23 December 2010

Leve de doden

Is een marginaal leven minderwaardig? Die vraag stelde ik mijzelf toen de nieuwe belde. Je kunt niet de hele dag werken, soms moet je je gedachten laten dwalen. Waar sta ik nu, hoe ben ik daar gekomen, wat heb ik laten lopen en waar ga ik naartoe? Van die dingen.

De nieuwe werkt op de afdeling waar de doden worden behandeld. Dat is geen nieuws. De nieuwe rookt. Dat is ook geen nieuws maar al wel vermeldenswaardig. De nieuwe is alternatief en stoer en Oostblok blond. Dat is nog steeds geen nieuws maar ook vermeldenswaardig want nu heb ik tijdens het roken iets nieuws om naar te kijken. En dat is per definitie nieuws. Na het roken belde de nieuwe. Haar stem klonk vrolijk en hees.

Tijdens het roken ving ik het gesprek op tussen een oude en de nieuwe. Daarbij was geen opzet in het spel, ik stond er het eerst. De nieuwe vertelde dat op datzelfde moment haar huis werd schoongemaakt en dat de hond werd uitgelaten. Toen moest ik denken aan vroeger. Iemand die ik vroeger kende en die nu dood is wilde een hondenuitlaatservice beginnen. Ze was gek op honden. Ik merkte op dat ze daar niet genoeg mee zou verdienen om van te leven. Dat zag ze niet als een probleem. Ik verdiende toch genoeg? Dat was een hoopgevend antwoord. Later maakte ze het uit. Zoveel verdiende ik niet.

Het feit dat de nieuwe belde, verbaasde me. Ik deed alsof ik niet wist wie ze was. Ik was tenslotte aan het dwalen. Doen alsof ik wist wie ze was zou een leugen zijn. Ik weet wie ze is, niet wie ze was. De nieuwe die de doden doet giechelt hees door mijn telefoon. Vroeger betaalde je daarvoor een gulden per minuut, nu krijg ik het gratis en voor niets - omdat we doden hebben. Doden zullen er altijd zijn. Dit in tegenstelling tot vrienden, die er zelden zijn. Gelukkig gaan vrienden op een zeker moment dood.

De nieuwe wenste me hallo en stelde mij zonder het te vragen een vraag. Het komt tegenwoordig steeds vaker voor dat mijn gedachten dwalen. Minderwaardig is perceptueel. Bij perceptuele rendering zullen alle kleuren vanuit de bron evenredig worden verschaald naar het doel. Als het beeld veel verzadigde out-of-gamut kleuren bevat geeft perceptuele rendering gemakkelijker een acceptabel resultaat. Aan de nieuwe wilde ik daarom vragen of Chinezen rascisten zijn. Het lukt me maar niet met die Chinese meisje. Ze hebben iets tegen me en ik wil weten of het Kaukasisch bepaald is.

Dat ik er ben gekomen, dat weet ik, ik was er zelf bij. Hoe ik daar ben gekomen is minder eenduidig, ook al was ik er zelf bij. Op een aantal zaken heb je geen invloed. Om te bepalen hoe je ergens bent gekomen, scheidt je het aantal zaken in zaken waar je wel invloed op hebt en zaken waar je geen invloed op hebt. Zaken waar je invloed op hebt scheidt je in zaken waarin je je invloed hebt aangewend en zaken waarin je je invloed niet hebt aangewend. Aldus houd je drie smaken over: een vrouw waarop je invloed hebt uitgeoefend, een vrouw waar dat had gekund maar waar je het niet hebt gedaan en een vrouw waar je totaal geen invloed op hebt gehad.

De nieuwe vraagt waar ik zit. De afdeling waar ik mijn pensioenleeftijd ga halen wordt gerenoveerd, we zitten tijdelijk in een hotel. Dat is een grap van de facilitaire dienst, we zitten gewoon op een leegstaande verdieping. Het enige verschil met de afdeling zijn de lichtsensoren in de toiletten. Elke keer als ik op de wc zit ben ik daarom bang dat het licht uitgaat. Techniek is leuk maar er moet wel een knop aan zitten. De nieuwe lijkt me geen typ voor een hotel. Liever op de stamtafel, onder het TL-buis licht van de schoonmakers. Of in de duinen, terwijl de hond zijn behoefte doet.

De laatste weken van het jaar dwaalt iedereen. Mensen vallen ten prooi aan bespiegelingen. Weemoed en acceptatie draaien wispelturig om elkaar heen, de landing is zacht in de warme deken van het kerstdiner. Mijn kerstdiner is de kater van kerstavond. In mijn hoofd is het altijd de laatste week van het jaar. Aan het einde van de week drink ik alsof het oud- en nieuw is. De volgende dag ben ik alles wat ik de voorbije week heb bedacht weer vergeten en beginnen de gedachten weer van voren af aan. Denken en draaien, draaien en denken. Waar ben ik? Wat doe ik hier? En waar is die nieuwe nou weer gebleven?

Ze wenste me doei en hing op. Om geen namen te noemen besloot ik dat haar naam Joy zou zijn. Thuis schreef ik een onsamenhangend stuk tekst over Joy. Voordat ik uitlogde en naar bed ging bezocht ik mijn vaste torrentsite. De meest recente upload was een album genaamd Joy.

18 December 2010

Like I'm able to txt when drunk



Iedereen upload plaatjes van de sneeuw. En dan vooral van het ongemak van de sneeuw. Met de auto in de file? Foto! Trein rijdt niet? Foto!

De mobile uploadmaffia wil medelijden. Stelletje aandachtshoeren. Kijk mij eens zielig zijn, ik kan niet naar huis. Ah gossie. En dat allemaal door een portie onschuldige sneeuw.

Ik heb geen last van de sneeuw. Ik fiets naar huis en als ik niet meer kan fietsen dan ga ik lopen. Of liggen, als ik echt te veel heb gedronken.

Vroeger als ik had gedronken werd ik ook aandachtshoer. Dan ging ik sms-en en mailen en trollen op internet. Maar dat had niets met sneeuw te maken.

08 December 2010

Jerk

"Wil je ook soep?" vraag ik.

Ze staat te wachten totdat ik klaar ben met opscheppen. Er staat al een kom soep op mijn dienblad en misschien denkt ze dat ik nu klaar ben met opscheppen en dat zij aan de beurt is om op te scheppen maar ik ben nog niet klaar met opscheppen en zij is nog niet aan de beurt met opscheppen want ik wil nog een kom soep.

Twee kommen soep, dat is een goede lunch. Erwtensoep om precies te zijn.

Er staan vier grote pannen met soep op een tafel in het midden van het restaurant, aan elk van de zijden van de tafel staat er één. Zodoende zijn de pannen met soep makkelijk benaderbaar en kun je, als je dat zou willen, met zijn vieren tegelijk soep opscheppen. De andere drie dampende pannen blijven onaangeroerd, we staan met zijn tweeën bij pan nummer vier. Niet meer als arrogante consultancykut maar verfijnd vrouwelijk stoer. Zij bedoel ik. Ik pak een volgende kom.

"… of wil je zelf opscheppen?"

Ik zeg het op een manier alsof we dagelijks samen in de keuken staan.

"Nee hoor," zegt ze, met opvallend vet Amsterdams accent.

Nee ik wil geen soep of nee ik wil niet zelf opscheppen? Spraakverwarring per strekkende vierkante meter. Omdat ze blijft staan neem ik aan dat ze ook soep wil. Als ze geen soep had willen hebben dan was ze wel weggelopen. Maar als ze wel soep wil waarom staat ze dan niet bij één van de andere drie pannen? De mens wil onmogelijke dingen. Dingen die mogelijk zijn wil de mens niet of ziet hij niet staan.

Ik vul de volgende kom, mors over de rand en over het oortje en geef haar de gevulde kom. Ze strekt haar handen, hapert, bedenkt hoe ze zonder haar smetteloze handen vuil te maken de kom soep kan aanpakken.

Misschien moet ik vragen of ze seks wil. Of zou ze dat liever zelf doen?

27 November 2010

De Helling

Ik was daar. Bij het concert. Het concert van het jaar.
Maar ik weet het niet meer.

Recensies en concertverslagen lezend vraag ik me af: was ik dáár?

Ik was daar. Ik ben gezien.
Waar was ik dan? Was ik in het rookhok? Waar ik twee engelstalige meisjes een vuurtje gaf?

Ik was daar. Ik ben gesproken.
Waar was ik? Was ik in de toiletten? Waar ik Seco tegenkwam?

Hing ik aan de bar? Bij het barmeisje, met haar zwarte minirokje, grijze legging en black mistresslaarsjes?

Filmpjes op youtube kijkend vraag ik me af: was ik dáár?

Ik was daar. Ik heb het toegangskaartje nog. Ik heb ook het treinkaartje nog.
Waar ben ik geweest?

Mijn grootste angst is te eindigen als demente, over straat zwervende man. Niet omdat ik gevaarlijk ben, ik heb nog nooit iemand kwaad gedaan.

Denk ik. Er zijn tenminste geen beelden van.
Of zou ik ook dat zijn vergeten?

25 November 2010

17 November 2010

Tieten



Ergens op de Utrechtse Heuvelrug staat een villa. Rond de villa ligt een grasveld waar je een golfbaan kunt aanleggen. Die villa is van mijn baas. De vorige eigenaar ging failliet en nu mag mijn baas zich van rechtswege eigenaar noemen. Recht is duidelijk in het mijn en het dijn.

