Er hangt iets in de lucht. Iedereen heeft iets vanavond, afspraken, borrels, etentjes. De drinkebroers zijn vrij, ik heb niets en ik heb dorst. Verschrikkelijke dorst. Waarom wil ik niet in mijn eentje aan de bar hangen?
Een dubbele en een grote.
"Waar is, ... , euh, die ander?"
Weetikveel. Onder zijn lul, hoop ik. Na een zware werkweek is het lekkerder om bereden te worden. Ik lig zelf het liefst op mijn buik, haar twee handen op mijn rug. Haar handen die zachtjes de spieren indrukken en lostrekken, af en toe een verdwaalde puist verwijderend.
Een dubbele en een grote. Op het terras zit Het Pak zonder pak. Ze wilde afspreken, we spraken af en ze kwam niet opdagen.
"Ik was ziek."
Ze hebben iets voor je of ze moeten iets van je.
"Zullen we een keer gaan eten?"
Wat heb je voor me?
"Ik moet iets van je."
Mail me maar. Je bént ziek, tegenwoordige tijd.
Mag ik een agecoin, nee, kleingeld heb ik zelf. Natuurlijk baal ik ervan, dat ik weer rook. Natuurlijk baal ik van hem, van mezelf. De eerste week was erg, daarna was het wel te doen. Niet teveel bij nadenken, afleiding zoeken. De gaten opvullen, trucjes leren, net zoals het manipuleren van mensen. Diep ademhalen, tien seconden de adem inhouden, rustig uitblazen. Tanden poetsen als je trek hebt in een sigaret. Komkommer, worteltjes. Water, liters water. Ontgiften, spoelen.
Surrogaten.
Geen marketing maar het actuariaat. Stil, niet verder vertellen. Communicatie vindt plaats wanneer iedereen het al weet. Een rustigere omgeving. Nog rustiger. Er werkt een Chineesje van 27 jaar oud, ze lacht naar me. Ze heeft een bijna blanke huid, haar neus, voorhoofd en kont verraden de afkomst. Ze heeft dezelfde moedervlek als Ringo in haar gezicht. Hoe saaier de werkomgeving, hoe minder saai de rest van de dag. Electric Mole.
Een dubbele en een grote. Ik recht mijn rug en ga weer hangen. Acht borsten met overrente van Hypotheken staan bij de grote tafel. Ik huur.
Ze wil mee naar Werchter, volgend jaar. Het is haar manier om te zeggen dat ze me bij me wil zijn. Ik zeik mensen af wanneer ik bij ze wil zijn. Meisjes plagen, zoentjes vragen.
"Waar heb je het nou weer over?"
Nummer dertien met nasi en sambal. En heb je stokjes?
"En verzin eens andere grappen."
Dat jij dit grappig vindt. Stokjes doen het goed op de tepels, met de sambal smeer ik je lippen in.
Ik zet de twee lege glazen onder zijn neus en beweeg met mijn wijsvinger er overheen. Het Chineesje van 27 jaar oud vraagt hoe het gesprek ging. Ze zei iets anders maar dat bedoelde ze. Denk ik.
"En? En?"
Leuke bloemetjesjurk. De stroken die vanaf het middenrif kruislings achter de hals verdwijnen, accentueren de plaats waar haar borstjes zouden moeten zitten.
"Dank je."
Uncertain smile. Maandag is het brilletje weer terug. Nog drie weken. Om de tijd te doden lunch ik met het beugeltje. Casual in exelcis deo.
"Speciaal voor jou."
Vakantievriendinnetje.
Als de wereld om je heen niet verandert, moet je zelf voor een andere omgeving zorgen. Vanuit de schaduw in de zon gaan staan is al genoeg. De rug toekeren is sterker dan het opgeheven hoofd. Weglopen is geen vluchten maar een actief controlemiddel. Als er niemand meer is om te controleren, dan kunnen ze hooguit zichzelf nog wegcijferen. In mijn hoofd zijn ze al doorgestreept, allemaal. Koning zonder land, land zonder onderdanen. Als de wereld om je heen te veel verandert, dan moet je zelf voor een andere omgeving zorgen. Stilstand is tevredenheid.
Waar is mijn aansteker gebleven? Vijf minuten zwijgend tegenover elkaar. Ik kijk haar langer aan dan nodig, ze kijkt naar mijn schoenen. Het weer, altijd het weer. In het rookhok is stilte nooit ongepast, een minibar met in het midden een gat. Ik heb geen jas bij me, hebben ze dit weer voorspeld? De rook grijs, haar ogen lichtblauw. Ze komt met de fiets.
Mijn wijsvinger gaat weer over de beide glazen. Het gesprek was niet goed. Het rode shirt heeft zijn kracht verloren, volgende keer weer in het zwart. Te licht bevonden. Jonkies willen ze, vers uit de schoolbanken, die ze nog kunnen sturen en begeleiden. En dan kunnen ze de begeleiding evalueren en ze eventueel bijsturen. Of wegsturen. Of te zwaar, ik weet teveel. Ik begeleid mezelf wel naar de afgrond. Niet om te springen, die tijd is geweest. Gewoon, om te kijken, om de rilling te voelen. Om überhaupt iets te voelen.
Je bent de enige bij wie ik iets voel en je bent de enige die ik niet durf aan te raken.
Nee, ik ga niet naar Pukkelpop. Zodoende heb ik iets om mezelf te verwijten. De volledige Pinky Violence Collection is goedkoper dan een toegangskaartje en ook minimaal goed voor een weekend plezier exclusief naweëen. Ik ga volgend jaar wel weer zwerven. Een terechte beloning na een jaar hard studeren. Werk verdient geen beloning, hooguit de irritaties die ik geniet verdienen een bonus. De Parade is ook leuk. Beetje rosé drinken en naar de rokjes in de zweefmolen kijken. Wat zou er met Schuurpapier zijn gebeurd? Grotere lachsalvo’s dan bij Jackass. Schuurpapier is de beste Paradeact.
Nog een grote. Nee, die niet meer. Of net voor sluitingstijd nog eentje. Als ik sluitingstijd haal, ik ben een groep uitgelaten honden. Het is slechts het wachten op het moment totdat de eersten tegen elkaar aan gaan staan rijden. Daarom sta ik altijd aan de bar, ik knuffel liever een dode boom.
Nog een grote. Vakantiegangers druppelen binnen. Op vakantie vertellen ze verhalen over thuis, thuis vertellen ze verhalen over hun vakantie. Was het leuk? Leuk voor je. Veel regen gehad? Vervelend voor je. Muggen? Ja, ook heel irritant. Net zo irritant als alle vakantieverhalen waar ik mee dood wordt gegooid. Alle ramen en deuren dicht en toch vinden ze altijd weer een kiertje om naar binnen te kruipen.
Natuurlijk ben ik blij dat ik weer rook. Anders had ik haar nooit ontmoet.
Ik richt me op en kijk naar mezelf tussen de rijen flessen achter de bar. De spiegel confronteert, ik buig nederig het hoofd. Sinds twee weken zeventien is met vakantie, drie keer nieuw doet een poging bier in een glas te tappen. Achter de bar wordt gebukt. De witte wijn staat links, meisje. Goede spijkerbroek, die roze string zag ik hier eerder. Ze komt weer overeind met in haar handen een fles rosé.
"Hé, alles goed?"
Ze is de eerste die het mij deze week vraagt. Volgende week wordt ze ontslagen. Het is vrijdag. Om drie uur doet iemand het licht uit.