Het examen ging goed. De derde op rij en de derde op rij binnen - ik ben het nog niet verleerd. Nog zes en dan naar Groningen.
Ze stond bij de metrohalte, ik zag na afloop binnen geen bekenden en liep meteen naar buiten, de onuitgeschreeuwde euforie als een zak aardappelen met me meeslepend. Ze herkende me niet direct, na het eerste vak volgt ze geen lessen meer. Want: "Een tien." Ze sprak de woorden uit alsof ze zich ervoor schaamde. "En jij?" Maar een acht.
Dat ze tweeënhalf uur deed over een enkele reis, voor vier uur les dus alles bij elkaar negen uur bezig, was het zwaardere argument.
Ze bietste een sigaret en begon te praten. Als ik stop met roken spreek ik niemand meer. Ze was gestopt.