Omdat we gaan integreren met een andere divisie was er een kennismakingsdag. Zo konden we kennismaken met onze toekomstige ontslagen collega's. En omdat de villa op de Utrechtse Heuvelrug toch maar Te Koop staat te staan kwamen we daar samen. Zo besparen we op de lokatiekosten en zo komt het personeel ook nog eens buiten. Altijd maar binnen zitten is niet goed voor de mens.

Ik had Freud meegenomen en telde één keer neukbaar. Als ze tenminste haar mond dicht hield. Natuurlijk is het uiterlijk belangrijk maar je kunt definitief afknappen op wat er uit de mond vandaan komt. En dat accent, nee, laat dan maar zitten.

Neukbaar is uit hetzelfde bouwjaar als bovengetekende, we hebben iets gemeenschappelijks om over te praten. Maar waar praat je eigenlijk over? Wanneer denk je te worden ontslagen?

Wij zitten in Amsterdam. Amsterdam wint het van elke andere divisie. Heeft de andere divisie betere systemen? Dan gaan de systemen naar Amsterdam. Heeft de andere divisie betere processen? Dan gaan de processen naar Amsterdam. Heeft de andere divisie betere producten? Dan gaan de producten naar Amsterdam. Heeft de andere divisie beter personeel? Dan is het nog maar de vraag wat het personeel doet.

Begin dit jaar kreeg ik een baan aangeboden in Zwolle. Ik heb er serieus over nagedacht. Wanneer jou iets wordt aangeboden geven ze te kennen jou graag te willen hebben. Dat scheelt in de bewijslast - je hoeft jezelf niet meer te bewijzen. Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Wat weerhield me dan?

Vriendschappen? Kroegen? Been there, seen that, done that. Omdat ik op internet leef, maakt het niet uit waar ik woon. Toch was het uiteindelijk het verhuizen, dat hield me tegen. Verhuizen is een hoop gedoe. Ik hou niet van gedoe. En werk is niet alles. Er is meer. Als ik dan toch ga verhuizen, dan ga ik rentenieren waar het warm is. En waar Aziaatjes zijn.

Neukbaar gaat ook niet verhuizen, net zomin als de rest van haar collega's, waarvan de helft zijn baan wijt aan een vorige fusie. Moderne bedrijfsvoering kent geen mijn en dijn. Behalve als je in Amsterdam zit.

01 November 2010

Stille trom

Vorige week was ik solo naar de Omval. Ik ga nooit solo naar de Omval. Ik ga altijd met Drinkebroer naar de Omval.

Ik had overgewerkt, het was laat, het was vrijdag. Ik wilde dronken worden. Misschien is hij er nog?

Binnen zaten wat mensen te eten en ik herkende wat collega's aan de stamtafel. Geen leuke collega's. Ze komen normaliter pas bij me staan als hun drank op is. Of als het sluitingstijd is.

Het regende. Toch ging ik buiten staan, bij de laatste, nog niet opgeruimde terrastafel. De bedrijfsfred kwam bij me staan en vroeg waar Drinkebroer was. Want we zijn altijd samen in de Omval.

In goed overleg hebben beide partijen besloten uit elkaar te gaan, wat zoiets betekent als we helpen je met het zoeken naar een nieuwe baan, we betalen een half jaar je salaris door en je krijgt een koopsom ter grootte van een maandsalaris voor elk gewerkt jaar.

Ik ken onze CAO en ik ken de regels. Het natuurlijk verloop krijgt een zetje in de rug. Vrij vertaald staat er dat ze hem eruit hebben geschopt. Mijn Drinkebroer is niet meer.

20 October 2010

No words/No thoughts



Zondag was ik in een restaurant. In het midden van de zaal stond een tafel met een groot wit laken erop. Daarop lag een naakte man. Vrouwen op zwarte laarzen liepen rond het altaar.

Maandag was ik in een ziekenhuis. Op de operatietafel lag een wit laken. Daarop lag een naakte man. Een man in een blauw steriel pak pakte een mes en begon te snijden.

Maandagavond kwam er een bericht. Bedankt voor gisteravond.

Dinsdag bleef ik thuis. Ik was niet ziek, ik voelde ook geen fysieke pijn.

Ik voelde niets meer - en juist dat was beangstigend.

15 October 2010

Hide



Plaatjes log je makkelijker dan woorden.

Het is niet goed. Het is nooit goed.

De nieuwe Foetus is binnen.

08 October 2010

03 October 2010

Ontgang

01 October 2010

Back in black



Met iedereen gaat het goed. Dat zeggen ze. Dat laten ze zien. Dat laten ze me weten.

Ik weet nooit wat ik moet terugzeggen wanneer mensen zeggen dat het goed met ze gaat. Misschien willen ze juist dat je niets terugzegt. Dat je het maar aan je eigen fantasie moet overlaten.

Af en toe bestel ik iets, om me ook goed te voelen. En als je iets bestelt dan wordt het een tijdje later bezorgd.

Harmony is bezorgd. De Deluxe versie. Hoe deluxe dat is begrijp je als de download remixen bevat die de deluxe versie niet heeft.

Harmony zat verpakt in discreet grijs papier. Dat is handig want de buren nemen de pakketten in ontvangst. Dan hebben ze ook iets om over te fantaseren.

Van grijs is het maar een kleine stap naar zwart. Het is herfst. De leren broeken kunnen uit de kast.

22 August 2010

De daler op de steiger



Het voordeel van vakantie is dat niets hoeft. En niets moet. Het gevaar van vakantie is dan ook dat je niets doet. Want het hoeft tenslotte niet.

Tijdens de met verplichtingen volgepropte niet-vakantiedagen is de enig relevante vraag welke van die verplichtingen je met de minste schade kunt laten vallen. Wat resteert is een daarom altijd onbevredigend gevoel. Falen in het vervolmaken van wat wordt geacht en verwacht, falen in wat hoort en wat moet, slagen in het mislukken.

Voor het eerst sinds twee jaar was ik weer op de Parade. Het was zoals voorheen: veel gypsies - meisjes in jurkjes op laarzen. Ik houd van de gypsielook. Wij droegen een spijkerbroek en een zwart shirt - zij hakken. Het is belangrijk dat je oude gewoontes afleert, en gewoontes gaan nu eenmaal vaak samen met mensen. Ik draag altijd een spijkerbroek en een zwart shirt.

Nog voordat de eerste fles leeg was ging het over vuistneuken en ik realiseerde dat mijn leven nog saaier is dan mijn verhalen.

Als je het dieptepunt eenmaal hebt bereikt, dan ga je daarna weer omhoog. Maar wanneer weet je dat je het dieptepunt hebt bereikt? Er staat geen verkeersregelaar die tegen je zegt: Je bent er, omkeren maar. Er zijn overigens mensen die zich niets aantrekken van hun falen. Ze weten niet beter. Die mensen krijgen TBS. Dan hebben ze ook een beetje houvast.

Daarom vertelde ik maar over Fatima en over Kim - zoals anderen over soapsterren praten. Mensen die over televisieprogramma's praten, maken niets mee. Ik kijk geen televisie, ik download films.

Ik hoef niets mee te maken, het is tenslotte vakantie.

19 August 2010

18 August 2010

In therapie

In de zomer van 2009 was er Life. Het log dat ik toen schreef, vind ik nog steeds goed.
In de zomer van 2010 is er Sofie. En ik ben schrijveloos.

16 August 2010

Luna

Binnen was het feest, wij zaten buiten.
Ze praatte de oren van mijn hoofd. Het ene verhaal na het andere.
Totdat er een foto moest worden gemaakt. Want het was zo'n mooi plaatje.
Dat was ze binnen niet ontgaan. Toen was het feest voorbij.

02 August 2010

Jailhouse rock

Van de twee examens die ik moest doen, heb ik de tweede laten lopen. Het had geen zin en ik had geen zin, dus er was sprake van overeenstemming van wil. Ik had zin om rondjes door het huis te lopen, en alles aan te raken waarlangs ik liep. Ik had zin om voor het raam te staan, en naar buiten te staren. Ik had zin om met mijn pik te spelen, al kun je dan beter niet voor het raam gaan staan.

Het was warm na het tweede examen dat ik liet lopen dus ik ging naar Noord. In de fietsenstalling kwam ik Y tegen. Toeval: altijd als ik naar Noord ga, kom ik Y in de fietsenstalling tegen. Y keek niet zo vrolijk en dat deed me goed.
"Ga je nog een huis kopen?" vroeg Y.
Dat was opvallend, want anders vraagt ze altijd alles goed?
"Nee," zei ik.
"Waarom niet?" vroeg Y.

Het huis viel tegen. Aan de slechte afwerking had ik zelf iets kunnen doen, maar aan ouderdom en verzakking is niets meer te doen. Volgens de makelaar kon de fundering nog twintig jaar mee - de gemiddelde duur van een huwelijk is korter.
"Kortstondige verliefdheid," zei ik tegen Y.
Voor een ton minder had ik het appartement gekocht. Het kon dienst doen als vakantiehuisje of als peeskamer, maar dat wilde de makelaar vast niet horen. En een ton leek me niet echt een marge om over te onderhandelen. Over de prijs moet je nooit onderhandelen.

