu je tas maar in een koop een nieuwe mobiele telefoon, die je nu gebruikt is van mij.
De eerste dag zonder nicotine, of beter, zonder het circuleren van de rook in mijn longen, voelt als de eerste dag zonder haar. Rondjes lopen door de woonkamer, naar de keuken lopen voor een glas water en in de keuken aangekomen mezelf afvragen wat ik er kom doen.
Mezelf afvragen wat ik in het leven doe.
Op de hulppagina's staan voldoende tips. Het belangrijkst is de motivatie, waarom en dan specifiek wanneer rook je? En waarom wil je stoppen? Mijn motivatie staat er niet bij.
Ik vind het lekker.
Op de basisschool liepen sommige jongens met een smerig goedje op hun nagels, om er zo voor te zorgen dat ze stopten met nagelbijten. Mijn ouders hielden het op de corrigerende tik. Een probaat middel.
Ik zoek een symbool, een relikwie, iets tastbaars voor de laatste kankerstoot in mijn lichaam. Een symbool dat vaak zal worden aangeroepen. Aangegrepen.
Aan is gegrepen.
Mayumi spreidt haar benen wanneer ik naakt voor haar zit. Tussen haar schaamlippen zit een sigaret ingeklemd. "Kies maar. De sigaret of mijn kut."
Ik steek mijn linkerhand uit richting haar dijen, breng mijn rechterhand naar mijn mond. Haar vlakke hand raakt me vol in het gezicht.