23 March 2012

Kissing disease

Iemand die een paar bureaus verderop zit ziet er al een tijdje niet goed uit. Een hardnekkige keelontsteking verpest de nachtrust, is de bijbehorende verklaring.

Geen van allen ziet er hier goed uit maar dit is een exemplaar waarbij ik nog geen stellige mening heb gevormd inzake oprecht haten of negeren doch tolereren.

"Pfeiffer," is 's middags het verlossende woord van de perifere huisarts. Nou, dat weten we dan ook weer. Je hoeft niet blij te zijn met een ziekte maar het is fijn om te weten welke ziekte het is.

Statistisch gezien moet er zich de komende jaren ook minstens één gevalletje kanker voordoen. Wie zou het zijn? Wie wordt er straks van binnenuit opgevreten? Eigenlijk is die vraag een reden om hier te blijven werken. Wat is anders het nut van statistiek?

"Hoe genees van je Pfeiffer?" vraag ik aan de wijze man die tegenover mij het uitzicht verpest.
"Niet werken. Niets doen en thuis zitten. Veel slapen, uitrusten. Maar vooral niet werken."

Niet werken. Thuis zitten. Slapen. Niets doen. Uitrusten.

"En hoelang duurt dat?"
"Twee maanden, minstens. Soms wel drie maanden. Als je te snel weer begint met werken blijf je er langer mee doorlopen."
"Is het besmettelijk?"
"Ja, het is heel besmettelijk."

Als in boeken lezen, films kijken, muziek luisteren. Terwijl je op de bank ligt. En vooral niet werken. Het is de hemel op aarde voor de overspannen klasse.

Ik sta op en loop naar de zieke die ik voorlopig in elk geval nog niet dood wens. Hij deinst achteruit. Ik moet eens iets aan mijn non-verbale communicatie gaan doen.
"Zoenen?"

Hoelang - aan elkaar geschreven - verwijst naar een tijdsduur; hoe lang - dus los van elkaar geschreven - verwijst naar lengte of afstand.