Met Y had ik de hypotheek besproken. Ik kwam haar tegen op het moment dat ik naar de makelaar ging. Over toevalligheden gesproken. Y vertelde me welke hypotheek ze geschikt vond en wat ik nodig had en wat ik allemaal moest doen. Y sprak en ik keek. Haar vakantiegeld was besteed aan een nieuwe garderobe. Ik heb maar niet gezegd wat ik geschikt vind en wat ze nodig heeft en wat ze zou moeten doen. Ik bedacht dat ik een testament moest opstellen en ik maakte denkbeeldig een lijst van erfgenamen. Erflaten is dwingen.

Y zei niets terug en haalde haar fiets van het slot.
"Goede reis," zei ik tegen Y.
Y wilde wel kijken, naar mijn peeskamertje.
"Ja, het wordt een goede reis," zei Y, maar vrolijk keek ze er niet bij.
Ik begreep de opmerking niet en wachtte totdat Y was vertrokken, we moesten naar dezelfde kant van Amsterdam.

Eenmaal in Noord opende een vrouw in een handdoek de deur.
"Ik wilde net gaan douchen."
Het is een fijne gedachte dat er wordt gedoucht voordat je komt. Ik liep naar binnen en had twee meter later aan elk been een kind. Ik tilde er eentje op, de ander trok me mee door het huis, naar het balkon. Op het balkon was een gevangenis gebouwd en ik moest in de gevangenis. Dat is wel zo verstandig als er een vrouw gaat douchen.

Ik werd naar een hoek van het balkon geduwd en belandde tussen twee bankjes en een tafel.
"Izze, Ozze," zei de bewaker.
Ik heb vaker moeite met begrijpen wat mensen zeggen, maar als je aan je arm wordt meegetrokken dan is de bedoeling in ieder geval duidelijk.
"Izze, Ozze," zei de bewaker weer.
Vragend keek ik naar de gevangenisdeur.
"Zij is een prinses en jij bent een monster," vertaalde de handdoek.
Dat is het leuke aan kinderen: ze spreken duidelijke taal.

Ik ging op één van de bankjes zitten – zo kon ik eindelijk naar buiten staren. Achter glas is minder erg dan er voor. Eén bewaker sprong op schoot, de ander klom in mijn nek. Bewakers zijn duidelijk, er hoeft niet altijd overeenstemming te zijn. Je wordt net zo lang gemarteld totdat je zegt wat ze willen horen - de waarheid is niet relevant. En over toevalligheden spreken we al helemaal niet meer. Loop een rondje en je eindigt waar je begon.

28 July 2010

Meten is weten

Morgen komt Herman. Herman is de meteropnemer. Omdat Herman morgen komt, haal ik een lapje door het huis. Je weet maar nooit wat ze zeggen. Het geweer kun je niet afpakken, je kunt wel de munitie verwijderen.

Herman komt één keer per jaar. Enige tijd nadat Herman is geweest, ontvang ik een afrekening. Eigenlijk is het een bijrekening, ik krijg altijd geld terug. Vorig jaar vertrouwden ze de meters niet meer, en Herman kwam terug. Hij wel.

Janneke kwam niet terug. De eerste keer dat Janneke hier was, was ook de laatste keer dat Janneke hier was. En Yuna kwam ook niet terug. De eerste keer dat Yuna hier was, was de laatste keer dat Yuna hier was. En de eerste keer dat Henk en Ingrid hier waren, was ook de laatste keer dat Henk en Ingrid hier waren.

Is het het huis? Aan het huis mankeert niets. De meters werden vervangen. Voor de zekerheid.

Anna kwam wel terug. Anna kwam een tweede keer - om haar spullen op te halen. En ook Marit kwam een tweede keer, ze was toevallig in de buurt en ze moest heel nodig naar de wc.

Ik haal een lapje door de wc, misschien wil Herman ook daar naar zijn geweer kijken.

Aan de meters mankeerde niets, vertelde de brief mij later. De uitslag was goed. Het is de bewoner, die moet worden vervangen.

27 July 2010

Vermeend

Op het internet is niets wat het lijkt, dat mag intussen als bekend worden verondersteld. Als lifelogger moet je oppassen met het gebruik van namen. Een bekend logfenomeen is dat je personen waarover je schrijft niet bij hun echte naam noemt maar dat je ze voorziet van een koosnaam. Of een nickname of een scheldnaam, al naar gelang de situatie.

"Fatima, zullen we een keer gaan lunchen?" vroeg ik bij de koffiemachines.
Ik loop er al zo lang achteraan, het moest er maar eens van komen.
"Is dat een grap?" vroeg Fatima.

Toen ik 's morgens op de wc zat, had ik vergeten de deur af te sluiten. Een collega die de deur open deed, schrok van het ontlastend aangezicht, en slaakte een gil. Ik vond dat erg grappig. Toen ik weer op de afdeling kwam, vertelde iedereen het verhaal. Sommige grappen zijn maar één keer leuk.

Volgens de gemiddelde relatietherapeut moet je de routine doorbreken. Grappig is dat het juist een gebrek aan routine is dat de meeste relaties opbreekt. De routine doorbreken doe je door eens met iemand anders naar bed te gaan – of überhaupt met iemand naar bed te gaan. Het huwelijk, of het (on-)geregistreerd partnerschap, is een zakelijke en géén biologische overeenkomst.

Fatima droeg oorbellen die ik nog niet in mijn kerstboom zou hangen. Ik heb nooit een kerstboom maar als ik een kerstboom zou hebben dan zou ik ze er zeker niet in hangen. Het lijkt misschien vreemd om in de zomer aan een kerstboom te denken maar zo vreemd is dat niet. Net zoals bij kerst ben je in de zomer samen met familie of ga je samen met vrienden eten. Dus net zoals bij kerst ben je in de zomer aangewezen op vermeende dierbaren.

"Fatima, ik vroeg of je met me wil lunchen, niet of je met me wil trouwen," zei ik, "al behoort dat laatste ook tot de mogelijkheden."

Er zijn dagen dat je net zo goed thuis had kunnen blijven, zoals er levens zijn waarvan je denkt: was lekker binnen blijven zitten. Waar blijft de keuringsdienst voor baby's? Het geboortecertificaat van goedkeuring? Gecertificeerd mag je het leven instappen en zo niet: terug die ontsluiting in.

's Avonds is er op televisie een nieuwe serie en ik kijk. Ik kijk zelden televisie maar nu zijn er mooie meisjes in beeld. Ik kijk naar Halina, Kim en Carice. Dat zijn hun echte namen. In de serie heten ze Lara, Karen en Aya. Lara, Karen en Aya hebben hyves, facebook en linkedin. Multimediaal anaal.

"Fatima?" zei Fatima.

Een ander bekend logfenomeen is dat de personages buiten de logs een eigen leven gaan leiden. In de kroeg vertel ik bijvoorbeeld over Fatima. Fatima komt nooit in de kroeg. Iemand die altijd een pak draagt, verliest zonder het kostuum zijn glans, zoals een stripper mét kleding ook niet glimt. Fatima is een koosnaam - of een scheldnaam, al naar gelang de situatie.

22 July 2010

1003



Het lijkt wel Sinterklaas.

Nu een cadeautje van mijn mailvriend. Iemand die jou zes keer mailt mag je een vriend noemen, toch?

Na Tokyo hieronder opnieuw een gesigneerd exemplaar maar ditmaal ook genummerd, want in beperkte oplage verschenen.

De zomerliefde gaat weer helemaal nergens over maar gelukkig is er internet. En internetliefde - hoe misleidend, verknipt en verrot dan ook - is ook wat waard. Zo lang je niets beters hebt te doen.

Mijn mailvriend noemde ik ooit God. Dat neem ik terug. God kan immers niet mailen.

I am not insane @ YGR

15 July 2010

Tokyo: I has it












Mijn favoriete fotograaf. Dat is wel een bestelling waard.

De meeste van zijn foto's staan online, bij blogspot, waar hij nog steeds post. Dus waarom zou je dan een boek kopen?

Een boek is anders. Een boek is tastbaar. Op het balkon, in bed, op de bank, in het bos, op het strand. Daar kan geen iPad of netbook tegen op. Daarom zullen ebooks het - wat mij betreft - ook nooit halen.

Foto's online zijn van iedereen. Een fotoboek is bezit.

En wat voor een bezit. Hoogglans fotopapier, daarbij verbleekt de presentatie van het computerscherm. Ik durf de pagina's bijna niet om te slaan, bang als ik ben dat mijn vettige vingers afdrukken achterlaten.

Gelukkig staan de foto's ook online.

meer plaatjes van het boek

04 July 2010

Conditio sine qua non



Murakami is helemaal hot, gezien de recensies van zijn laatste roman 1q84.

Ik doe het met eentje uit 1985, maar dat is - mijn leeftijd in acht genomen - begrijpelijk. Iedereen maakt zo'n periode mee in zijn of haar leven.

Cadeautje van x.

Het boek lag al drie jaar te wachten in de kast. Benieuwd welke lijken er nog meer tevoorschijn komen.

30 June 2010

Chinese thee is gratis (2)

taisoen, utrecht, note,

"Staat u in deze rij?" vraagt de oude vrouw.
"Nee, ik hoor bij haar."
Ik wijs naar Jenny die staat te pinnen.
"Dat is veilig, met zo'n grote vent bij je," zegt de oude vrouw.
Dat hangt ervan af welke rij je kiest.

