Van het eerste examen werd ik niet bepaald vrolijk. Er zat een vraag tussen die volgens mij bij een ander vak thuishoort.
"Het staat in het boek," zei de gecommiteerde toen ik erover klaagde, "dus je kunt er een vraag over verwachten."
Waar kun je klagen over gecommiteerden?
Ik had zin om hem op zijn bek te slaan maar - zoals eerder gemeld – slaan slaat nergens op. Morgen nog een examen, ik moest naar huis.
Bij de uitgang stond niet het meisje dat flesjes water uitdeelde. Vroeger stond ze er na elk examen.
Om de hals van het flesje water dat ze uitdeelde zat een feestelijke slinger met een kaartje eraan met de naam en het telefoonnummer van haar werkgever erop.
"Is dat jouw nummer?" vroeg ik een keer.
Detachering was ooit booming, nu ligt de branche volledig op zijn gat. De bedrijven vallen om, het personeel zit werkloos thuis.
"Nee, dat is mijn nummer niet," tandpastalachte het meisje.
In de trein op de weg terug naar huis had ik geen zin meer om te studeren. Later, toen ik op Station Zuid overstapte op de metro, had ik geen zin meer om te werken. En toen ik bij Uilenstede uitstapte om de rest van de route naar huis te lopen had ik geen zin meer om te leven.
Ik zou het meisje dat flesjes water uitdeelde nooit meer zien.
Bij de Dirk kocht ik een pakje Camel. Thuisgekomen rookte ik achter elkaar vijf sigaretten.