Aan de andere kant van de oude vrouw staat een marinier die - als hij zou willen - met één hand mijn nek breekt.
"Ik ben al een keer beroofd en ook al twee keer geskimmed. Veel mensen die ik ken durven niet meer te pinnen, ze halen hun geld op het postkantoor," vervolgt de oude vrouw.
"Klopt. Mijn moeder doet dat ook," zeg ik.
Ik zou me veiliger voelen bij de marinier - ik ken mezelf.
"Maar ze hebben niets van mijn rekening afgehaald, ik houd mijn pincode altijd goed verborgen," zegt de oude vrouw.
Vast in een oude sok.

Jenny is klaar. Onwillekeurig wrijf ik langs mijn nek.
"Sorry dat ik niet heb teruggemaild," zegt Jenny.
"Je moet niet denken dat je de enige bent," zeg ik.
Ik heb Kim ook gemaild.
"Nee, daar moet ik zeker niet aan denken," zegt Jenny.

We lopen een rondje door Hoog Chatarijne.
"Dim sum is net als tapas, maar dan Chinees," zegt Jenny.
Tapas is wijn, tapas is Ana - daar kan geen Chinees tegenop.
"Ik zal je foto's laten zien," zeg ik tegen Jenny.

We vinden de reden en gaan zitten.
"Wat wil je drinken?" vraagt Jenny.
"Thee. Chinese thee."
"Geen bier?"
Ik veeg met de mouw van mijn shirt mijn voorhoofd af.
"Verleidelijke gedachte."
Half één 's middags. Zweetdruppels lopen onder mijn shirt over mijn lichaam naar beneden.
"Ik wil eerst iets kouds," zegt Jenny, "het is zó warm."
Ik ben een zwemmer zonder zwembad.

De ober komt langs en vraagt iets.
"Of je gewoon bestek wil," vertaalt Jenny. "Of kun je met stokjes eten?"
"Ja," zeg ik.
Ik ben de enige blanke in het restaurant, in de ogen van de ober de laatste oermens.
"Ja," zegt Jenny in het Chinees tegen de ober.
De ober haalt de stokjes weg.
"Nee," zeg ik, "ik eet met stokjes."
"Nee," zegt Jenny in het Chinees tegen de ober.
Desnoods eet ik met mijn handen. Als ze een Neanderthaler willen dan zullen ze een Neanderthaler krijgen.

"Je houdt zeker niet van zoet?" vraagt Jenny.
Ze bestudeert de menukaart.
"Hoezo?"
"Ik zie je nooit snoepen op de afdeling."
Op de afdeling staan potten gevuld met drop en snoep en aangebroken verpakkingen met koek.
"Het is net zoals met drank. Als ik er eenmaal aan begin, dan kan ik niet meer stoppen."
De mens wordt geijkt aan wat zichtbaar is.

"Kies jij maar."
Een cliché in verzadigde relaties.
"Ze hebben rundermaag. Dat is een beetje taai, zoals inktvis," zegt Jenny.
Ik liet Ana ook altijd bestellen, maar toen kwam ik niet voor de tapas.
"Nee, geen orgaanvlees."
Toen Ana met een collega in onze vaste tapasbar zat, smste ze: "Het personeel vraagt waar jij bent!"
Personeel moet je altijd te vriend houden.
"En als ik het pas achteraf zeg, wat je hebt gegeten?"
Alsof ik achteraf zal zeggen: "Dat? Dat was een orgasme."
Misschien moet ik mijn vrienden beter kiezen.

27 June 2010

Pauw

Het is makkelijk pronken met andermans veren. Je vertelt over wat je hebt gezien, in woord of in beeld. Je maakt een foto en je laat hem zien, je vertelt een verhaal of je schrijft een stuk tekst. Je vertelt niets over jezelf, je vertelt over anderen. Je vertelt over anderen in de hoop dat het iets over jou vertelt.

Sinds kort hebben we een Kim in tha house. Kim stond met foto onder het kopje nieuwe medewerkers. Kim had iets gedaan met een medevennoot en met reizen naar het land van herkomst. Door omstandigheden was ze gedwongen daarmee te stoppen. Of dat betrekking had op het reizen of de vennoot of mede, dat stond er niet bij.

Hoe kunnen omstandigheden dwingen? Omstandigheden kunnen sturen, of richting aangeven, maar nooit dwingen. Je kunt jezelf láten dwingen, wat duidt op gebrek aan zelfredzaamheid en oplossingsgerichtheid. Stoppen is geen oplossing, stoppen is een confrontatieloze keuze.

Kim woont in Utrecht samen - de zinsopbouw verraadt de afkomst. Kim komt uit het land waar de halve bevolking Kim heet. In het trappenhuis, op weg naar de lunch, kwam ik Kim tegen. Hé, dat is een Kim, dacht ik. Eens te meer blijkt hoe foto’s de werkelijkheid vertekenen. Reality kills fantasy.

19 June 2010

No shit

"Wat heb jij eigenlijk tegen rokers?" vraag ik aan S.
"Roken is vies," zegt S, "ik zoen niet met jongens die roken."
"Stront is ook vies," zeg ik, "toch zou ik je graag in je kont neuken."

28 May 2010

Tunnelvisite

Wat is het nut ervan? Is het nut de winst, of is het nut het niet verliezen? En wat is er te verliezen? Om je gezicht te verliezen, moet je wel een gezicht hebben. We hadden afgesproken om niets af te spreken dus we hadden niets afgesproken.

Je kunt er naartoe gaan, en de confrontatie aangaan. Je kunt ook niets doen en jezelf terugtrekken. De aanval getuigt van lef, terugtrekken is laf. Laf heeft een negatieve klank. Laf betekent dat je hebt nagedacht over de gevolgen.

Loop niet achter je lul aan, laat die lul maar achter jou aanlopen.

Verslaving is een probaat middel tegen verveling. Neem een verslaving en je hebt altijd iets te doen - of iets om over na te denken - of tegelijkertijd, het is verstandig om na te denken bij wat je doet.

Verliefdheid is geen verslaving, verliefdheid is een symptoom. Wat de mens zelf ontbeert, kent hij uitvergroot toe aan de ander. Verliefdheid is een symptoom van misplaatste eigenwaarde. 

Je hoort wel eens iemand zeggen: "Ik ben verliefd." Je hoort nooit iemand zeggen: "Ik heb last van misplaatste eigenwaarde." Communicatievormen veranderen. Wat er wordt gecommuniceerd, doet er niet toe. Mensen praten om de aandacht naar zich toe te trekken. Mensen die zwijgen hebben zelf een keuze gemaakt.

Bovenkamer wint van onderbuik.

08 May 2010

Jij was toch barkeeper? Maak eens een cocktail voor ons!



Echt inspirerend is de nieuwe omgeving niet. Je kunt jezelf afvragen of dat meer zegt over de omgeving of over mijn inspiratie. Er hangt een kalender, met meisjes uit Singapore.

Inspireren is verrassen, prikkelen, uitdagen.

Voor sommige mensen is hun werk een uitdaging. Hoe vaak heb ik het niet gehoord bij een sollicitatiegesprek, dat de door ons aangeboden baan een echte uitdaging is? Wat dan precies de uitdaging was, konden de sollicitanten me nooit vertellen. Elke sollicitant die ooit het woord uitdaging in de mond nam, wees ik daarom af.

Waarom ik de baan wilde?
"Je moet niet doen wat je leuk vindt, je moet doen waar je goed in bent. Leuk is eindig, leuk moet na verloop van tijd leuker worden. En om het leuker te maken, ga je forceren. Of je gaat weg, omdat het niet meer leuk is. Als je ergens goed in bent, dan hoef je het niet te forceren. Als je ergens goed in bent, dan hoeft het niet leuk te zijn. Het bevredigt als je ergens goed in bent. En ik ben er goed in."

De enige uitdaging van het 's morgens vroeg voor de file de auto inspringen, op weg naar een dag van vergaderen en overleggen, een dag van email en internet en van gesprekken over voetbal en de staatsloterij, is het niet thuis zijn. Zeg dát dan, dat je niet thuis wil zijn - zeg dan dat je het thuis niet leuk vindt.

Er is maar één uitdaging en dat zijn meisjes - de meisjes die uitdagen. De nieuwe omgeving kent geen uitdagende meisjes.

Het meest prikkelend op de afdeling is de kalender, en die heb ik er zelf opgehangen.

28 April 2010

Route

Het gebouw van de UVA is een jaar oud. Amsterdam Business School presenteerde er nieuwe opleidingen. Eén van die opleidingen concurreert met de opleiding die ik volg. Het is een modern, steriel en rookvrij gebouw. De begane grond is uitgegraven en heet basement. De eerste verdieping ligt op straatniveau en heet zero. De tweede verdieping heet first floor. Op first floor bevinden zich de collegezalen en de toiletten. De gebruikte kleuren zijn wit, geel en grenen. In het herentoilet hangen geen spiegels.

We verzamelden op basement. Er waren mannen in pakken en vrouwen op hakken - je hoort ergens bij of je wilt ergens bij horen. Er waren medestudenten en collega’s. Er waren gastvrouwen in zwarte rokjes op pumps. Ik had mijn hakken thuisgelaten, je weet maar nooit wie je tegenkomt. Zo waren er vijf Aziaatjes. Dat was goed. En er was S. Dat was minder. S droeg dezelfde jas als vorig jaar. Het is een nette jas die afkleedt - gelukkig weet ik wat eronder zit. S zei niets. S zwaaide laf, glimlachte gemaakt en mengde zich tussen haar gelijken. Daar hoor ik niet meer bij.

Ik ging bij Daan staan.
"We hebben moeite met kinderen krijgen," zei Daan.
Er zijn slechtere openingszinnen.
"Iets met een i," zei ik.
"Ines," zei Daan.
Daan en Ines ken ik uit het rookhok. Drie jaar geleden stopten ze met roken, allebei. Ze hadden een huis gekocht. Lekker fris, zo’n rookvrij huis. Chinezen roken veel, daar kan geen vulkaan in IJsland tegenop. Ines is een Indo-Chinees, Indo-Chinees begint met een i. Ik heb het niet zo op Indo’s, waarschijnlijk omdat het wederzijds is.
"Daarom wil ik hier studeren," eindigde Daan zijn verhaal.
"En jij?"
Volgens mij had ik een deel van het verhaal gemist.

De openingsspeech was in het Engels. Dat is niet onlogisch als je jezelf Amsterdam Business School noemt. De ster van Heineken verscheen in beeld. De ster van Heineken heeft vijf punten. Dat was een bruggetje. Er zijn vijf redenen waarom het publiek voor Amsterdam Business School moest kiezen. Na de colleges bier drinken in De Roeter werd niet genoemd als reden.

Na de openingsspeech moesten we naar een andere collegezaal. Elke nieuwe opleiding had een praatje voorbereid en presenteerde dat in een eigen collegezaal. Dit praatje was in het Nederlands. Er zat een buitenlander in de zaal die geen Nederlands sprak. Gelukkig kregen we een hand-out van de presentatie, dan kon hij het thuis nog eens nalezen. Het praatje eindigde met de toelatingseisen. Toen wist ik genoeg. Als wijs man verliet ik de collegezaal - daar zijn colleges ook voor bedoeld, om je wijzer te maken. Ik had een reden om naar De Roeter te gaan.

18 April 2010

Big in Japan



TNT bracht een pakket. Ik vond het een klein pakket, te klein voor de 3 t-shirts die erin zouden moeten zitten. Japanners zijn klein.

In het pakket zaten 3 t-shirts. Ze waren te groot. Oversized is uit - probeer mijn buik dat maar eens wijs te maken.

Obesitas wordt volksziekte nummer één. De t-shirts zijn er klaar voor.

05 April 2010

Maart 2003 was een goed jaar

cinecenter, lilja 4 ever, 2003, movie

Uit de boedel van de overleden vader van een van mijn vrienden koos ik, na twee dagen slopen en sjouwen en de vraag of ik nog iets naar huis wilde meenemen, de scanner. Met een scanner kun je het verleden digitaliseren. Dat is best handig, in een digitaal tijdperk.

Ik had nog geen scanner, wel een verleden dat ik maar eens onder ogen moet komen. Ontwijken betekent niet dat het voorbij is.

Om mijn feestboek op te leuken en mezelf wat meer smoel te geven, ging ik op zoek naar foto's om te scannen en daarna te publiceren. In Oma´s antieke kast vond ik verzameld werk van het afgelopen decennium. Foto´s, toegangskaartjes, programmaboekjes, verhuisberichten en notitieblokjes van Heineken met 06-nummers en hotmailadressen.

Niet alles is bewaard. Je kunt niet alles bewaren. Je bewaart een deel, en dan maar hopen dat je, later, het goede deel hebt bewaard.

Bij die zoektocht vond ik ook een aantal foto's van mensen en momenten waaraan ik liever niet word herinnerd. Herinneringen gaan niet samen met het uitbannen van je sentimenten. Ik ban sentimenten uit omdat ik vasthoud aan dingen die voorbij zijn. En wat voorbij is, is geen feest.


michael gira, paradiso, 9 maart 2003, 2003, retro, toegangskaartje

20 March 2010

Ockham's razor

Bij het Amstelstation kwam ik Bambi tegen. Ik kom zelden aan deze kant van het station, hooguit als ik kruipend de Omval verlaat. Bambi droeg een modieus bruin, kort leren jack. Sexy, dat zeker, maar niet zo stoer als het zwart leren motorjack van Debby. Debby heeft geen motor, dat dan weer niet. Ze heeft wel veel verschillende kleding en een neger. En Debby heeft heup, veel heup. Daar houden negers van. Denk ik. Ik heb twee nieuwe banden op mijn fiets laten zetten, daarom loop ik aan deze kant van het station. Ik kom zelden aan deze kant van het Amstelstation, hooguit als mijn fiets me in de steek laat.

Anderhalf jaar geleden kwam ik Bambi ook al tegen. Dat was vlak voor het concert van Ladytron. Dat was een geldverslindend concert. Het toegangskaartje was die naam niet waard en de bar was te zeer nodig om het optreden door te komen. Op de plaats waar ik voor het concert had afgesproken, zat Bambi aan een tafel met te veel licht. Op de tafel stonden twee kopjes thee. Aan haar uiterlijk te zien was Bambi die avond uit. Ze had zich opgemaakt. Niet sexy, meer rimpel verhullend. Vroeger maakte Bambi zich nooit op. Bambi was een Bambi met bonus: relatief grote ogen in een te klein gezicht, de bonuskaart was een grote neus. En je weet wat ze zeggen over mannen met een grote neus. Dat geldt enkelvoudig stijgend ook voor vrouwen. Onder elk dekseltje past een potje.

"Bambi," zei ik.
Bambi was sprakeloos. Of ze wist mijn naam niet meer, dat kan ook.

Met mijn fiets heb ik een nauwere band dan met vrouwen. Soms hebben we de wind tegen maar we slaan ons er samen doorheen. Ik zucht, de fietst piept. Afgelopen winter maakte ik een uitglijder, maar dat is te begrijpen als het zo koud is. Je verontschuldigt jezelf niet als je op zoek bent naar een beetje warmte. Ik hield er desondanks een stevige vleeswond aan over. Acceptabel, het had erger kunnen zijn. Daarbij begrijp ik de reactie. Andersom deel ik ook wel eens een schop uit. In een relatie is het belangrijk dat je je emoties toont. Ook is het belangrijk dat je samen dingen onderneemt. Samen fietsen is heel ontspannend. En het is belangrijk dat je iets gemeenschappelijks hebt, bijvoorbeeld allebei een snee of een gemeenschappelijke vriendin.

Bambi was ook samen. Het tweede kopje thee behoorde toe aan een niet zo mooi meisje. Ze stond bij het uitdelen van de gezichten duidelijk niet vooraan, maar naast Bambi werd ze wel heel erg lelijk. Voor alle duidelijkheid: Bambi is mooi. Daar kun je over discussiëren maar de natuur wint die discussie. Iets met honing en bijen, of vliegen en stront. Het niet zo mooie meisje keek me woest aan. Waarschijnlijk was ik voor haar de zoveelste loser die een gesprek probeerde aan te knopen. Als je met Bambi uitgaat, dan komt het namelijk regelmatig voor dat mensen een gesprek proberen aan te knopen. Maar als je thee drinkt dan ben je niet echt uit. Thee is niet geschikt voor een prettig gesprek. Thee drinken doe je thuis. Of bij de buren. Of bij meisjes van vijftien die je bijles geeft. Als je geen loser wil tegenkomen, blijf dan vooral lekker thuis met je theemuts spelen. Á l’oeuvre on connaît l’artisan.

Voordat ik het Amstelstation uitliep, mijn fiets stond nog te wennen aan haar nieuwe hakken, keek ik naar de fietsen in de etalage. Ze stonden er glimmend en uitnodigend, met attributen of basic en kaal, veel zwart en sommige felgekleurd, sommige sportief en andere statig en allemaal met een fors prijskaartje eraan. Het blijft vreemd, achter glas moet je ervoor betalen en twintig meter verderop pluk je ze zo van de straat. Ik nam mijn fiets bij de hand en op een profiel van nieuw zwart rubber liep ze achter me aan naar buiten.

"Geef je telefoonnummer," zei ik.
Bambi gaf me haar nummer. Het niet zo mooie meisje stond er met open mond bij. Ja, meid. Met onbevaren volk is het slecht zeilen. Zonder mooi geen lelijk, zonder dieren geen leer, zonder leer geen dogma en zonder dogma geen onderwerping. Beter onbegonnen dan ongeëindigd, zonder telefoonnummers geen gesprekken. Waarvan akte. Het telefoonnummer dat ze me gaf was die naam niet waard. Bambi was - die avond - en bleef - de maanden daarna - sprakeloos. Playing hard to get of toch maar met je ex naar bed?

Ik kom zelden aan deze kant van het Amstelstation. Misschien is dat de reden dat ik nooit iemand tegen kom.
"Hé, hoe is 't?" zei Bambi.
Ik stapte op mijn fiets en reed weg.
"Tring tring," zei ik.
De fietsbel had de uitglijder niet overleeft.

17 March 2010

Atkins

De Hindoestaan waarnaast ik zit, is veertien kilo afgevallen.
"Je tieten zijn ook een stuk kleiner geworden," zeg ik.
Over twee weken ben ik hier weg, de beleefdheden kunnen overboord.
"Nietes!" zegt de Hindoestaan waarnaast ik zit.
Ze kijkt naar waar vroeger haar borsten zaten. Lichaamsomvang ligt gevoelig bij vrouwen. Als je favoriete type graag bloemkool eet, ga je dan zelf ook bloemkool eten?

"Waar is Fatima?" vraag ik, "is ze ziek?"
Vragen of ze eindelijk ongesteld is geworden, is te direct. Fatima is een type die zich ziek meldt als ze is ongesteld.
"Die is naar Turkije. Naar haar vriendje."
Alweer dat woord vriendje. Zeg gewoon dat ze naar haar persoonlijke olieworstelaar toe is om in ruil voor blingbling haar doos te laten uitwonen, net zolang tot het bloeden weer op gang komt. De nieuwe medelanders om me heen houden van blingbling. Blingbling om de pols, blingbling om de vingers. Blingbling om de nek, blingbling in de oren. Blingbling in de mond en blingbling op de neus. Meisjes van tien, die hebben een vriendje. En een beugeltje.

"Wil jij kinderen?" vraagt de Hindoestaan waarnaast ik nog twee weken zit. Fatima is blijkbaar niet het juiste onderwerp. Ik ben even stil. Met Kim sprak ik op mijn verjaardag over kinderen.
"Waarom denk je zo lang na?" vraagt de Hindoestaan. Haar bril doet bling in de voorjaarszon. Zonlicht is slecht voor depressieve mensen, hun depressies verdwijnen erdoor. Zonlicht is goed voor de fotosynthese. Lichtenergie zet koolstofdioxide om in koolhydraten.

Ik mag de Hindoestaan niet. Ik hou niet van de half dichtgeknepen ogen, ogen die iets vals en geraffineerds verbergen - en daarmee verraden. Ik hou niet van het ontbreken van kont. De benen van de Hindoestaan gaan rechtstreeks over in haar rug, alsof daartussen iets ontbreekt, alsof ze invalide is geworden omdat het achterwerk is geamputeerd. En ik hou niet van de huidskleur, een specifieke kleur bruin, een kleur die me doet denken aan stront.

Mijn midlifecrisis uit zich door het vereenzelvigen van mensen met stront. Homo's zijn stront, Hindoestanen zijn stront. Mensen die ik niet aardig vind zijn stront, mensen die me geen aandacht geven zijn stront. Mensen die me hebben verlaten en die me in de steek hebben gelaten, zijn stront. Eigenlijk is iedereen stront, mijn omgeving is één grote bak bruine smurrie. Heb ik als kind ergens iets gemist? Lilian vertelde me, toen ze nog veel oppaswerk deed, dat kinderen graag met hun handen in de po zitten waarop ze zojuist hebben gezeten, en dan maar roeren in hun stront. Lilian is nu pedagoog, privé, ergens aan de andere kant van de wereld. Tegen een fijn uurtarief laat ze zich inhuren om de problemen op te lossen bij een gezin thuis. Privépedagoog, dat noemen we hier gewoon een meesteres. Ik ben vaak klaargekomen bij Lilian. Rood is de kleur van geluk, en daarna werd het zwart.

"Dat hangt van de vrouw af," zeg ik uiteindelijk. "Met de ene vrouw wel, maar met de ander niet. Het hangt ervan af hoe je samen het leven inricht." Wat valt er nog in te richten als je met de afbouw van het leven bent begonnen? Wat valt er nog in te richten als je leeft tussen de vier muren thuis en de muren van een kantoor, en het enige contact met de buitenwereld het fietspad daartussenin is?
"Dan moet je wel eerst een vrouw hebben," zegt de Hindoestaan, die minder kont heeft dan de gemiddelde Japanse vrouw.
"Wat vind je leuk om te doen?" vraagt ze. Er zat al niets en die veertien kilo moet toch ergens zijn verdwenen. Twintig meter darm, hoeveel stront zou daarin passen?

Ik begrijp steeds beter waarom mensen foto's van hun kitten op het net plaatsen. Iedereen maakt van alles mee en deelt dat met de wereld. Jij wilt ook delen maar omdat je niets meemaakt heb je niets om te delen. Maar iedereen deelt, dus jij moet ook. Dan deel je de avonturen van je kitten. Foto's van kitten in de woonkamer en van kitten op de bank. Foto's van kitten in de keuken en van kitten in de tuin. Foto's van kitten op de buik en van kitten op de rug. En een mislukte foto, want kitten liep juist uit het beeld vandaan. Wat voor kleur hebben mensen die niet buiten komen?

"Je ziet er zo echt een stuk beter uit," zeg ik. "Hoe ben je al die kilo's kwijtgeraakt?" Beter een goede buur dan een dictatuur.
"O dank je! Het doet me zo goed dat je het ziet." De Hindoestaan zit te glunderen. Geef een compliment en de wereld blijft even lelijk, ook al denken ze van niet. Het zoveelste deel van de cursus zelfbedrog.
"Nou, ik eet geen pasta meer. En geen brood. En geen rijst en geen aardappelen. Daar zitten allemaal koolhydraten in. En als je geen koolhydraten meer eet dan gaat je lichaam het eigen vet verbranden en dan val je af." Geen koolhydraten meer. Dus ook geen zonlicht meer. Maar dat heb je dan ook niet nodig, met die kleur.

Mijn ouders hebben me ooit verteld dat ik een huilbaby was. Onmacht vertaald naar een emotieloze kracht. Huilen als aandachttrekkerij. Tot mijn derde levensjaar heb ik vaak in het ziekenhuis gelegen. De huisarts vond de verhalen van mijn ouders over mij niet meer geloofwaardig. Volgens de huisarts was ik helemaal niet ziek. Hadden mijn ouders maar beter naar de huisarts geluisterd, dan was mijn broer nu enigkind geweest.

"Vond je me eerst niet mooi dan?" vervolgt ze. Ze wipt op haar stoel, in afwachting van nog meer bevestiging. Ik heb helemaal niet gezegd dat ze nu wel mooi is. Luisteren is één, de informatie op de juiste manier verwerken is twee.
"Jouw lichaamsomvang is niet iets dat ik tegenkom in een natte droom," zeg ik.
De Hindoestaan glijdt van haar stoel en verdwijnt onder het bureau. Waarschijnlijk een gesprongen sluitspier. Vrouwelijk gedrag heb ik nooit op waarde kunnen schatten.

09 March 2010

Just let it go, it's gone man

Waar is iedereen?

Waar is het centrum?
Het centrum waar iedereen is?

En wie is iedereen?
Is iedereen de bekenden of de onbekenden?
Of is die ene bekende juist de grote onbekende?

Vind je het vervelend dat ik de vraag stel?
Met sommige vragen maak je geen vrienden.

Wat de afstand moet verkleinen, maakt de afstand juist groter.
Met sommige berichten maak je geen vrienden.

Zonder tegenbericht maak je helemaal geen vrienden.
Geen tegenbericht duidt op arrogantie, angst of apathie.
Meer mogelijkheden leiden tot minder resultaat.

De confrontatie is vernederend maar bevredigend.
Als je even wacht, dan komt het cadeau vanzelf.
Geduld is een pakje sigaretten.

Wie doet er mee?
En wie doet er niet meer mee?

Jaloezie is een compliment.

14 February 2010

11 February 2010

In the Dutch mountains

De liftdeuren gingen voor mijn neus dicht. Y drukte nog snel op wat knopjes maar de lift kwam al in beweging. Wat doet Y hier - behalve met de lift omlaag gaan?
"Ga je ook naar het hoofdkantoor?" vroeg Y toen ik in de fietsenstalling aankwam. Ze had staan wachten.
"Nee," zei ik, "peukenpauze."
Alliteraties bekken goed.
"Oh," zei Y.
Het was even stil.
"Wil je mijn fiets zien?" vroeg Y.
Vroeger, vroeger liet je in het fietsenhok andere dingen zien.

We liepen naar een door hekken afgesloten gedeelte. Y hield haar pasje voor een scanner en de scanner deed piep.
"Dat is hem!" zei Y en ze wees naar een gifgroen- en witgekleurde mountainbike.
Mensen hebben liefde nodig, maar hebben mensen ook bevestiging nodig?
De mountainbike ging van het slot. Y ging zitten en ze fietste in rondjes om me heen.
"Hij is cool en hij is stoer," riep Y, "net als ik!"
Uh huh. Maar dan zonder identiteitscrisis.
Liefde is de verleden tijd van lief.

09 February 2010

Mao

Jenny drinkt warme chocomel, ik ga vreemd met koffie verkeerd.
"Wat lach je?" vraagt Jenny.
"Verderop zit een meisje uit onze groep met stokjes te eten."
Jenny draait zich om.
"Ik kan het net niet zien," zegt ze.
Aan de kom te zien heeft ze het eten van huis meegenomen, zulke kommen hebben ze hier niet.
"Vraag haar of ze volgende week ook voor jou eten meeneemt."
Jenny moet hard lachen om haar eigen grap.
"Ik heb haar na de eerste les gegoogled," zeg ik, "maar ik kon haar niet vinden."
De spleetogen tegenover me worden bol.
"Doe niet zo eng," zegt Jenny.
Google en Chinezen, dat is inderdaad geen goede combinatie.

05 February 2010

Aso

De problemen van een ander zijn niet jouw probleem – ongeacht herkomst, religie en andere seksuele afwijkingen.
Waarom is een vraag die mensen, die zelf niet nadenken, stellen. Naar het waarom vragen, is overbodig. Dat geldt evenzo voor zij die de vraag stellen.
Er ontstaat meer begrip als er niet naar het waarom wordt gevraagd.
Toen ze dertig werd, vluchtte ze naar Turkije. Ze vluchtte naar de witte wijn, de zon en de jongens, zoals een zestienjarige dat doet naar Lloret d’Mar. Pubergedrag om de puisten te ontkennen.
Dertig. Wat is nou dertig? Dertig is niets. Bij dertig kom je net kijken. Veertig, dat is pas een probleem. En zestien, zestien dat is ook een probleem.
Zevenendertig is geen probleem, zevenendertig is koortsvrij.
Tot halverwege je leven bedenk je wat je wilt gaan doen. De tweede helft van je leven bedenk je wat je hebt gedaan - of wat je had en wat je vooral niet had moeten doen.
Hoe ga je om met tegenslag? Je kunt het incasseren, je kunt terugslaan en je kunt ervoor weglopen. Er hangt geen waardeoordeel aan de gekozen optie. De waarde zit hem in het maken van een keuze.
Als je wegloopt, loop dan hard. Als je terugslaat, sla dan hard.
Vroeger, vroeger was alles harder.
Een marketingregel luidt dat 20% van je klanten 80% van je omzet binnenbrengt. Evenzo vertegenwoordigt 80% van de mensheid 20% van de gemeenschappelijke intelligentie.
Er zijn mannen die een pak aantrekken als ze solliciteren. Er zijn vrouwen die een pak uittrekken als ze solliciteren.
Zwangerschap is geen keuze maar een gevolg.
Tot halverwege je leven, leef je van de geboorte af. De tweede helft van je leven, leef je naar de dood toe.
Ook zonder zonde kan er sprake zijn van berouw.
Eenzaamheid is een gevolg van weglopen.
Als het antwoord je niet bevalt, dan had je de vraag niet moeten stellen.
Er ontstaat meer begrip als mensen zwijgen.

29 January 2010

Ordinairy life

Er is alweer een nieuw project en alweer zit ik erbij. Voor Jan met de korte achternaam dit keer want ik heb een andere baan.
"Wat een kleine lettertjes," zegt de projectleidster als ze naar mijn A3 kijkt.
Als je een voorbeeldfunctie hebt, dan laat je zien hoe je kunt bezuinigen, op papier bijvoorbeeld. En hoe je excel uitprint.
"Maar voor de rest is alles aan mij groot," zeg ik.
Iedereen moet lachen. De projectleidster krijgt een kleur. Ik ben een grappenmaker. En dat om negen uur 's morgens.

Fátima deelt koffie uit.
"Je zat er net niet," zegt ze.
Dat klopt, ik zat er niet. Ik hing de lolbroek uit.
"Wat zal ik voor je halen?"
Een liefdesverklaring.
"Ik loop zelf wel."
Ze is Turks - zonder snor – en heeft een bos krullen waarmee ik vijf jaar samenwoonde. Maar dat is het niet. Integendeel, ik ben afgeknapt op krullen.
"Wat zal ik voor je halen?" herhaalt ze.
Is het hier zo warm of begint ze langzaam te koken?
"Ze heeft problemen met haar familie. Ze woont alleen in Amsterdam," vertelt de postloper. Generatieconflict van een cultureel achtergestelde. Je blijft als meisje bij je ouders wonen totdat een jongen je meeneemt - met toestemming van je ouders.
"Fokkit, ze is verdomme dertig," zeg ik.
Op haar CV ontdek ik een gat van vijf jaar. Wie uitdeelt moet ook incasseren.

Spijkerrokje heeft een nieuwtje.
Het woord nieuwtje zegt genoeg. Manlief had last van een gerichte zaadlozing.
"De televisie stond gewoon aan," zegt ze.
Een televisie in de slaapkamer is slecht voor de nachtrust.

Guess who’s back?
"Tijd niet gezien."
"Ik werk maar één dag in de week, dat wéét je toch?"
"Mooi," zeg ik.
Haar gezicht wordt steeds witter. Michael Jackson syndroom? Ze is naar de kapper geweest, dat zie je meteen. Maar dat gezicht, dat zie je niet meteen. Waar laat ze haar gezicht zo mishandelen? En nog meer: waarom? Liggen de halfbloedjes niet meer goed in de markt? Aziaatjes zijn mysterieus en spannend en sexy maar de nieuwe medelanders zijn vrouw en rijp.
"Dank je."
Eén dag in de week werken en dan deze laag plamuur moeten aanbrengen. Er zijn meiden die het op zaterdagavond met minder doen. Haar gemummificeerde wangen verraden een onwillige stroom bloed.

Ik lunch met de Chinese moeder van het autistisch kind.
Ik merkte niets, ik vond hem lief. Waarom merkte ik niets, waarom was hij zo rustig en waarom was hij niet bang?
"Hij voelt zich veilig bij grote mensen," zegt de Chinese moeder van het autistisch kind. "In een groep kinderen gaat het fout."
Een verbazingwekkend fenomeen.
Na de zomer geeft ze haar baan op, er is geen geschikte opvang voor het autistisch kind. "Misschien ga ik wel terug naar de horeca," zegt ze.
Ik zie een gat in mijn markt.

"Hoe is de diploma-uitreiking?" vraagt Jenny 's middags.
Soms gaan we 's middags koffie en chocomel drinken. Soms doe ik een hele middag over één boeking. Soms schrijf ik 's middags een log. Jenny had een herexamen en ze was een half jaar later klaar.
"Is het wel leuk?"
Ik vond het leuk, maar dat betekent niet dat een ander het ook leuk vindt. Mijn diploma-uitreiking was tijdens de ramadan. De Marokkaanse die we van de mail kennen, assisteerde. Na afloop stonden we te praten, buiten, in de brandende zon. Ik werd spontaan verliefd.
"Dat heb jij wel snel, hé?" zegt Jenny. 
De Marokkaanse heeft alles wat Jenny niet heeft. Slanke benen, puntlaarzen, een strakke jurk over het ingepakte lichaam en een hoofddoek. De jurk doet het tegenovergestelde van wat de hoofddoek moet doen: accentueren in plaats van bedekken. Aziaten gebruiken in de zomer een paraplu, om zichzelf te beschermen tegen de zon.

De rest van de middag werk ik op het nieuwe team. S heeft een vriend.
"Maar pas sinds twee maanden," voegt Homo er snel aan toe.
Homo is mijn nieuwe buurman in de fabriek. Ik begon direct over S - dan hadden we dat maar gehad.
"Is ze nog vrijgezel?" was mijn openingsvraag.
Het scheelt weer een uitnodiging voor mijn verjaardagsborrel.
"Via internet." Alweer.
Mijn probleem is niet haar probleem. Niet meer.

21 January 2010

Lekker belangrijk

deviant art, zemotion, tnt, post, photo, minicloud,

Er lag een briefje van TNT in de brievenbus. Een pakket was afgeleverd bij de buren. Waarom bezorgen ze niet 's avonds? Is 's avonds de kans dat iemand thuis is niet groter? Hoor je niemand over.

De buurman wenste me nog een gelukkig Nieuwjaar voordat hij het pakket overhandigde. Buurman is volledig afgekeurd en beunt de hele dag bij in één van de garages onder de flat. Buurman neemt pakketjes in ontvangst. Hoor je niemand over.

Iemand gelukkig Nieuwjaar wensen, op 21 januari. Hoor je me ook niet over. Beter een goede buur dan een hoge huur.

Het pakket was een ronde koker. De bestelling was voor de Apocalyps geplaatst. In de koker zat een keurig verpakte, een op posterformaat afgedrukte foto. Zemotion in tha house. Is het dan boeiend wat er nog meer gebeurt?

en zo ziet ze eruit

16 January 2010

Borrelnootjes, maar dan zonder vulling

Het beperkte voorstellingsvermogen van de mens bepaalt zijn grens in onmogelijkheden.

Schreeuw het van de daken en je wordt niet gehoord. Ga smoezen en de omgeving spitst de oren. Wil je dat er geen informatie wordt verspreid, zeg dan niets.

Ze wacht al drie weken op het ongesteld zijn. En ze slaapt slecht. Heel slecht. Misschien is ze daarom nog niet ongesteld, omdat ze zo slecht slaapt. Denkt ze.

Ontkennen is oorzaak nummer één in psychisch verval.

In de kroeg kijk je naar de meisjes in de kroeg. Op het werk kijk je naar de meisjes op het werk. Ze bukt en het shirt onder haar vestje springt uit haar broek. Ze gaat staan, stopt het shirtje terug in de broek en bukt opnieuw. Dat het omgekeerde het geval kan zijn, komt niet in haar op. Smoesjes, de voorraad ligt op de onderste plank.

Een fantasie is een gewenste voorstelling van de werkelijkheid. Een illusie is een misplaatste voorstelling van de werkelijkheid.

Hij wordt aan zijn arm getrokken, moet mee naar de dansvloer. Bier klettert op haar rok, loopt via haar laarzen op de vloer. Hij danst niet, want zij heeft al gedanst.

Afbouw is geleidelijke afbraak. Doordat jij ouder wordt, worden de anderen jonger. Ouderen krijgen steeds meer haast, haast naar vervlogen interesse.

Iedereen zoekt contact, maar wie is het meest op zoek naar contact? Een oude man tussen jonge meisjes is best wel vet maar voornamelijk lachwekkend. Het nog steeds niet ongestelde omhulsel, rond en rijp, moet worden getoond. Kijk dan, kijk naar mij.

Zwangerschap is afbraak. Afbraak is slopen, niet ongesteld worden slopend. Kikkererwten zijn borrelnootjes, maar dan minder vet.

Grond moet na de oogst braak liggen, om te herstellen, om weer vruchtbaar te worden. Een cyclus vereist regelmaat. Routine is de middelmaat. Excessen ontstaan daar, waar de middelmaat ophoudt.

Achter de computer kijk je naar meisjes op de computer. Het meisje op de computer is het meisje van het werk. Ze is geïnteresseerd in mannen.

Snelheid is een mate van ongeduld.

Ze gaat bij hem zitten, brengt haar hoofd bij het zijne. Ze ruikt geparfumeerd, de krullen zijn nep. Fantaseren is dromen, de illusie is de nachtmerrie.

Hij laat de foto zien. Ze vindt het een suffe foto. Ze kent hem helemaal niet. Zegt ze. Ontkennen is leven in de illusie.

De overtreffende trap van onthaasten, is de dood.

09 January 2010

Junk

Fatima dronk een sapje, ze was met de auto. Zou ze überhaupt wel eens dronken zijn?
"Wat doe je na het werk, 's avonds?" vroeg Fatima.
"De gordijnen dicht."
In Amsterdam wonen en dan met de auto naar het werk. Ze droeg de spijkerbroek met haar motorlaarzen. Ik had ‘s morgens één van de nieuwe overhemden aangetrokken.
"Spraakzaam type," zei Fatima.
In de herrie van DJ Kont was geen sprake van spreken.
"Niet praten maar poetsen," zei ik. Dat stond in mijn beoordeling. Zo’n type was ik.

Fatima stopte kauwgom in haar mond. Toen zag ik Manager.
"Manager!" riep ik te enthousiast.
Ze droeg iets rozigs, met rode laarsjes.
"Hallo," deed de mond van de manager. Ze keek blijer dan dat ze het zei. Manager is directeur geworden en leidt een andere divisie.
"Pinku!" zei ik. "En je haar! Je lijkt wel een meisje!"
Een hand ging door de frisse coupe. Ze bloosde en keek naar de grond. En dat heeft er tegenwoordig vijfhonderd onder zich. Verlegen, als een meisje inderdaad. Manager keek naar Fatima.
"De beste wensen," zei Manager.
Ze heeft een account bij LinkedIn, ik niet meer. Manager zwaaide en liep door.

Fatima had haar mobiele telefoon gepakt. Het had weinig zin om nu iemand te bellen. Een mobiele telefoon is ook niet om mee te bellen. Een mobiele telefoon is om anderen te laten zien dat jij er naar kijkt.
"Wat doe jij ‘s avonds, na het werk?" vroeg ik toen maar.
"Wat?" zei Fatima.
"Leuk."
Een serveerster hield een dienblad voor en ik gehoorzaamde. We zwegen en keken naar waar het gezellig was. Aan een tafel zaten de Chinezen te eten. Ik had geen trek in Chinees.

Vorige maand was ik bij één van de Chinezen thuis. Ze heeft een autistisch kind. Het was een leuk jochie, ik merkte geen verschil met andere kinderen. Later vroeg ze of ik bleef eten, maar dat wees ik af. Ik voelde me bezwaard en zei dat ook. Ik had niet in de gaten dat het eten al klaar was, dus toen gaf ze het mee naar huis. Dat hoort er zeker bij.

Uit het niets stond Kaal voor me. Kaal stak zijn hand uit.
"De beste wensen nog!" schreeuwde hij. Zijn schedel weerkaatste de discoverlichting van de dansvloer.
"Jij ook."
"Leuke vriendin heb je!"
Vriendin?
"We zagen haar op een feestje. Mijn vrouw spreekt ook Spaans."
Spaans?
"Nou ja, een beetje dan."
Ik ken wel een Spaanse.
"Via de fabriek kwamen we op jou. Dat is mijn vriendje, zei ze."
Vriendje.
"Echt een heel leuke vriendin!" schreeuwde Kaal.
"Leuk."
Dan moet ik maar snel de rente van het vriendje zijn gaan innen.
"Wat?" zei Kaal. Ik reageerde niet en Kaal wist even geen vervolg.
Y liep langs. Natuurlijk, ook dat nog.
"Hé," zei Y. "Heb je het gezellig?"
"De beste wensen nog!" schreeuwde Kaal opnieuw en vluchtte weg.
"Echt heel gezellig," zei Fatima.
"Wat?" zei Y.

Waar Kaal stond, stond nu ineens Homo. Hij stak een zweterige hand uit.
"Het allerbeste," zei Homo. Na afloop van de kerstborrel had hij van de overgebleven drank het pak appelsap meegenomen. Ik moet vriendelijk blijven, Homo heeft nog steeds contact met S.
"Het is voor het eerst dat ik jou in een overhemd zie."
Misschien ziet hij me liever zonder overhemd.
"Hoe was de appelsap?" vroeg ik. Appelsap is goed voor de zuurgraad van je zaad.
Homo keek naar het glas in zijn hand. Het was leeg.
"Ik ga weer. Prettige avond verder," zei Homo.
Spraakzame jongen, type niet praten maar prikken. De één stopt euro’s in een overhemd, de ander in zijn achterwerk.
"Doe de groeten aan S," zei ik.
"Wat?" zei Homo.

Y had zweetdruppels op haar voorhoofd.
"Heb je gedanst?" vroeg ik.
"Nee, die is er niet," zei Y.
"De muziek staat te hard," zei ik.
"Oude zak," zei Y.
De serveerster liep langs en ik bediende mijzelf. Y dronk witte wijn.
"Leuk, een wit overhemd met een zwart rokje," zei ik tegen de serveerster.
"Wat?" zei de serveerster.
"Proost!" zei ik, en hief het glas.
"Waar zijn je vrienden?" vroeg Y.
Vrienden.
Geen idee.
"Wat?" zei Y.
"Geen idee."
"Dan sms je toch even?"
"Mijn telefoon ligt boven."
"Dan ga je hem ophalen."
"Wil je van me af ofzo?"
"Ik ben al van je af."

Y keek naar Fatima.
Fatima draagt sinds kort een designbril. Ze wil geen meisje meer zijn. Afstuderen, auto, designbril - in die volgorde.
"Wat een mooie bril," zei Y.
"Wat?" zei Fatima.
De één stopt euro’s in zijn neus, een ander zet ze erop.
"Als de serveersters goed doorlopen, dan heb ik straks ook vier ogen," zei ik.
"Niet lullen maar vullen," kauwde Fatima.
Ze stopte de mobiele telefoon weg. We hadden genoeg gezien.
"Fijne avond nog," zei Fatima en vertrok, waarschijnlijk op zoek naar passende vulling.
Fijne avond. Prettige avond. Prettig weekend. Waarom zegt er niemand gewoon doei? Waarom moet het allemaal fijn en prettig zijn? Dat maak ik zelf wel uit.

De Chinezen waren uitgegeten en keken doelloos om zich heen. Toen ze mij zagen staan, zwaaiden ze. Ik zwaaide terug.
"Dat schiet nogal op, naar elkaar zwaaien."
"Heb jij geen hekel aan nieuwjaarswensen? Gelukkig nieuwjaar, de beste wensen, heb je een leuke kerst gehad? Rot op met je verwensingen, ze menen er niets van."
"Als je erbij wil horen dan moet je ook de dingen doen die erbij horen," zei Y.
Niet praten maar blaten.
"Wat?" zei Y.
"Vorige maand was ik bij één van die Chinezen - laat maar zitten."
"Oké. Ik ga," zei Y. "Doei."

Ik had me voorgenomen om Freud voortaan thuis te laten. Als zij dat nu ook zouden doen. Als zij nu eens, allemaal, voortaan thuis zouden blijven.
"Gelukkig nieuwjaar Y," zei ik, maar ze hoorde het niet meer.
Want zo'n type is ze.
De muziek ging uit en een pak nam het woord. De Chinezen kwamen bij me staan.
"Ik heb een kalender met chinese meisjes over," zei Jenny na het urbi et orbi van de directievoorzitter.
"Zal ik hem morgen voor je meenemen?"
Alsof de dag er ook maar iets toe doet.

02 January 2010

Pig



Het ritueel op nieuwjaarsdag zijn de kerstkaarten. Wat er in de voorbije weken is binnengekomen en verzameld, wordt op 1 januari uitgepakt en genoten. Een handvol dit keer, wat altijd nog beter is dan een mondvol.

Als de kaarten binnenkomen, doe ik het handschriftspelletje. Dan heb ik een indruk wat me op nieuwjaarsdag te wachten staat. En op 1 januari maar kijken of de jackpot is gevallen.

Een paar opvallende afwezigen bewijzen dat burgerlijkheid zich niet consequent vertaalt. Gelukkig hebben we daar de sms voor. De gelukwenssmsjes vind ik leuker dan de kaarten. Geeft minder rotzooi ook.

Anyway: dit is de leukste van dit jaar. Of van vorig jaar dus. Geen dertien halen, twaalf betalen in een dozijn gratis bij een zak oliebollenpoedersuiker, nee, een echte Hallmark. Aan de binnenzijde van de kaart staat een heel verhaal - wat ik hier niet herhaal. Opdat wij niet zullen vergeten - worden.